Groene Wissel Medemblik: historie aan het IJsselmeer

Route: Groene Wissel Medemblik: IJsselmeer en Groote Vliet
Afstand: 14 km
Start: TOP Gemaal Lely Medemblik
Eind: TOP Gemaal Lely Medemblik

Het Noord-Holland boven Amsterdam is voor mij onbekend wandelterrein. De enige rondwandeling die ik er ooit liep was de Groene Wissel Texel-Oudeschild. Hoog tijd dus voor een nadere verkenning. Op een zonnige ochtend besluiten we een rondwandeling bij Medemblik te lopen. Dit oudste stadje van West-Friesland aan het IJsselmeer blijkt een schot in de roos.

We parkeren de auto bij de TOP Gemaal Lely aan het IJsselmeer en op loopafstand van Medemblik. Na een blik op het IJsselmeer geworpen te hebben, lopen we via het stoomtramstation het stadje in. Deze historische stoomtram rijdt tussen Medemblik en Hoorn. We wandelen langs vele historische gebouwen zoals het stadhuis uit 1939, het stationsgebouw en kasteel Radboud. De route laat dit kasteel links liggen, wij lopen er een rondje omheen en dat is zeker de moeite waard.

Stadhuis Medemblik

Het kasteel is gebouwd in 1288 en was een van de dwangburchten van Floris V. Het diende als steunpunt waaruit hij de pas onderworpen West-Friezen in het gareel kon houden. De naam Radboud gaat terug naar koning Radboud van de Friezen. Volgens de legende is het kasteel gebouwd op de funderingen van de burcht van deze koning. Wat er nu nog staat, is slechts een klein gedeelte van het oorspronkelijke gebouw.

Kasteel Radboud

Wat ons opvalt is dat er veel water is in Medemblik. We lopen langs allerlei grachtjes en vaarten en overal liggen bootjes. Deze wateren zullen wel een open verbinding hebben met grotere wateren en wellicht het IJsselmeer. Een bootje is dan natuurlijk aantrekkelijk.

In Medemblik

Maar we komen niet alleen kleine bootjes tegen. Medemblik heeft een grote jachthaven waar de route langsloopt. De meest grote zeiljachten en motorboten liggen aan de steigers. Het is half negen ‘s ochtends en net wakker geworden booteigenaren lopen met hun toilettas en handdoek naar het toiletgebouw voor een frisse douche.

Haven Medemblik

De route loopt een groot stuk langs het IJsselmeer. Over schelpenpaadjes lopen we dicht langs het water en zien vele vogels op het water dobberen. In de verte varen zeilboten en zien we de contouren van windmolens aan de horizon. Het is een mooi gezicht met het zonnige tegenlicht.

Langs het IJsselmeer

Onderweg komen we het nog steeds werkende stoomgemaal Vier Noorder Koggen tegen waar nu het Nederlands Stoommachinemuseum in gevestigd is. Interessant, maar voor een andere keer. Op een bankje met uitzicht op heel veel ganzen en een hoop lepelaars drinken we onze koffie. Geen verkeerde pauzeplek.

Stoomgemaal Vier Noorder Koggen

We doorkruisen het dorpje Onderdijk waar kinderen op schoolreisje zich goed vermaken in de grote speeltuin. Onderdijk ligt tussen het IJsselmeer en het binnenmeertje (en natuurgebied) de Groote Vliet in. In het dorp zelf is, net als in Medemblik, veel water te vinden. En uiteraard bootjes. Wij lopen via fietspaden en kleine graspaden in het natuurgebied de Groote Vliet weer richting Medemblik. Onderweg horen we vele rietvogels.

Groote Vliet

Via landweggetjes en buitenwijken bereiken we weer het oude centrum van Medemblik. Het is inmiddels een stuk drukker geworden. Om ons heen klinkt veel Duits maar we horen ook Engels en Deens. Op een terrasje bij de Kwikkelsbrug strijken we neer voor een welverdiende lunch. We hebben zicht op de brug die meerdere malen opengaat om boten door te laten. Om ons heen zitten veel vakantiefietsers. Onderweg kwamen we er ook al een groot aantal tegen. Noord-Holland is blijkbaar een goed gebied om doorheen te fietsen. Maar dat geldt ook zeker voor wandelen.

Deze Groene Wissel heeft ons verrast. De combinatie van historisch stadje, uitgestrekte IJsselmeerkust en het waterrijke achterland maken deze rondwandeling zeer de moeite waard. En dit gebied smaakt naar meer. Onderweg zagen we de aanduidingen voor het Streekpad Westfriese Omringdijk dat over dijken om West-Friesland loopt. Dat pad klinkt ook aantrekkelijk.

Welke rondwandelingen in Noord-Holland kunnen jullie mij aanbevelen?

Benieuwd naar de andere Groene Wissels die ik heb gelopen? Je vindt ze hier.

Pionierspad etappe 11: De Kemphaan – Muiden

Route: Pionierspad
Afstand: 24 km
Start: Bushalte De Kemphaan Almere
Eind: P+R Muiden

In 2019 is het Pionierspad van Steenwijk naar Muiden vernieuwd. De Lange Afstandswandeling van 217 kilometer volgt het spoor van de pioniers in de polder. Je loopt dwars door Flevoland over de voormalige zeebodem. De LAW gaat door polderlandschappen en (nieuwe) natuurgebieden. Het Pionierspad vormt samen met het Friese Woudenpad en het Floris V-pad, het Diagonaalpad. De naam zegt het al, het pad loopt diagonaal door Nederland van de noordoosthoek naar het zuidwesten. Er is op dit moment geen wandelboekje van deze (vernieuwde) route verkrijgbaar. Op wandelnet.nl vind je wandelkaarten en de GPX-bestanden.

In maart wilden we de drie laatste etappes van het Pionierspad lopen. Slecht weer gooide roet in het eten en we liepen er twee. De laatste etappe lag al een paar maanden te lonken en op een mooie doordeweekse junidag geven we toe. We parkeren de auto op de P+R Muiden en nemen de bus naar De Kemphaan in Almere.

