2021 | Terugblik op mijn wandeljaar

Groene Wissel Texel Oudeschild

Net als 2020 was 2021 weer een echt wandeljaar. Naast de rondwandelingen op Klompenpaden, Groene Wissels, Trage Tochten en Knapzakroutes, liep ik weer eens een wandeling uit een wandelboekje van Gegarandeerd Onregelmatig, rondde twee Streekpaden af en liep verder op de resterende LAW’s en Streekpaden waaraan ik al eerder was begonnen. Als klap op de vuurpijl wandelde ik eindelijk weer eens buiten Nederland. En hoe! Lees hieronder alles over mijn wandeljaar.

Streekpaden

Noardlike Fryske Wâlden Streekpad tussen Buitenpost en Twijzel

In mijn terugblik van 2020 uitte ik een aantal wandelwensen voor 2021. Zo wilde ik het Westerwoldepad en het Graafschapspad uitlopen. Dat is gelukt. In juni liep ik de laatste zonovergoten etappe van het Graafschapspad tussen Doesburg en Zutphen. De Achterhoek is een mooie streek, het Graafschapspad een afwisselende route die naast aardig wat verharde paden ook regelmatig de onverharde paden aanhield.

Het resterende gedeelte van het Westerwoldepad liep ik in het voorjaar op twee, qua weer, heel verschillende dagen. Dit deel van Groningen heeft mij echt verrast. Een aanrader voor wie op zoek is naar een nieuw, niet al te lang Streekpad in een voor velen onbekend gebied.

Op het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad zijn we weer wat verder gekomen. Inmiddels zijn we in Surhuisterveen aanbeland. Met nog vier etappes te gaan, lopen we dit pad volgend jaar of in ieder geval in 2023 uit.

LAW’s

Marskramerpad tussen Beekbergen en Hoog Buurlo

Van het Marskramerpad hebben we dit jaar in vergelijking met 2020 het dubbele aantal etappes gewandeld: twee! In mei wandelden een vriendin en ik in twee etappes vanuit Deventer de Veluwe op. Met Radio Kootwijk in zicht eindigden we ons weekend met de afspraak om in 2022 minimaal dit aantal etappes te evenaren.

Van het Pieterpad hebben we er dit jaar weer vijf etappes op zitten. Niet alleen liepen we eindelijk de eerste etappe van dit pad maar we eindigden ook bij de grote rivieren. Voor een dagje wandelen wordt het nu echt te ver rijden. Volgend jaar willen we dit pad in weekendjes verder lopen.

Het Pionierspad bracht ons in 2021 verder de polder in. Na vier etappes zijn we geëindigd op een lange rechte polderweg met windmolens in aanbouw in de Flevopolder. Volgend jaar gaat we verder naar Lelystad en Zeewolde. Ik ben benieuwd hoever we dan komen.

Rondwandelingen

Knapzakroute Linde-Zuidwolde: De Reest vanaf het kerkenpad

Net als in 2020 heb ik ook dit jaar weer veel meer rondwandelingen gemaakt en beschreven. Zo liep ik bij Veenhuizen een wandeling uit het Gegarandeerd Onregelmatig wandelboekje Te gek om te los te lopen. Het werd een gezellige, prachtige maar ook zeer modderige en vochtige wandeling. Ook liep ik een aantal Knapzakroutes in Drenthe, waaronder de prachtige K33 Linde-Zuidwolde in het Reestdal.

Met vijf Groene Wissels ontdekte ik o.a. Texel op een prachtige voorjaarsdag, het gebied rondom het Overijsselse Den Ham bij hartje winter en het Friese Blauwe Bos bij Haulerwijk. Met dertien Trage Tochten zag ik weer hele nieuwe kanten van Gelderland, Overijssel, Drenthe, Flevoland en Friesland. Met name de prachtige Renderklippen, het zeer avontuurlijke Broekland, de winterse Woldberg en het verrassende Beetsterzwaag met een onverwachte rondleiding zijn me bijgebleven.

Trage Tocht Woldberg bij Steenwijk

Qua Klompenpaden evenaarde ik het aantal van vorig jaar. Ik liep er wederom twaalf. Er zaten weer pareltjes tussen. Het Bekbergerpad op een voorjaarsdag was werkelijk prachtig, maar ook het Ugcheler Markepad en het Beekweidenpad waren erg mooi. Het Klompenmakerspad in de mist leverde een bijzondere ervaring op en een ontmoeting met Tinus het varken (de eigenaar noemde in een reactie de naam van het beest).

Buitenland

Zwitserland: rondwandeling Jolischlucht boven Raron

In oktober gingen we een weekje naar Zwitserland. We hebben er optimaal gebruik gemaakt van de wandelmogelijkheden. Al op de heenweg liepen we een Traumpfad in de Eifel. Was het toen nog grijs en enigszins nat, eenmaal in Zwitserland hadden we voornamelijk zon en blauwe luchten. We liepen door ravijnen, over een lange hangbrug, rondom een stuwmeer geflankeerd door bomen in prachtige herfstkleuren en langs twee pittoreske irrigatiekanalen met historie. Heerlijk!

Kortom, het was een mooi en afwisselend wandeljaar. Ik hoop dit in 2022 voort te zetten. Zoals altijd blijkt er nog veel te ontdekken in Nederland maar ook in de landen om ons heen.

Wat waren de hoogtepunten van jouw wandeljaar 2021?

Graafschapspad etappe 6: Doesburg – Zutphen

Route: Graafschapspad
Afstand: 28 km
Start: Doesburg, bushalte Meipoort
Eind: Station Zutphen

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

De laatste twee etappes van het Graafschapspad zijn bij elkaar 28 kilometer. Dat moeten we kunnen doen in één dag, besluiten we. Op een zaterdag eind juni rijden we naar de Achterhoek om het Graafschapspad uit te lopen. De dag blijkt, in tegenstelling tot de voorspellingen, verrassend zonnig, als we in Zutphen de auto in de P&R achter het station zetten. We nemen de trein naar Dieren en de bus (met enige vertraging) naar Doesburg. We stappen uit waar we een maand geleden de bus naar Doetinchem namen om vanaf daar naar Doesburg te wandelen.