Het is zonnig weer en niet te warm op deze allerlaatste Pionierspad etappe. Mooi wandelweer dus. Vanaf de bushalte De Kemphaan doorkruisen we het zuiden van Almere, vrijwel alleen via parken. We lopen door het Vliegerbos, het Beginbos maar ook het Vroege Vogelbos. Wat opvalt is dat overal meters hoge bereklauw groeit. Het is een bos op zich. Hier en daar is geprobeerd het weg te halen maar de eerste plantjes steken alweer de kop op. Een bankje is ten prooi gevallen en ook een omgevallen boom. Toen we in maart door het Almeerderhout liepen, is ons dit helemaal niet opgevallen. Maar dat was waarschijnlijk ook niet de goede tijd van het jaar.

Waar de parken niet in elkaar overgaan, overbruggen we de afstand over een stuk industrieterrein of langs een volkstuintjescomplex. Het is tamelijk rustig in de parken, dat zal in het weekend wel anders zijn. We komen nu voornamelijk hondenuitlaters en fietsers tegen. En veel laagvliegende vliegtuigen. Om de haverklap vliegt er een exemplaar richting Schiphol. Je went er vast aan als je hier woont, maar het bleef ons opvallen. Gedurende de hele etappe, dus ook in Muiderberg en Muiden, kwamen regelmatig lawaaiige schaduwen overvliegen.

Het laatste Almeerse park voor de brug naar Noord-Holland is het Kromslootpark. Het doet veel meer aan een natuurgebied denken dan aan een park. Te midden van moerasgebied met vlieren en wilgen, lopen over kleine paadjes Engelse schapen rond. Ze zijn niet onder de indruk van ons als wandelaars en blijven rustig staan. Een vogelaar met grote lens loopt voorbij en ook wij zien en horen veel vogels in het gebied. We komen uit bij de dijk van het Gooimeer en zien in de verte de Hollandse Brug naar Noord-Holland al liggen.

In het Kromslootpark

We lopen langs het Gooimeer naar de brug en samen met een hoop fietsers in alle soorten en maten, scooters en natuurlijk de auto’s op de naastgelegen A6, steken we het water over. Op deze plek gaat het Gooimeer over in het IJmeer.

Gooimeer

We slaan af naar Muiderberg en lopen bijna tot aan Muiden vlak langs het IJmeer over een grasdijk. Het water ligt er mooi bij met dit weer. Zeilboten varen voorbij, surfers (wind en kite) maken dankbaar gebruik van de wind en in de strandtent bij Muiderberg is het gezellig druk.

Halverwege Muiderberg herkennen we het pad. Hier liepen we begin 2018 ook met het Westerborkpad. Toen was de grond erg modderig, nu zorgt de droogte voor de nodige scheuren in de bodem. Het valt ons op dat er langs de dijk meerdere kleine strandjes zijn, dat herinneren we ons niet van de vorige keer. Wel zien we net als toen Pampus duidelijk liggen. Als het Muiderslot in zicht komt, zien we ook de tankversperring, opgeworpen tijdens de mobilisatie in 1939–1940. Puntige stalen palen in beton wijzen naar het oosten en moesten de vijand tegenhouden.

Tankversperring met aan de horizon het Muiderslot

Bij Muiden leidt het Pionierspad ons langs het Muiderslot. Het kasteel uit de 13e eeuw, waar Floris V gevangen heeft gezeten en – vier eeuwen later – dichter en toneelschrijver P.C. Hooft heeft gewoond. We lopen over de wallen en krijgen een mooi inkijkje in de tuinen. In het oude plaatsje zelf nemen we bij hetzelfde tentje als vijf jaar geleden cappuccino met appeltaart. Alleen dan op het terras met uitzicht op de gracht, in plaats van binnen in het eeuwenoude pand. Er valt namelijk wat te vieren: het Pionierspad is volbracht!

Muiderslot

Toen we begonnen aan het pad waren we benieuwd naar Flevoland, we kenden de provincie niet als wandelgebied. Ik verwachtte lange rechte polderwegen. Inmiddels is ons beeld helemaal bijgesteld. De lange rechte wegen waren er zeker, maar we ontdekten ook veel historie (Schokland, Waterloopbos) en natuur zoals het Horsterwold, het grootste loofbos van West-Europa en de Oostvaardersplassen. Daarnaast werden we verrast door het groen en de (landschaps)kunst in Almere en uiteraard de vele kleine onverharde paadjes die Flevoland ook kent. Dit pad heeft mijn beeld van Flevoland helemaal veranderd. Dus ben je toe aan iets anders? Overweeg dan eens het Pionierspad.

Benieuwd naar de andere etappes van het Pionierspad? Kijk dan hier.

2021 | Terugblik op mijn wandeljaar

Groene Wissel Texel Oudeschild

Net als 2020 was 2021 weer een echt wandeljaar. Naast de rondwandelingen op Klompenpaden, Groene Wissels, Trage Tochten en Knapzakroutes, liep ik weer eens een wandeling uit een wandelboekje van Gegarandeerd Onregelmatig, rondde twee Streekpaden af en liep verder op de resterende LAW’s en Streekpaden waaraan ik al eerder was begonnen. Als klap op de vuurpijl wandelde ik eindelijk weer eens buiten Nederland. En hoe! Lees hieronder alles over mijn wandeljaar.

Streekpaden

Noardlike Fryske Wâlden Streekpad tussen Buitenpost en Twijzel

In mijn terugblik van 2020 uitte ik een aantal wandelwensen voor 2021. Zo wilde ik het Westerwoldepad en het Graafschapspad uitlopen. Dat is gelukt. In juni liep ik de laatste zonovergoten etappe van het Graafschapspad tussen Doesburg en Zutphen. De Achterhoek is een mooie streek, het Graafschapspad een afwisselende route die naast aardig wat verharde paden ook regelmatig de onverharde paden aanhield.

Het resterende gedeelte van het Westerwoldepad liep ik in het voorjaar op twee, qua weer, heel verschillende dagen. Dit deel van Groningen heeft mij echt verrast. Een aanrader voor wie op zoek is naar een nieuw, niet al te lang Streekpad in een voor velen onbekend gebied.

Op het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad zijn we weer wat verder gekomen. Inmiddels zijn we in Surhuisterveen aanbeland. Met nog vier etappes te gaan, lopen we dit pad volgend jaar of in ieder geval in 2023 uit.

LAW’s

Marskramerpad tussen Beekbergen en Hoog Buurlo

Van het Marskramerpad hebben we dit jaar in vergelijking met 2020 het dubbele aantal etappes gewandeld: twee! In mei wandelden een vriendin en ik in twee etappes vanuit Deventer de Veluwe op. Met Radio Kootwijk in zicht eindigden we ons weekend met de afspraak om in 2022 minimaal dit aantal etappes te evenaren.

Van het Pieterpad hebben we er dit jaar weer vijf etappes op zitten. Niet alleen liepen we eindelijk de eerste etappe van dit pad maar we eindigden ook bij de grote rivieren. Voor een dagje wandelen wordt het nu echt te ver rijden. Volgend jaar willen we dit pad in weekendjes verder lopen.

Het Pionierspad bracht ons in 2021 verder de polder in. Na vier etappes zijn we geëindigd op een lange rechte polderweg met windmolens in aanbouw in de Flevopolder. Volgend jaar gaat we verder naar Lelystad en Zeewolde. Ik ben benieuwd hoever we dan komen.

Rondwandelingen

Knapzakroute Linde-Zuidwolde: De Reest vanaf het kerkenpad

Net als in 2020 heb ik ook dit jaar weer veel meer rondwandelingen gemaakt en beschreven. Zo liep ik bij Veenhuizen een wandeling uit het Gegarandeerd Onregelmatig wandelboekje Te gek om te los te lopen. Het werd een gezellige, prachtige maar ook zeer modderige en vochtige wandeling. Ook liep ik een aantal Knapzakroutes in Drenthe, waaronder de prachtige K33 Linde-Zuidwolde in het Reestdal.

Met vijf Groene Wissels ontdekte ik o.a. Texel op een prachtige voorjaarsdag, het gebied rondom het Overijsselse Den Ham bij hartje winter en het Friese Blauwe Bos bij Haulerwijk. Met dertien Trage Tochten zag ik weer hele nieuwe kanten van Gelderland, Overijssel, Drenthe, Flevoland en Friesland. Met name de prachtige Renderklippen, het zeer avontuurlijke Broekland, de winterse Woldberg en het verrassende Beetsterzwaag met een onverwachte rondleiding zijn me bijgebleven.

Trage Tocht Woldberg bij Steenwijk

Qua Klompenpaden evenaarde ik het aantal van vorig jaar. Ik liep er wederom twaalf. Er zaten weer pareltjes tussen. Het Bekbergerpad op een voorjaarsdag was werkelijk prachtig, maar ook het Ugcheler Markepad en het Beekweidenpad waren erg mooi. Het Klompenmakerspad in de mist leverde een bijzondere ervaring op en een ontmoeting met Tinus het varken (de eigenaar noemde in een reactie de naam van het beest).

Buitenland

Zwitserland: rondwandeling Jolischlucht boven Raron

In oktober gingen we een weekje naar Zwitserland. We hebben er optimaal gebruik gemaakt van de wandelmogelijkheden. Al op de heenweg liepen we een Traumpfad in de Eifel. Was het toen nog grijs en enigszins nat, eenmaal in Zwitserland hadden we voornamelijk zon en blauwe luchten. We liepen door ravijnen, over een lange hangbrug, rondom een stuwmeer geflankeerd door bomen in prachtige herfstkleuren en langs twee pittoreske irrigatiekanalen met historie. Heerlijk!

Kortom, het was een mooi en afwisselend wandeljaar. Ik hoop dit in 2022 voort te zetten. Zoals altijd blijkt er nog veel te ontdekken in Nederland maar ook in de landen om ons heen.

Wat waren de hoogtepunten van jouw wandeljaar 2021?

Groene Wissel Texel Oudeschild: wandelen tussen de tuunwallen

Route: Groene Wissel Texel Oudeschild: Waddenzeedijk en Hoge Berg
Afstand: 13 km
Start: Kruising Redoute en Schansweg bij Oudeschild
Eind: Kruising Redoute en Schansweg bij Oudeschild

Duidelijk Texel

We zijn een dagje op Texel en wat is een betere manier om het eiland te verkennen dan te voet? We zijn op bezoek bij een kampeerder op een camping bij Oudeschild. Vanaf de camping is het niet ver naar de Groene Wissel Oudeschild. We laten de caravan voor wat hij is en lopen bij Hollandse luchten met zijn drieën en een hond richting de Waddenzeedijk. Hier pikken we na een kilometer de route op.

Waddenzeedijk

Vanaf de dijk zien we aanvankelijk de zee niet. Er zijn werkzaamheden om het duingebied te verbreden. Helmgras en wat dies meer zij, wordt aangeplant. Je ziet dat het mooi wordt. Na een tijdje komt de zee in zicht. Bij een stralend zonnetje lopen we over de lange rechte dijk. Witte schapen vormen een duidelijk contrast met het groene gras en de blauwe lucht. Het water schittert in de zon, heerlijk!

Werkzaamheden langs de kust

In de verte zien we Oudeschild al liggen. De route leidt ons langs twee kerken, door pittoreske straatjes, langs een molen en natuurlijk de haven waar meerdere schepen afgemeerd zijn. Oudeschild is de thuishaven van de Texelse vissersvloot en we zien ook enkele vissersboten liggen.