Aangezien we Doesburg de vorige keer uitgebreid bekeken hebben, lopen we nu al snel de stad uit. Maar niet voordat ik een wandelbankje op de foto heb gezet die de vermoeide voorbijganger in het Achterhoeks uitnodigt om te gaan zitten.

Achterhoeks wandelbankje

We komen op een dijk langs Het Zwarte Schaar terecht, een oude meander van de IJssel. Met de blauwe lucht en bermen met wilde bloemen en diverse grassen ziet het er hier prachtig uit. Ik las in blogposts over deze etappe de woorden saai en lang. Als het grijs weer is en koud, kan ik me voorstellen dat dit er een stuk minder aantrekkelijk uitziet.

In het boekje zag ik staan dat we langs een jachthaven zouden komen. Dat blijkt niet het enige. De route loopt over en langs meerdere grote campings en bungalowparken. Caravans, campers en tenten staan hier en daar boven op elkaar, maar wel mooi aan het water. Kampeerders zitten voor hun tijdelijke huisje aan de koffie of maken zich klaar voor een duik. Later passeren we nog enkele mini-campings in boomgaarden, veel minder massaal, meer ruimte en ook aan het water. Wel stuk voor stuk vol, aldus de bordjes.

Het laatste staartje van een camping langs de IJssel

Het is druk op de dijk. We komen veel fietsers tegen, maar weinig wandelaars. We hebben zin in koffie, maar de horecagelegenheden die er zijn, zijn nog niet open. En wandelbankjes zijn schaars. Ter hoogte van Dieren (aan de overkant van de IJssel), bespeuren we een schaduwplekje onderaan de dijk. Uiteraard hebben we onze fietsstoeltjes mee en een thermoskan koffie. Heerlijk in de schaduw genieten we van een welverdiend bakje en groeten de fietsers die we boven ons voorbij zien komen. We horen diverse positieve geluiden over onze stoeltjes.

Uitzicht tijdens de koffie

Vlak voor Bronkhorst, vinden we dan toch een terras bij een voormalig gemaal (het Keukengemaal) waar we in 2016 ook al eens neergestreken zijn tijdens een fietstocht. Verder gaan we door Bronkhorst, waar de terrassen vol zitten en met het pontje (eveneens vol) naar Brummen. Bronkhorst claimt met 100 inwoners het kleinste stadje van Nederland te zijn. Er zijn echter meer gehuchten met stadsrechten – en minder inwoners – die die titel claimen. Het buurtschap Staverden op de Veluwe is daar één van.

Bronkhorst
Pontje naar Brummen

Aan de overkant van de IJssel zien we het eerste kunstwerk van de IJsselbiennale die op dit moment (tot en met 19 september 2021) aan de gang is. Langs de IJssel is over 120 kilometer kunst, theater en muziek te vinden. Het kunstwerk dat we zien bestaat uit meerdere palen met skylines van een stad, weerspiegeld in het water. Twee Zeeuwse fietsers zijn hier afgestapt voor een foto. De man vindt het ook wel bij Zeeland passen. En of we nog een eind moeten wandelen. Valt wel mee, zeggen we, we hebben twee derde erop zitten, nog 9 kilometer. Beide maken ze een rekensommetje in hun hoofd en kijken dan met een mengeling van bewondering en opluchting naar hun elektrische fietsen. We wensen elkaar een goede tocht.

Kunstwerk bij het pontje

Vanaf Brummen verdwijnt de zon achter de wolken waardoor het minder warm wordt. Ruim 5 kilometer lopen we over een betonnen fietspad door de uiterwaarden. Bij hoog water is dit gebied niet begaanbaar. Ook hier staan de bermen vol wilde bloemen. Prachtig. We naderen de brug over de IJssel naar Zutphen, klimmen een hoge trap op en staan nu ver boven de rivier waar we de afgelopen 22 kilometer naast liepen.

IJsselbrug naar Zutphen

In tegenstelling tot wat er op de kaart in het boekje staat, maken we, de markering volgend, aan de overkant een wijde lus onder de brug door en komen op een fietspad langs de IJssel terecht. We lopen langs de buitenwijken van Zutphen. De huizen aan de rand hebben stuk voor stuk een mooi uitzicht op de rivier. Langs de jachthaven lopen we het centrum in van de Hanzestad, tot aan de voet van de St. Walburgiskerk. Op deze plek begonnen we in januari 2020 aan dit pad. Niet wetend dat een wereldwijd virus twee maanden later de boel aardig op zijn kop zou zetten. Met een ijsje vieren we dat we het gehaald hebben. Het was een afwisselende route door een mooie streek. Op naar andere paden in – nu nog – onbekende streken.

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.

Graafschapspad etappe 5: Doetinchem – Doesburg

Route: Graafschapspad
Afstand: 20 km
Start: Station Doetinchem
Eind: Parkeerplaats De Bleek, Koepoortwal 19 Doesburg

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

Na weken regen lijkt het dit weekend eindelijk weer zonnig te worden. Dat zijn goede wandelomstandigheden. We besluiten een etappe van het Graafschapspad te doen. De laatste etappe liepen we in maart toen de eerste groene blaadjes verschenen. Nu lijkt er een groene explosie te hebben plaatsgevonden. Bomen staan vol in frisgroen blad, de brem bloeit uitbundig en het fluitenkruid tiert welig. Ook het gras in de bermen staat hoog. Het maakt onze etappe van Doetinchem naar Doesburg prachtig.