Oudeschild

Hoewel de boot naar Texel half leeg was, is het hier redelijk druk. De toeristen lijken zich in deze haven te verzamelen. Op de trappen, de bankjes en de kade zitten mensen met een kopje koffie, uitkijkend over het water, genietend van het zonnetje. Ik geef ze geen ongelijk!

Haven Oudeschild

De route loopt verder richting de jachthaven, waar slechts enkele boten liggen. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen. Een houten wegwijzer geeft de afstand aan naar UNESCO Werelderfgoed zoals de Dolomieten (862 km), de Grand Canyon (8395 km) en de Galapagos eilanden (10.448 km). Ook de Waddenzee is UNESCO Werelderfgoed, slechts 0,1 km van ons verwijderd.

UNESCO Werelderfgoed

Na een fietspad over de Waddenzeedijk slaan we af de polder in bij het natuurgebied Ottersaat. In deze zoute kwelplas met eilandjes komen veel verschillende vogels voor. Hierna volgen lange rechte enigszins saaie asfaltwegen met hier en daar narcissen om de boel wat op te vrolijken. Gelukkig lopen we nu richting het zuiden en hebben we de fikse noorderwind mee.

We komen langs een zelfpluktuin en de Texelse bierbrouwerij. In het glooiende landschap van natuurgebied De Hoge Berg zien we de eerste tuunwallen. Dit zijn van plaggen gemaakte afscheidingen tussen twee percelen grond. Ze zijn uit nood geboren. Het grondwaterpeil ligt hier laag waardoor sloten graven geen optie was. Ook was er weinig hout voorhanden voor hekken. De komende kilometers zijn de paadjes waarover we lopen omzoomd door deze wallen, waardoor je het idee van een holle weg krijgt. Het doet me een beetje denken aan Ierland waar stenen muurtjes dezelfde functie vervullen.

Tuunwallen op De Hoge Berg

De Hoge Berg is een restant van een stuwwal uit de ijstijd. Het hoogste punt ligt op 15 meter boven NAP. Schapenboeren groeven hier drinkkolken voor de schapen en legden de tuunwallen aan. Het levert nu een karakteristiek landschap op. Met verbazing lopen we over de glooiende paadjes en kijken uit over het land.

We komen uit bij het Doolhof, een klein bosje uit de 18e eeuw dat zelfs in de Camera Obscura van Hildebrand wordt genoemd. Er staan bankjes in allerlei vormen en maten, waarvan er een aantal bezet zijn door stelletjes en gezinnen. In een grote diepe kuil spelen kinderen. Direct naast dit doolhof ligt het bijenhotel De Zandkuil waar je bij zonnig weer veel verschillende soorten wilde bijen en wespen ziet.

Bijenhotel De Zandkuil

Het is misschien nog twee kilometer tot aan het punt waar we op de route kwamen. Het paadje waar we in moeten is echter verboden voor honden. De kampeerder met hond kent Texel goed en neemt een omweg via Oudeschild. Wij gaan het paadje in en lopen zigzaggend over gemaaide stroken aan de randen van weilanden. We passeren kolkjes en bankjes. De middagzon laat het geheel fel oplichten. Wat een mooi gebied hier!

Een kolkje voor de schapen

We komen uit op de Schansweg die langs het fort De Schans loopt, een gerestaureerd verdedigingswallencomplex. Het werd in 1574 aangelegd in opdracht van Willem van Oranje om het eiland en de Reede van Texel te beschermen tegen de Spanjaarden. De Reede was een ankerplaats voor schepen die wachtten op gunstige wind om uit te varen. Ook werd hier vracht overgeladen van schepen die de ondiepe Zuiderzee niet konden bevaren.

Fort De Schans

Als we bij de Waddenzeedijk aankomen, zijn we rond. Dit is de plek waar we aan het begin van de middag de route oppikten. In 13 kilometer hebben we een heel afwisselend landschap van Texel gezien. De kampeerder met hond komt aanlopen van haar omweggetje en samen lopen we terug naar de camping.

Met rozige gezichten rijden we aan het einde van de dag weer de boot op, terug naar huis. Het voelt als een weekend weg, zo’n dagje Texel. Zeker met een prachtige wandeling waarbij je in een paar uur tijd zoveel verschillende kanten van het eiland ziet.

Benieuwd naar de andere Groene Wissels die ik heb gelopen? Je vindt ze hier.

Stationsgedicht

Soort gedicht: Muurgedicht / Stationsgedicht
Waar: Bussum
Dichter: Gaston Bannier

Stations, ik breng er veel tijd door. Op een gemiddelde werkdag vertoef ik toch – alles bij elkaar – zo een half uur op de verschillende treinstations die ik aandoe. Ook op andere dagen reis ik – als het even kan – met de trein naar mijn plek van bestemming. Zo ook tijdens het wandelen van het Westerborkpad dat tussen Amsterdam en voormalig Kamp Westerbork veelal het spoor volgt. Tijdens een van de etappes kom ik een bijzonder soort straatgedicht tegen: het stationsgedicht.

Straatpoëzie is bedoeld om een gevarieerd publiek kennis te laten maken met een gedicht, een dichter of wellicht iets te zeggen over de plek waar het betreffende gedicht hangt. In een willekeurige straat krijgt een gedicht aandacht van de voorbijganger die toevallig omhoog (muurgedicht) of omlaag (grondgedicht) kijkt. Velen zullen er echter, zonder het te weten, aan voorbij lopen.

Een station daarentegen is dé plek van de wachtenden. Op een trein of bijvoorbeeld een afspraak. Bij uitstek een locatie voor een gedicht. Ik zie ze dan ook steeds meer verschijnen, deze stationsgedichten. Sinds mijn eerste op station Kampen-Zuid, kijk ik op – voor mij nieuwe – stations altijd even bewust om me heen. Is er ergens een gedicht verscholen?

Op station Naarden-Bussum is het raak. Na een lange etappe vanuit Weesp via Muiden, Muiderberg en het Naardermeer stap ik op een koude januaridag in Bussum het bijzondere stationsgebouw binnen. Het kubistisch-expressionistische gebouw uit 1926 met de asymmetrische vormen, de indrukwekkende hal met bijzondere lampen en de glas-in-loodramen maakt dat ik even rustig om me heen kijk. Dan valt mijn oog op de twee muurgedichten in de stationshal die gebroederlijk naast elkaar hangen.

Beiden zijn van Gaston Bannier, kunstenaar, dichter en performer. Van 2013 tot en met 2015 was hij stadsdichter van de gemeente Bussum en heeft meerdere straatgedichten achtergelaten in deze plaats. Zo ook hier, op dit station. Vooral het korte gedicht spreekt me aan.

hier komen de verhalen uit hun huizen,
staan de stoelen klaar voor vertrek.
hier spreekt men af,
ergens in de tijd,
in het licht of in de duisternis,
als binnen op weg naar buiten is.

Gaston Bannier

Ik herken het treinleven dat ik zo goed ken. Een station is een plek waar mensen bij elkaar komen, die elkaar anders nooit ontmoet hadden. De trein is hun overeenkomst. Maar elke reiziger brengt zijn eigen verhaal mee. Een verhaal dat voor de andere reizigers vaak verborgen blijft. Starend naar hun telefoons wacht men op de trein, zit men in de trein en gaat zijns weegs.

Maar heel soms heb je geluk en komen niet alleen de mensen maar ook de verhalen naar buiten. Een vertraging wil hier nog wel eens bij helpen. Gezamenlijk leed maakt de tongen los. Althans dat is mijn ervaring. Elke dag stap ik in de trein met de stiekeme hoop op een verhaal. Ze zijn er. Overal. Ze moeten alleen hun weg naar buiten vinden.

Ik hou ervan, gedichten op onverwacht plekken. Poëzie, die soms letterlijk op straat ligt. Straatgedichten heten ze, ‘streetpoetry’ in het Engels. Instagram staat er vol mee. Ikzelf heb inmiddels ook een kleine fotoverzameling aangelegd. Kijk maar eens om je heen als je door een plaats of zelfs over een station loopt. Het zijn er meer dan je denkt en hun aantal groeit gestaag. In 2018 staat op deze blog elke maand een straatgedicht centraal (#EMES2018). De straatgedichten vind je hier. Welke straatgedicht is jou opgevallen?

Gedenkt te sterven

Soort gedicht: Muurgedicht
Waar: Hilversum
Dichter: Robert Grijsen

We zijn al vroeg uit de veren en arriveren nog voor de kerken ingaan op onze plek van bestemming: Hilversum. De plaats in Het Gooi is het beginpunt van onze vijfde etappe van het Westerborkpad dat ons vandaag over de provinciegrenzen leidt. Vanaf het station lopen we het centrum in. Het is stil op straat. Op enkele kerkgangers na. Wij lopen ze tegemoet als zij zich richting de Grote Kerk begeven. Zij gaan de kerkdeuren door, wij betreden de er tegenoverliggende begraafplaats.

Met de toepasselijke naam Gedenkt te sterven is deze oudste begraafplaats van Hilversum een oase van rust. Grote oude beuken bieden schaduw in warme zomers. De muur schermt de bezoeker af van het drukke stadsgewoel. Begraven wordt er al lang niet meer. In de Tweede Wereldoorlog vond de laatste begrafenis plaats. Her en der liggen nog enkele grafstenen maar de meeste graven zijn geruimd.

Bij de opening in 1792 lag de begraafplaats aan de rand van de stad. Tegenwoordig is het een klein, rustig stadspark aan de rand van het centrum. Het herbergt verschillende monumenten, waaronder enkelen uit de Tweede Wereldoorlog. Vandaar dat wij hier ook staan vandaag. Maar we vinden meer dan herinneringen aan de oorlog. Vlak voordat we de begraafplaats willen verlaten, stuiten we op een muurgedicht.

Gedenkt te sterven

Ontdek vandaag of morgen de verborgen
begraafplaats. Ga door het hek naar binnen.

Laat de stadsgeluiden voor wat ze zijn. Zeg
zachtjes: het is rustig hier – en het is rustig.

Dwaal rond, zie de zerken links en rechts,
de kleine monumenten, de dodenlantaarn.

Voel hoe eeuwen samensmelten tot een
onbestemde tijd. Sta stil tussen de beuken,

de machtige wachters die zo veel hebben
meegemaakt, die zo vertrouwd zijn met

verdriet om wat is kwijtgeraakt. Bedenk
dat je sterfelijk bent, dat je ooit moet gaan.

Ooit, later, maar nu nog niet. Loop langzaam
over het pad, naar het hek waar je begon.

Leg je hand op de oude koele muur, zeg
zachtjes dat je terugkomt, en verlaat deze

plek, deze tuin van iedereen. Vervolg je weg.
Word weer deel van de stad. Leef.

Robert Grijsen

1792 – 2017

Als stadsdichter van Hilversum van 2015 tot en met 2017 schreef Robert Grijsen verschillende gedichten voor de plaats. In het kader van het 225-jarig bestaan van de begraafplaats werd hij gevraagd een muurgedicht te schrijven voor deze bijzondere plek. In juni 2017 werd de plaquette onthuld door de burgemeester.

Robert Grijsen wilde met zijn stadsdichterschap laten zien dat poëzie niet alleen maar zwaar en moeilijk hoeft te zijn maar ook toegankelijk en leuk is. Ik denk dat hij met dit gedicht een heel eind is gekomen. Ik kijk na het lezen om me heen, zie de oude beuken staan, hoor de stilte. Even daarvoor waren wij al langs de zerken gelopen, hadden de monumenten op ons in laten werken. De eeuwen geschiedenis die deze plek meegemaakt heeft, komen even heel dichtbij.