Sinds kort mag je ook voor niet-noodzakelijke reizen weer met openbaar vervoer. Daarom dit keer geen fiets-auto combinatie maar luxe met de bus. We zetten de auto op een gratis parkeerterrein in Doesburg en wandelen om 8 uur ’s ochtends op ons gemakje in het zonnetje door het nog stille centrum van de oude Hanzestad naar de bushalte. De bus brengt ons naar Doetinchem waar op het busstation een beeldengroep denkt dat het nog regent.

Op station Doetinchem

We wandelen door het centrum van Doetinchem en strijken neer op een terras aan de voet van de Sint-Catharinakerk dat al open is op dit vroege tijdstip. Cappuccino is altijd een goed idee. Zeker als je er al een flinke autorit en een busrit op hebt zitten.

Sint-Catharinakerk Doetinchem

Verkwikt beginnen we na de koffie toch echt aan de wandeling. We doorkruisen Doetinchem, komen langs een straatgedicht, de oude stadbegraafplaats waar nog enkele oude grafstenen staan, een stadstuin, de schouwburg, het ziekenhuis en een heus kasteel (Kasteel de Kelder). Hier gaan we Landgoed Hagen op. De zon is inmiddels verdwenen achter de wolken.

Een straatgedicht, de oude stadbegraafplaats, kasteel de Kelder en Landgoed Hagen

Hier volgen we het boekje, de GPS-aanwijzingen en af en toe de markering, die niet overal duidelijk aanwezig is. De bosweggetjes slingeren zich door de Kruisbergse bossen. De routebeschrijving spreekt van een ‘kruising met twee jachtpalen’. We hebben geen idee waar we op moeten letten en zien zo’n hoge houten stoel voor ons die je in Duitsland wel ziet, al dan niet met camouflagenet. Het blijken hoge, smalle, stenen palen te zijn die privé jachtgebieden markeren. De slecht leesbare tekst rept inderdaad over ‘jagt’ en ‘private’.

Een jachtpaal

Bij Hummelo en Laag-Keppel beklimmen we de Wrange Bult. Bovengekomen lezen we dat deze heuvel ook wel Galgenbult wordt genoemd. De grote zwerfkei op de heuvel markeert de plek waar vroeger de galg stond. Of hier ooit iemand is opgehangen is de vraag. Vanaf de heuvel lopen 8 lanen naar beneden, het Sterrenbos in dat rondom 1750 is aangelegd ten noorden van kasteel Keppel. Oude zichtlijnen zijn hersteld waardoor je een mooi doorkijkje hebt naar aan de ene kant kasteel Keppel en in tegenovergestelde richting de kerktoren van Hummelo.

Zwerfkei op de Wrange Bult, in de verte de kerktoren van Hummelo

Na de Bult volgen kleine door fluitenkruid overgroeide paadjes langs akkers, bos en de Keppelse golfbaan. In Hoog-Keppel vinden we een mooi lunchbankje bij de dorpskerk. Ooit is deze kerk gebouwd op het hoogste punt in Keppel, een rivierduin van de IJssel. Dat is tegenwoordig nog goed te zien. Op het kerkhof staan gietijzeren grafzerken, vrij zeldzaam in Nederland. De ijzergieterij in Laag-Keppel is hier de reden van.

Het fluitenkruid tiert welig

We lopen Hoog-Keppel uit via een smal paadje langs een wei met paarden en twee draaihekjes. Een van de paarden vindt die wandelaars wel gezellig. Via een paadje over een akker en door een bosgebiedje en uiteindelijk door Drempt naderen we Doesburg. We lopen een tijdje langs de provinciale weg, komen langs de interessant klinkende Museumtuin ’t Olde Ras, een boomgaard met oude fruitrassen en slaan dan af naar de wallen van Doesburg. Op de kaart zie je duidelijke de hoekige contouren van de vestingwerken. In opdracht van koning-stadhouder Willem III zijn ze in 1700 ontworpen, de volgende 30 jaar gebouwd, maar nooit gebruikt. Tegenwoordig is het een mooi wandelgebied. We kwamen er welgeteld één hondenuitlater tegen.

Op de wallen van Doesburg

Na de wallen komen we uit bij de haven. De zon schijnt hier uitbundig. Op het parkeerterrein staan veel campers. De eigenaren zitten heerlijk op een stoeltje en kijken uit over het water. Even verderop zie je de IJssel in al haar glorie. We lopen over de IJsselkade en genieten van het uitzicht.

De IJssel

Bij de beeldengroep Passi d’Oro (voetstappen van goud) van de Italiaanse kunstenaar Roberto Barni blijven we even staan. We zien de mannen van verschillende lengte met hun rode jassen en broeken en gouden gezicht die vanaf de IJssel lijken aan te komen lopen. Ze gaan richting de oude binnenstad. Hun voeten staan op de kaart van Europa en lijken over de landsgrenzen heen te stappen. Toepasselijk voor Doesburg dat als Hanzestad ook binnen een groot Europees netwerk actief was.

Passi d’Oro van Roberto Barni

Via het oude centrum, dat inmiddels een stuk drukker is geworden, lopen we weer naar de auto. Ook hier staat het helemaal vol. De voordelen van vroeg beginnen… We kijken terug op een mooie groene etappe die eindigt in een leuk oud stadje.

Doesburg

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.

Graafschapspad etappe 4: Mariënvelde – Doetinchem

Route: Graafschapspad
Afstand: 20 km
Start: Mariënvelde
Eind: Station Doetinchem

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

In november vorig jaar liep ik de derde etappe van het Graafschapspad. De lange rechte wegen maakten deze etappe niet tot de mooiste van dit pad. Op een van de eerste mooie lentedagen wandelen we etappe 4. Volgens de omschrijving in het boekje krijgen we een ander landschap te zien. Het pad passeert een smalle rug en het landschap wordt kleinschaliger. De wegen zijn minder recht en de percelen onregelmatiger. Dat klinkt goed.

We parkeren de auto bij station Doetinchem en fietsen naar Mariënvelde waar we langs de weg de fietsen tegen een boom zetten. Na een paar honderd meter wandelen strijken we op een bankje neer voor de hoognodige koffie. Na de reistijd met de auto en fietstocht zijn we wel toe aan iets. We kijken uit over een sluisje in de Veengoot. Het zonnetje schijnt en de eerste bomen krijgen blaadjes.

Uitzicht tijdens de koffie

Na de koffie lopen we verder naar Halle-Heide. Via een smal pad dat vroeger als schoolpad werd gebruikt, komen we langs een terrein waar zeecontainers staan, vermomd als boerderijtjes. Sommige zijn nog in aanbouw. Wat is dit? Het lijkt wel op een oefenterrein voor militairen. Ik kom er – met internet – ook niet achter.

Zeecontainer vermomd als boerderijtje

Het schoolpad brengt ons bij de voormalige Heideschool. Sinds 1922 vormde deze school het hart van de Heide, een moeilijk begaanbaar gebied van moeras, veen en heidegrond. Tussen 1900 en 1920 ontstond het buurtschap Halle-Heide door landbouwontginningsprojecten. Pas in 1997 werd Halle-Heide als bebouwde kom erkend. De school werd in 2014 gesloten. Tegenwoordig gaat het gebouw door het leven als Heidehuus, een sociaal-culturele ruimte.

Voormalige Heideschool

Vanaf Halle-Heide doorkruisen we het landschap over verharde wegen en zandpaden. Het wordt inderdaad langzaam glooiender en minder rechttoe rechtaan. De wilgenkatjes zien we overal oppoppen. De koolmezen, pimpelmezen, vinken en merels zingen uit volle borst hun lied en vliegen voor ons uit van boom naar boom.

Dan komt Landgoed Slangenburg in zicht. Bosgebied en wetland wisselen elkaar af. Het speenkruid bloeit volop. We zien de eerste andere wandelaars. Bij een richtingaanwijzer waar vier armen de voorbijganger verschillende richtingen op wijzen volgen wij de de arm ‘kasteel’.

Op Landgoed Slangenburg

In de verte, aan het einde van de lange kasteellaan zien we het kasteel liggen. Het is nog een hele tippel. Op een bankje onderweg eten we onze lunch met uitzicht op natte natuur en een authentiek hekje. Als vogelliefhebber is hier waarschijnlijk veel te spotten. Op een doordeweekse dag dan. Op deze zaterdag zijn we zeker niet de enige wandelaars op landgoed Slangenburg.

Lunchuitzicht op Landgoed Slangenburg

In de buurt van het kasteel komen we sporen van kabouters tegen. Op diverse boomstronken zijn deurtjes te zien. Kabouter Gerard woont er, maar er zijn ook een jamfabriek en een verhuishulp gevestigd. Ik sluit niet uit dat er meer deurtjes waren, waar ik niets vermoedend voorbij ben gelopen.

Sporen van kabouters

Bij het kasteel is het een drukte van belang. Mensen zitten op bankjes en drinken – jawel – koffie. Deze kans grijpen we met beide handen aan en bij het uitgiftepunt kopen we twee cappuccino’s die we op een bankje aan de slotgracht opdrinken.

Kasteel Slangenburg

Dat hier meer wandelaars zijn, is niet zo vreemd. Ook het Pieterpad blijkt hier langs te lopen. Over smalle weggetjes lopen het Graafschapspad en het Pieterpad enkele kilometers gelijk op. De kans is groot dat we hier dit jaar nogmaals wandelen, alleen dan met het Pieterpad. Als de twee paden scheiden, kruisen we de A18 en lopen door een af en toe glooiend bosgebied met klootschietroutes naar Doetinchem.

Klootschietroutes

We wandelen om de Vijverberg heen, het stadion van De Graafschap. Er is geen wedstrijd en het stadion ligt er verlaten bij. Ooit stond hier een hotel met dezelfde naam dat daadwerkelijk op een kleine berg gebouwd was. Die berg ontstond toen omdat voor de bouw van dat hotel een aantal vijvertjes dicht gegooid moesten worden.

Het station is nu niet ver meer. Via de Spoorstraat komen we weer bij onze auto. De parkeerplaats is een stuk voller, ook in het stationsgebied en op de nabijgelegen skatebaan is het druk. Het mooie lenteweer lokt de mensen naar buiten. Het was een prachtige wandeldag voor een mooie etappe. Volgende keer naar Doesburg.

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.

2020 | Terugblik op mijn wandeljaar

Teutoburgerwald in januari tijdens de Teutoschleife Holperdorper

2020 was in meerdere opzichten een bijzonder jaar. Veel plannen gingen niet door. Maar er kwamen andere dingen voor in de plaats. Met name buitenactiviteiten zoals kanotochten, fietsritjes en wandelingen, heel veel wandelingen. In mijn veelal lege weekenden zocht ik in alle vroegte de natuur op. Ver weg van de mensenmassa’s ontdekte ik de schoonheid en het gemak van Klompenpaden, verkende nieuwe Groene Wissels en Trage Tochten en begon aan maar liefst twee nieuwe Streekpaden en één nieuwe Lange Afstandswandeling (LAW).

De ontdekking van de fiets-auto combinatie maakte de van A-naar-B wandelingen een stuk toegankelijker. Waarom ik dit niet eerder heb gedaan … Geen afhankelijkheid van openbaar vervoer dat in weekenden niet rijdt of op een bepaald traject überhaupt niet aanwezig is. Gewoon met de auto naar het eindpunt, op het fietsje naar het beginpunt, terug wandelen en dan de fiets ophalen. Dodelijk eenvoudig.

LAW’s

Het Marskramerpad bleef dit jaar bij één etappe. Ik loop dit pad samen met een vriendin die niet in de buurt woont en ons eerste wandelweekend was begin maart. Niet alleen gooide corona niet lang daarna roet in het eten, maar ook een Tweede Wereldoorlog bom maakte dat we onze tweede etappe van dat weekend niet konden lopen. We hopen in 2021 eindelijk Overijssel te kunnen verlaten om de Veluwe te ontdekken.