En dan is het tijd om verder te gaan. Het grootste deel van de etappe van vandaag wacht op ons. Met dit toepasselijke gedicht voor de Westerborkpadwandelaar – stilstaan bij de sterfelijkheid van de mens is een rode draad tijdens dit pad – vervolgen wij onze weg en worden weer deel van de stad. “Leef” galmt het nog na in onze hoofden.

Ik hou ervan, gedichten op onverwacht plekken. Poëzie, die soms letterlijk op straat ligt. Straatgedichten heten ze, ‘streetpoetry’ in het Engels. Instagram staat er vol mee. Ikzelf heb inmiddels ook een kleine fotoverzameling aangelegd. Kijk maar eens om je heen als je door een plaats of zelfs over een station loopt. Het zijn er meer dan je denkt en hun aantal groeit gestaag. In 2018 staat op deze blog elke maand een straatgedicht centraal (#EMES2018). De straatgedichten vind je hier. Welke straatgedicht is jou opgevallen?

Westerborkpad etappe 5: Hilversum – Baarn

Route: Westerborkpad
Afstand: 23 km
Startpunt: Station Hilversum
Eindpunt: Station Baarn

Een monument voor verdraagzaamheid bij station Hilversum

Afgelopen dagen lagen de gevoelstemperaturen tussen de 15 en 20 graden onder nul. Een warme trui was een noodzakelijk goed. Vandaar dat we vandaag warm aangekleed beginnen aan de vijfde etappe van het Westerborkpad. Het blijkt niet nodig. De blauwe lucht en zon lossen de belofte van voorjaar in en we lopen deze etappe zonder handschoenen, zonder sjaal en zelfs even zonder jas. Heerlijk!

We komen al vroeg in Hilversum aan en verlaten het station aan de voorkant voor een grote lus door en om Hilversum. Door het centrum en de winkelstraten komen we al snel bij begraafplaats ‘Gedenk te sterven’. Hier zien we de ‘Mauthausen steen’, die door Bill Minco – een Joodse verzetsstrijder – werd meegenomen uit de steengroeven van Mauthausen. Kleine steentjes zijn volgens de traditie bovenop het monument gelegd.

De ‘Mauthausen-steen’ in Hilversum

Een gedicht bij de uitgang vraagt de bezoeker om even de stadsgeluiden te laten voor wat ze zijn en een moment stil te staan bij de sterfelijkheid van de mens op deze eeuwenoude begraafplaats (sinds 1792). “Dwaal rond, zie de zerken links en rechts”, gebiedt het ons. En vervolg dan je weg. “Word weer deel van de stad. Leef.” Een mooie boodschap van Robert Grijsen voor de Westerborkpad-wandelaar. Wij nemen dit ter harte. Lees hier mijn artikel over dit gedicht in het kader van Elke Maand Een Straatgedicht.

Gedicht op begraafplaats ‘Gedenk te sterven’

Na de begraafplaats vervolgen we de route door Hilversum. De weg stijgt en daalt licht. In combinatie met het mooie weer dringt zich hierdoor een vakantiegevoel op. We verwelkomen het met open armen. We passeren een Joodse begraafplaats en zien even verderop een originele invulling van een rotonde. Een bootje ligt in een bevroren sloot, midden in het riet. De zon en blauwe lucht maken er een typisch wintertafereel van. Daar, op een rotonde midden in Hilversum.

Langs een grote vijver komen we bij winkelcentrum Kerkelanden, maar op deze zondagochtend is er nog niets open en we lopen verder. Na een stukje over een industrieterrein, merken we dat we de randen van Hilversum bereiken. Rechts van ons ligt een woonwijk, maar links liggen weilanden. Aan het einde van de weg ligt het monument Jeugddalijah voor in 1939 naar Nederland gevluchte Duitssprekende Joodse jongeren die in de oorlog alsnog werden opgepakt.

Via een lange bosweg lopen we richting de Hoorneboegse Heide

Na het monument gaat de route naar de Hoorneboegse Heide. Het loopt inmiddels tegen lunchtijd en Hilversum is wakker. In vergelijking met de Bussumerheide is het hier druk! Gezinnen, mensen met honden, jonge stelletjes, op deze eerste lentedag lijkt iedereen buiten te zijn. En gelijk hebben ze. In de zon ligt het natuurgebied er schitterend bij. Genietend lopen we over de lange rechte weg die ons weer in Hilversum brengt.

Hoorneboegse Heide

Via station Hilversum Sportpark lopen we nog een stukje door de plaats om deze via de Mussenstraat voorgoed te verlaten (althans voor vandaag). Wat volgt is het uitgebreide bosgebied van de Hoge Vuursche. De volgende 6 kilometer is de spoorlijn nooit ver weg. Maar er zijn saaiere wandelpaden langs het spoor. De weg slingert door het bos. Geregeld komt er een trein langs. Na een paar kilometer hebben we de andere wandelaars achter ons gelaten en genietend van de rust bereiken we uiteindelijk Baarn. Bij het station is daar eindelijk de welverdiende cappuccino – onderweg zijn we geen (geopende) horecagelegenheid tegengekomen. Hoewel het zeker terrasjesweer was.

We zijn op station Baarn als reizigers in goed gezelschap, lezen we op de plaquette op het stationsgebouw. Vele kunstenaars zijn vertrokken en aangekomen op dit station, zoals Louis Couperus, Frederik van Eeden en Maria Dermoût, maar ook M.C. Escher en Vincent van Gogh. De laatste zei – als we de plaquette mogen geloven – ‘Baarn, wat is het daar mooi.’ We zullen het de volgende keer zien als we Baarn doorkruisen richting Amersfoort.