Het Pieterpad gaat voorspoedig en brengt me op mooie plekken, maar is nog lang niet klaar. De eerste etappe vanaf Pieterburen moet ik nog steeds lopen en hoop ik toch wel in 2021 te doen. Ook ligt Gelderland in de planning. Vanaf Holten gaat het nu eerst richting Laren. Ik ben heel benieuwd waar ik eind 2021 eindig.

Pionierspad: Uitzicht op de Bovenwijde bij Giethoorn

En dan het Pionierspad. Flevoland stond al een tijdje op het wandellijstje en het plan was om in 2021 met deze LAW door de polder te beginnen. In december lonkte het pad teveel en besloten we om toch al de eerste etappe te doen. Bij koud maar zonnig winterweer liepen we van Steenwijk naar een welhaast verlaten Giethoorn. Begin 2021 verder door De Wieden en op naar de polder.

Streekpaden

Het Salland Pad liep ik uit dit jaar. In 2018 begon ik in Olst met dit rondje door de gevarieerde natuur van Salland. Een kleine twee jaar en 130 km later stond ik weer in Olst. Toen door de coronamaatregelen de – toch al niet in het weekend rijdende – buurtbussen helemaal niet meer reden, bood de fiets-auto combinatie een goed alternatief. Het vrij onbekende pad vlecht de in het Wandelnetwerk Overijssel uitgezette rondjes aan elkaar tot een afwisselende grote ronde die wel wat meer bekendheid kan gebruiken.

Het Westerwoldepad kwam op mijn pad toen de geplande herfstvakantie naar Zwitserland niet doorging. In plaats van in de Alpen liepen we drie etappes door een verrassende streek van Groningen. Volgend jaar wil ik in een lang weekend de resterende etappes lopen door dit mooie gebied.

Westerwoldepad etappe 2

Het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad gaat in korte etappes, maar we hebben geen haast. Ik loop het met mijn moeder (en af en toe mijn vader). De noordelijke Friese Wouden zijn prachtig. Volgend jaar gaan we vanuit Buitenpost verder richting zuiden.

Het Graafschapspad lag in 2019 al in de planning en in januari en februari liepen we de eerste etappes. Ook hier bleek daarna openbaar vervoer in coronatijd een hindernis. In november togen we met auto en fiets naar de Achterhoek voor de derde en laatste etappe van dit jaar. Wellicht loop ik ‘m volgend jaar uit.

Rondwandelingen

Wezepsche Heide tijdens het Klompenpad Wiseperpad

Dit jaar heb ik veel meer rondwandelingen gelopen en beschreven dan andere jaren. Waar veel lege weekenden al niet goed voor zijn. De eerste dagen van het jaar liep ik in een ijzig en mistig Duitsland in het Teutoburgerwald en bij Bad Bentheim. In de zomer liep ik een Twentse Tocht van Truus Wijnen die in 2015 tot mooiste wandeling van het jaar werd bekroond. Ook wandelde ik mijn eerste (en zeker niet mijn laatste) Knapzakroute in Drenthe.

Naast een drietal prachtige Groene Wissels (zoals die van Odoorn en Markelo, beide in heuvelachtig gebied) liep ik maar liefst tien Trage Tochten. Ik ontdekte het prachtige Reestdal met de trage tochten Oud-Avereest en Ommerschans, liep te midden van dansende bomen op de Veluwe bij Drie en zag bij Oranjewoud een hele andere kant van Friesland.

Het aantal Klompenpaden overtrof de Trage Tochten. Het gemak van de markering en de klompenpaden-app met veel informatie maakte dat ik er twaalf liep dit jaar. Vooral het gebied tussen IJssel en Veluwe is me zeer goed bevallen. Zo genoot ik van het zonovergoten late voorjaar met het Fliertpad bij Twello en liep ik door paarse zeeën van bloeiende heide op de Tonnenberg bij Wapenveld op het Vosbergenpad. Maar ook in mijn eentje op de Wezepsche Heide (Wiseperpad) ‘s morgens vroeg in december was werkelijk adembenemend.

Alle Klompenpaden van 2020

Al met al kijk ik terug op een mooi wandeljaar. Ik liep meer dan anders, maar ik schreef ook veel meer over mijn wandelingen. Andere onderwerpen die normaal gesproken voorbij komen op dit blog vereisten OV-reizen, fietsvakanties, museumbezoeken, stedentripjes, etc. Helaas is dat er niet veel van gekomen. Hopelijk ziet 2021 er (in ieder geval deels) anders uit. En ach, anders bieden wandelingen een zeer goed alternatief.

Wat was jouw mooiste wandeling van 2020?

Graafschapspad etappe 3: Borculo – Mariënvelde

Route: Graafschapspad
Afstand: 18 km
Start: Busstation Borculo
Eind: Centrum Mariënvelde

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

In de auto onderweg naar Mariënvelde valt de regen gestaag. Als we de fietsen van de auto halen in Mariënvelde, lijkt het even droog, maar dat is slechts een korte onderbreking. Als we de 15 kilometer naar Borculo afleggen, blijkt het nog niet uitgeregend te zijn. De poncho’s hebben we niet voor niets meegenomen. In Borculo zetten we de fietsen bij het busstation en beginnen aan de etappe terug naar Mariënvelde. Het regent nog een beetje en dit zal de eerste paar kilometers nog zo blijven. Gelukkig klaart het daarna op en lopen we die middag zelfs in de zon.

Vanaf het busstation is het niet ver naar het centrum. We komen langs een oude kerk, waarvoor een beeld staat van een meisje met de restanten van een gebouw. De plaquette spreekt over de stormramp van Borculo. Het klinkt ernstig maar zegt ons niets. Nog niet. We lopen verder door kleine straatjes, steken de Berkel over en komen langs twee oude molens met waterrad. In de molengebouwen zit tegenwoordig een Michelinrestaurant. Geen gekke plek.

Oude molens in Borculo

Als we bij een nieuwer gedeelte van de plaats komen, stuiten we op het cycloonpark. De stormramp waar het beeld voor de kerk naar verwees, wordt hier in tekst en foto’s uit de doeken gedaan. Een stalen cycloon maakt het af. Op 10 augustus 1925 raasde er een tornado door Borculo. Er waren drie doden en vele gewonden. De ravage was enorm. Op de plek van dit park zijn toentertijd noodwoningen gebouwd. Het park is in 2019 helemaal opgeknapt.

Het meisje voor de kerk in het centrum

Cycloonpark

Het is droog als we Borculo uitlopen. Via een bospad komen we bij Boerderijmuseum de Lebbenbrugge. De oude boerderij uit de middeleeuwen is al sinds 1934 een museum. Vanwege de maatregelen is het helaas gesloten. Het museum ligt aan het riviertje de Slinge. Op een bordje lezen we dat deze omgeving als mooiste plekje van Gelderland 2020 is gekozen. Een goede plek voor koffie. Op een bankje aan de rivier pakken we de thermosfles en koekjes erbij en nemen de omgeving in ons op.

De Slinge

Over plattelandswegen lopen we richting Ruurlo. Vlak voor de plaats, op een bospad, komt er een klein hondje met enorme vaart op mij afgerend. Ik ben niet zo’n fan van honden, of ze nu groot of klein zijn. Ik probeer hem dan ook te negeren, maar hij vindt mij veel te interessant en springt enthousiast tegen me op. Ik kom niet meer van hem af. Weglopen, stilstaan, het beest blijft me bespringen. “Puck, Puck, Puck” klinkt het in de verte. Zijn bazinnetje blijft maar roepen, maar het beest negeert haar compleet. Als ze eindelijk bij me is en Puck aanlijnt, verontschuldigt ze zich, het is een jonge hond. Ik denk alleen maar: volgende keer weer de dazer mee.

In Ruurlo lopen we door de hoofdstraat. Er blijkt een lunchroom open en we halen een cappuccino-to-go. In het zonnetje op een bankje op het kerkplein genieten we van de koffie en onze lunch. We zijn niet de enige die afhalen. Goed om te zien dat de brasserie het druk heeft in deze tijd.

Zicht op Ruurlo

Langs het plein loopt het Liefdespad. De 5 kilometer lange route voert de wandelaar langs diverse kunstwerken in en om Ruurlo. De kunstwerken hebben als doel je dichter bij de liefde te brengen. Niet alleen de liefde voor elkaar, maar ook voor de natuur, voor de techniek , etc. Een wandeling om te onthouden, bijvoorbeeld in combinatie met Museum MORE.

Liefdespad

Het museum zit in Kasteel Ruurlo waar de etappe (en het Liefdespad) langskomen. Het is een museum voor modern realisme. Te midden van de gekleurde bomen ligt het oude pand er mooi bij. Lange, rechte plattelandswegen volgen en zorgen voor een aantal niet heel enerverende kilometers. We lopen een stukje gelijk op met het Trekvogelpad maar zien weinig andere streekpad- of LAW-wandelaars. Een schouwpad langs de Baakse Beek is een welkome afwisseling.

Baakse Beek

Waar in de Baakse Beek nog water stond, is dat bij de sloten die volgen wel anders. Alles staat droog. Het is een vreemde gewaarwording bij een brede sloot waarlangs we over een graspad lopen. De boer van dit land zag het voordeel er wel van in. Er is flink gehekkeld. Al het riet en andere planten die in de sloot stonden, liggen nu op de kant, op het graspad. Het maakt het wandelen tot een kleine survivaltocht.

Een droge sloot en een survival-graspad

Het laatste stuk tot aan de Tolhut in Mariënvelde lopen we over wegen met namen die eindigen op ‘dijk’, zoals de Semmeltjesdijk en de Scheiddijk. Dit waren voorheen ook echte dijken. De lager gelegen gebieden in deze omgeving hadden een slechte afwatering en waren te nat om wegen in aan te leggen. Er werden dijken gebouwd waar de wegen over heen liepen. Het gebied tussen Ruurlo en landgoed Slangenburg (hier komen we de volgende etappe langs) was uitgesproken vlak en wordt daarom ook wel ‘het vlakke midden’ genoemd. Bij café de Tolhut verlaten we de route en overbruggen de paar honderd meter naar Mariënvelde waar we vanmorgen de auto geparkeerd hebben.

Na deze ietwat saaie etappe kijken we uit naar de volgende. Wat heeft de Achterhoek nog meer in petto?

Lange rechte wegen

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.

Elke Maand Een … | Fladderiep

Elke Maand Een: Foto
Waar: In de buurt van Borculo

De oudste eik van Nederland staat bij Kasteel Doornenburg in Gelderland en is tussen de 300 en 400 jaar oud. Het Pieterpad loopt er vrijwel langs, waardoor de boom zich op heel wat aandacht mag verheugen van een almaar groeiende groep wandelaars. De hoogste boom van Nederland krijgt zo mogelijk nog meer aandacht. De spar staat direct achter de Koninklijke Stallen bij Paleis Het Loo in Apeldoorn en is ruim 50 meter hoog. Nederland kent nog veel meer bomen die op hun eigen manier uniek zijn. Zo kennen de meeste mensen de boom die alles zag: getuige van de Bijlmerramp en de Anne Frankboom: de paardenkastanje waar Anne Frank op uitkeek vanuit het Achterhuis. En laten we niet de dikste fladderiep van Nederland vergeten.

De boom met de tot de verbeelding sprekende naam staat in de Achterhoek, in de buurt van Borculo. Ik kwam hem tegen op een zaterdag in februari, toen ik de etappe Laren – Borculo liep van het Graafschapspad. Mijn aandacht was gericht op Borculo. En in het bijzonder het busstation van de plaats, waar 20 minuten later de bus zou vertrekken die mij terug zou brengen naar mijn auto. Een uur langer wachten op de volgende bus wilde ik vermijden. Er was onstuimig weer voorspeld later die middag.