Plaquette op station Baarn

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

Westerborkpad etappe 4: Bussum – Hilversum

Route: Westerborkpad
Afstand: 13 km
Startpunt: Station Naarden-Bussum
Eindpunt: Station Hilversum

De Bussumerheide in februari

Op een zonnige winterdag met een vleugje voorjaar stappen we uit de trein op station Naarden-Bussum. Drie weken geleden stonden we hier ook, aan het einde van een lange etappe door veel natuur en geschiedenis. Vandaag wacht ons een kortere etappe die voornamelijk door stedelijk gebied voert.

Het Brediuskwartier in Bussum

Voor het station pakken we de route weer op en lopen via een synagoge al snel door een brede laan met aan weerszijden grote vrijstaande huizen uit de eerste decennia van de 20e eeuw. De route maakt een lus door dit Brediuskwartier, zodat de Westerborkpadwandelaars ook langs de Joodse begraafplaats lopen. Het is wederom zaterdag en dus laten we de begraafplaats voor wat het is. Door de lus passeren we tweemaal het grote park dat middenin het Brediuskwartier ligt. Het Bilderdijkpark aan de ene kant gaat naadloos over in Het Mouwtje dat we na enkel kilometers passeren. De ideale plek voor hondenuitlaters en hardlopers.

Het Bilderdijkpark in Bussum

Na het park lopen we het centrum van Bussum in. Langs opvallend veel wijnhuizen komen we uiteindelijk in de Brinklaan. Hier kan ik wederom een straatgedicht toevoegen aan mijn verzameling. Op een witte muur aan het einde van een parkeerplaats springt het gedicht ‘Waterlelie’ van Frederik van Eeden in het oog. Wie weet komt het een dezer maanden nog terug op deze blog.

Frederik van Eeden in Bussum

We hebben er inmiddels vijf kilometer op zitten en hebben wel trek in een cappuccino. Aan de Laarderweg, net buiten het centrum, stappen we een koffietentje binnen. Op de vraag of de eigenaar ook wat bij de koffie heeft, somt hij een hele lijst op om te eindigen met Braziliaanse maiscake, zijn persoonlijke favoriet. Uiteraard kiezen we voor deze ons onbekende lekkernij. Het houdt het midden tussen cake en pudding en smaakt heerlijk. De Braziliaanse bakster zit twee tafeltjes verderop en neemt glimlachend de complimenten in ontvangst.

Na de koffie wordt het tijd voor het natuur-deel van deze etappe. We lopen de Laarderweg helemaal uit en komen uit op de Bussumerheide. Met achter ons de bebouwing van Bussum, rechts in de verte een grote zendmast van Hilversum en links de hoogbouw van Laren volgen we de rood-witte bewegwijzering van het Westerborkpad. We zijn niet de enige wandelaars, maar ik kan me voorstellen dat het op een zonnige zondagmiddag een stuk drukker is. Met het zonnetje erbij ligt het heideveld er prachtig bij.

Na een fietspad gaat de Bussumerheide over in de Westerheide. Na een kilometer komt de bebouwing van Hilversum alweer in zicht. Eenmaal door de straten van Hilversum lopend gaat het vlot. En voor we het weten zien we station Hilversum-Mediapark liggen. Aan de andere kant van het spoor ligt het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid dat gevestigd is in het bekende opvallend kleurige gebouw. Het is niet ver meer naar ons eindpunt en dus besluiten we een omweggetje te maken en het museum te bezoeken. We trekken er een uurtje voor uit, maar er is zoveel te zien en te ervaren dat je er wel een hele dag voor uit kan trekken. Een aanrader, zeker met kinderen!

Nederlands Instituut voor Beeld en geluid in Hilversum

De laatste kilometers naar het station lopen we langs het spoor. Het is een drukte van belang op deze zonnige zaterdagmiddag. Fietsers, auto’s, veel kinderwagens. De zon trekt. Nog even en de eerste terrasjes zullen weer verschijnen. Ik krijg er nu al zin in. Wellicht tijdens de volgende etappe, die ons naar Baarn voert.

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

Westerborkpad etappe 3: Weesp – Bussum

Route: Westerborkpad
Afstand: 21 km
Startpunt: Station Weesp
Eindpunt: Station Naarden-Bussum

Ook dit is het Westerborkpad (de A1 bij Hakkelaarsbrug)

Op de dag dat Auschwitz 73 jaar geleden werd bevrijd, stappen wij op station Weesp uit de trein voor onze derde etappe van het Westerborkpad. De route begint gelijk met geschiedenis. Het pad loopt door het centrum van het vestigingsstadje Weesp langs de in ere herstelde synagoge. Toen in 1947 de Weesper Joodse gemeenschap was opgeheven deed het gebouw jarenlang dienst als garage. De struikelstenen die ervoor liggen en de plaquette op de zijgevel vertellen het ware verhaal.

Struikelstenen voor de synagoge in Weesp

Over de Lange Vechtbrug en langs het fort lopen we Weesp uit en komen op de – met recht – Lange Muiderweg geheten weg uit. De kilometerslange smalle weg loopt langs de Vecht en aan onze linkerzijde ligt een keur aan woonboten, van eigen knutselwerkjes tot moderne huizen die in een moderne nieuwbouwwijk niet zouden misstaan. Elke boot weer een andere wereld. Er is geen gasleiding waardoor elke boot een eigen gastank in de tuin heeft staan. Dat beeld zien we deze hele route, overal gastanken, tot aan Naarden.

Over de Lange Vechtbrug verlaten we Weesp

Auto’s en wielrenners ontwijkend volgen we deze toch wel drukke weg. Als we de A1 kruisen, krijgen we Muiden in zicht en lopen al snel langs allerlei zeilschepen. Naast het Westerborkpad loopt hier ook het Floris V-pad en dat zien we in alles terug. We besluiten in een café gewijd aan Floris V (Eethuys Café Graaf Floris V te Muyden) de eerste cappuccino van de dag te gebruiken. De inrichting spreekt ook de Amerikanen aan die helemaal verrukt over deze historisch uitziende plek zichzelf laten vereeuwigen voor de ‘fireplace’.