In haastige pas passeerde ik de unieke boom, tot iets mij deed omkijken. Een knoestige stam en lange kale takken torenden statig boven een groen bord uit, dat wel een likje verf kon gebruiken. Op het bord de gegevens van de boom in een notendop. Omtrek, hoogte en plantjaar stonden zakelijk opgesomd. Erboven zijn naam, Ulmus laevis, gevolgd door een tweede naam tussen aanhalingstekens, Fladderiep. Door de aanhalingstekens dacht ik gelijk aan een bijnaam. Toegegeven, Fladderiep ligt beter in het gehoor dan het lange en saaie Ulmus laevis.

De feiten zijn indrukwekkend. De boom is zo’n 185 jaar oud, 34 meter hoog en met een omtrek van 600 cm de dikste fladderiep van Nederland. Ik maak een foto van boom en bord en loop snel verder naar Borculo. Op het nippertje haal ik mijn bus. Thuis lees ik dat een fladderiep makkelijk 30 meter hoog wordt en slechts in een paar streken in Nederland voorkomt. Omdat de boom niet ziek wordt van de iepziekte, verwacht men een opmars van deze soort.

Hoe de boom aan zijn naam komt, kan ik niet achterhalen, maar zo’n naam zou niet misstaan in een sprookje of de verhalen van Annie M.G. Schmidt. Ik zie de wereld al voor me waar eenhoorns, draken en fladderiepen door de lucht zweven. Het zou dé kans zijn voor zo’n boom om eens wat van de wereld te zien. De Achterhoekse fladderiep staat al een kleine 200 jaar op dezelfde plek en is voor zijn afleiding afhankelijk van omwonenden, wandelaars en wellicht enkele witte wieven. Dat kan soms best wel eens saai zijn voor zo’n boom.

Ik kan me zo voorstellen dat deze fladderiep zijn eretitel daarom met open armen heeft ontvangen. Als je eenmaal in het rijtje van illustere Nederlandse bomen staat, stromen de bezoekers toe. Bezoek je de Achterhoek, dan ook de dikste fladderiep van Nederland. Selfies met de boom, hem even aanraken, proberen je armen om hem heen te slaan. Het is een gouden formule.

Die zaterdag dat ik er was, trof ik de fladderiep alleen. Opgewekt bekeek de boom zijn eerste bezoeker van de dag. Hij maakte zich al klaar voor een omhelzing of in ieder geval een selfie. Maar helaas. De wandelaar pakt haar telefoon, maakt slechts één foto en voor hij het wist was ze er weer vandoor. Met grote haast ook, alsof ze een trein moest halen. De boom keek haar na en schudde zijn takken. Die jeugd van tegenwoordig …

Net als vorig jaar is de Elke Maand Een …- uitdaging in 2020 een combinatie van eerdere uitdagingen. Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Ook dit jaar komen alle eerdere categorieën aan bod. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Graafschapspad etappe 2: Laren – Borculo

Route: Graafschapspad
Afstand: 22 km
Start: Bushalte Dorpsstraat, Laren
Eind: Busstation Borculo

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

In januari liepen we de eerste etappe van het Graafschapspad. Het was ijzig koud. We waren verkleumd toen we in Laren aankwamen. We zijn nu een paar weken verder en er zijn vandaag hogere temperaturen voorspeld. Misschien wel een zonnetje. Wij doen het ervoor. Langs de kerk lopen we het drukke centrum van Laren uit, gaan onder de N332 door en staan in de natuur.

Over plattelandsweggetjes, sommige verhard, andere niet, wandelen we richting Exel. Zoals waarschijnlijk vele wandelaars voor ons maken we de grap over het Microsoft Office programma en lopen zo het kleine dorpje weer uit. Een pad door het bos leidt ons langs één van de vele beukenhagen die we vandaag tegenkomen, naar Hoeve Coeverden.

Bij de hoeve is een informatieplek ingericht. Op een briefje met de aanhef ‘Dag wandelvrienden’ wordt de oorsprong van de hoeve uit de doeken gedaan. Het staat op landgoed Ampsen en stamt uit 1874. De eigenaren zijn actieve wandelaars die de boerderij gebruiken als uitvalsbasis voor wandel- en klimtochten in Europa en de Himalaya. Zo kijk je toch weer heel anders tegen zo’n oude boerderij aan langs de route.

Wij lopen verder, passeren havezate Ampsen en een koepad en zien dan de industrie van Lochem liggen. Het oogt niet heel aantrekkelijk, maar er is vast koffie. Via het Twentekanaal lopen we de plaats in waar we een oude bekende zien: de Berkel. Aan weerszijden van de brug ligt een vistrap in de rivier. In meerdere lussen kunnen de beesten de hoogte overbruggen. Het ziet er creatief uit.

Een koepad

 

De vistrap in de Berkel bij Lochem

In Lochem vinden we inderdaad koffie. We warmen op in een van de cafés. Het weer is nog niet zo aangenaam als voorspeld was. Maar als we na de koffie weer buiten staan, schijnt zowaar een voorzichtig zonnetje. Op het plein naast de indrukwekkende kerk staan de terrassen al klaar. Of zouden die er het hele jaar staan?

Door een wijk met prachtige huizen, waaronder een B&B met torenkamer, lopen we Lochem uit. Een echtpaar in vol wandeltenue komt ons tegemoet. De man heeft in zijn hand hetzelfde boekje als ik. Hij ziet het ook en groet enthousiast met zijn boekje. Zij gaan naar Lochem, wij naar de bergen. De route loopt namelijk over zowel de Lochemse Berg als de Kale Berg. In de aanloop naar de eerste berg lopen we door glooiend akkerland. Met het zonnetje dat steeds vastberadener schijnt, ziet het er mooi uit.

In aanloop naar de Lochemse Berg

De bergen (49 en 46 meter hoog) zijn beide bebost, ook de Kale Berg. Stijgend en dalend vragen wij ons af waarom hij dan toch die naam heeft. Verder dan dat ‘kale’ waarschijnlijk een andere betekenis had, zoals ‘vol met wolven’ (om maar iets te noemen), komen we niet. De Witte Wievenkoele, aan de flank van de Kale Berg, trekt onze aandacht. Volgens oude verhalen kun je hier in nachtelijke uren de Witte Wieven tegen het lijf lopen. Nu ziet de grote kuil er vredig en verlaten uit.

Een beboste Kale Berg

Aan de voet van de Kale Berg ligt Barchem. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het plaatsje blijkt een bakker, supermarkt en zelfs een hotel-restaurant te hebben, met de authentieke naam ‘In de Groene Jager’. Wij hebben de Lochemse koffie al achter de kiezen en lopen door, weer het bos in.

Een aarden walletje is bezaaid met krokussen en sneeuwklokjes. Het is een mooi gezicht. Dat vinden andere wandelaars ook. Op hun hurken maken ze met hun smartphone verschillende close-up foto’s van de paars-witte pracht. Kort daarvoor had ook ik de paarse bloemetjes op dezelfde manier gefotografeerd.

Het laatste deel naar Borculo gaat via plattelandsweggetjes en diverse boerderijen die allemaal een naam hebben. Handig bij de routebeschrijving. We steken de Slinge over, een zijrivier van de Berkel en komen weer langs een mooi landhuis, Huize Beekvliet. Eén van de vele deze etappe. Een paar kilometer voor Borculo staan we oog in oog met de dikste Fladderiep van Nederland. Met een omtrek van 600 cm blijkt de circa 185 jaar oude boom enig in zijn soort.

De dikste Fladderiep van Nederland

Na de Fladderiep zetten we de pas erin. De bus in Borculo gaat één keer per uur en zo lang hebben we niet meer tot de volgende gaat. Met een paar minuten speling halen we de bus op het busstation. Van Borculo zelf zien we niet veel. We besluiten de volgende etappe wat meer tijd te nemen voor dit historisch plaatsje.

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.

Graafschapspad etappe 1: Zutphen – Laren

Route: Graafschapspad
Afstand: 20 km
Start: Station Zutphen
Eind: Bushalte Dorpsstraat, Laren

In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.

Het is ijzig koud als we het station van Zutphen uitstappen. Ons doel is om eerst het begin van het Graafschapspad te vinden: de St. Walburgiskerk. Het Graafschapspad maakt weliswaar een rondje maar het boekje begint en eindigt in het centrum van Zutphen. En wij dus ook. De kerk is bekend terrein voor me. In diezelfde zomer van 2018 vond ik hier meerdere gedichten. Met een vriendin liep ik toen de poëzieroute van Zutphen.

Ida Gerhardt en de St. Walburgiskerk

Vanaf de kerk leidt de route ons dwars door het oude centrum en langs de stadsmuur. Het blijft een mooie stad. De Berkelruïne met de bootjes doet buitenlands aan. Dit was één van de twee waterpoorten van Zutphen en sinds een paar jaar toegankelijk voor publiek. Wij lopen door. Via een waterrijk park met recreatievijver de Grote Gracht en een flatwijk komen we bij de Berkel uit.

Berkelruïne

Over het schouwpad volgen we de rivier. Ganzen vliegen over, we komen een enkele hardloper tegen, maar verder is het stil. En grijs. En koud. Het één zal wel verband houden met het ander. We komen meerdere markeringen van andere wandelingen tegen, waaronder de dagwandeling van het Hanzestedenpad ‘De Hoofdige Boer’. Een naam die we later in de wandeling nog tegen gaan komen.

Schouwpad langs de Berkel

Langs de Berkel zien we grote huizen staan, waaronder een paar buitenplaatsen. Zo ligt Huis de Voorst er indrukwekkend bij. Via glooiende akkers en rechte bospaadjes lopen we naar Almen.

Huis de Voorst

 

Een kaarsrecht bospad

We zijn de plaats nog niet binnen of we worden begroet door een viertal dichtregels. Ze blijken van de 19e -eeuwse dichter A.C.W. Staring te zijn die in dit gebied woonde. De regels komen uit het gedicht met de ons inmiddels bekende naam ‘De Hoofdige Boer’. Ook de rest van de plaats heeft Staring in zijn armen gesloten. Er is een museum gewijd aan de dichter en het plaatselijke hotel heet – uiteraard – De Hoofdige Boer. Wij besluiten er op te warmen en genieten er van een cappuccino. Ons uitzicht bestaat uit een parkje met nog enkele dichtregels van de dichter.

Dichtregels uit ‘De Hoofdige Boer’ van A.C.W. Staring

Na Almen lopen we via Landgoed De Almense Mölle, waar ooit twee molens stonden, weer richting de Berkel. Hier volgt de route wederom het schouwpad. Her en der zien we kanosteigers en krijgen zin om bij warmer weer hier eens te gaan kanoën.

Landgoed de Almense Mölle

Dan verlaten we de Berkel, steken het Twentekanaal over en volgen de lange doorgaande weg richting Laren. Het laatste stuk gaat wederom over een schouwpad, ditmaal langs een klein slootje met de welluidende naam ‘Molenbeek’. We naderen Laren vanuit het westen en lopen door tot aan het standbeeld van Albert Mol. De acteur, danser, cabaretier en schrijver woonde in Laren. Zijn lachende beeltenis herinnert de voorbijganger hieraan.

Albert Mol in Laren

Vlakbij Albert pakken we de bus. We kijken terug op een mooie etappe, met af en toe wat saaie stukken langs lange wegen. Bij een zonnetje ziet het er ongetwijfeld nog mooier uit. Wie weet wat de tweede etappe ons brengt.

Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.