In Floris V inrichting drinken we een cappuccino

Na de koffie lopen we langs het Muizenfort Muiden uit en komen al snel in het buitengebied. Over een modderige dijk lopen we richting IJmeer. Aan de overkant zien we het Muiderslot liggen, het kasteel uit de 13e eeuw waar Floris V gevangen heeft gezeten en – vier eeuwen later – dichter en toneelschrijver P.C. Hooft heeft gewoond. We kijken naar ettelijke eeuwen geschiedenis.

Muiderslot

Via diverse overstapjes over hekken vervolgen we de dijk die grotendeels langs het IJmeer loopt. In de verte zien we Pampus liggen. Overal om ons heen zien we stille getuigen van de Tweede Wereldoorlog . Onderweg op de dijk komen we een antitank versperring tegen die deel uitmaakte van de stelling van Amsterdam. De punten zijn gemaakt van spoorrails en wijzen naar het oosten, de kant waar de vijand vandaan zou komen. Ook staan er her en der bunkers in het land. We zijn niet verbaasd als het Waterliniepad hier ook langs blijkt te lopen, genoeg geschiedenis.

We passeren een antitank versperring

In Muiderberg komen we het monument ter herinnering aan Floris V tegen, ‘dikke steen’ genoemd in het boekje. In het park dat hierna volgt zien we een boom ter herinnering aan de kroning van Willem Alexander in 2013. De boom steekt schriel af tegen de boom die ter ere van Wilhelmina is geplant in 1898, een paar meter verderop.

Als we Muiderberg uitlopen komen we langs de grootste Joodse begraafplaats van Nederland. Achter de muur en verderop gescheiden van de weg door een sloot zien we inderdaad een zee aan grafstenen. Ze staan dicht op elkaar en lijken in betere conditie dan de stenen van begraafplaats Zeeburg. Volgens het boekje is dit de enige Hoogduitse begraafplaats in Nederland die nog intensief gebruikt wordt. Helaas is het zaterdag en is de begraafplaats gesloten, anders hadden we graag een kijkje genomen.

Joodse Begraafplaats Muiderberg

Als we verder komen, weten we dat de Hakkelaarsbrug niet ver meer is. In verschillende tuinen staan borden met de tekst Vrije Republiek Hakkelaarsbrug. De inwoners van het buurtschap voelen zich niet gehoord over de overlast tijdens de werkzaamheden aan de A1, A6 en de spoorbrug. Ze richten een Vrije Republiek op. En zoals het een echte republiek betaamt, is er zelfs een paspoort een vlag en postzegels. Zonder Westerborkpad hadden we er waarschijnlijk nooit van gehoord.

Een vrije republiek …

Via de Hakkelaarsbrug lopen we tegen de A1 aan en steken deze over. De zon is inmiddels doorgebroken waardoor de 10 rijstroken van de snelweg er mooi bij liggen. Het Naardermeer komt in zicht. Aan het einde van een zijweg zien we molen ‘De Onrust’ staan. Een molen uit het begin van de 19e eeuw die speciaal gebouwd is om het Naardermeer droog te leggen. Tegenwoordig wordt hij gebruikt om het Naardermeer te bemalen.

Molen De Onrust

Wij zijn blij dat het gebied o.a. dankzij Jac. P. Thijsse gebleven is zoals het was en genieten van de natuur. Over modderige paadjes lopen we het gebied in en sluiten het hek inclusief touw om de schapen binnen te houden. Bij het gemaal ‘De Machine’ eten we op een bankje een broodje. Het uitzicht over het Naardermeer met zon is niet te versmaden. Dat hadden we niet verwacht toen we vanmorgen bij grijs weer vertrokken vanaf Weesp. De twee Westerborkpadwandelaars die al geruime tijd voor ons liepen, laten we achter op het tweede bankje als we weer verder lopen.

Een zonovergoten lunch aan het Naardermeer

De modder wordt minder als we op een lange rechte weg omzoomd door bomen terechtkomen. Links van ons is de snelweg nooit ver weg. In de tussenliggende weilanden spotten we ganzen, witte reigers, zwanen en de door Natuurmonumenten uitgezette Schotse Galloway runderen. Als we de vlaggen van Natuurmonumenten zien wapperen, besluiten we tot een cappuccino bij Gasterij Stadzigt. Vanaf hier kun je makkelijk het Naardermeergebied in lopen. Met bemodderde schoenen nemen we plaats naast een groep die met vlaggetjes en ballonnen viert dat een van hen 75 is geworden. Geen gekke plek voor een dergelijk jubileum. Door de grote ramen heb je schitterend uitzicht op het natuurgebied.

En dan resten ons nog slechts een paar kilometer tot het station Naarden-Bussum. Door lange straten met statige jaren 30 huizen lopen we Naarden binnen. Na een paar kilometer gaat Naarden over in Bussum en zien we al snel het station liggen. Het kubistisch-expressionistische gebouw uit 1926 ziet er bijzonder uit. De asymmetrische vormen, de indrukwekkende hal met bijzondere lampen en de glas-in-loodramen maken dat we even rustig om ons heen blijven kijken.

En dan zien we ook de twee muurgedichten. Gebroederlijk naast elkaar verhalen ze over het treinleven. Ze zijn van de hand van voormalig stadsdichter van de gemeente Bussum Gaston Bannier. Wederom gedichten op een station! Mijn verzameling straatpoëzie en input voor Elke Maand Een Straatgedicht groeit gestaag.

Een van de twee muurgedichten op station Naarden-Bussum

In de trein kijken we terug op de dag. Het was een mooie etappe met een goede mix van geschiedenis en natuurschoon. Ik krijg alweer zin in de volgende etappe richting Hilversum.

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

Lang vergeten namen

Soort gedicht: Bankgedicht
Waar: Amsterdam, Oosterspoorplein
Dichter: Viktor E. van Vriesland

Op een bankje in een park in Amsterdam kan de oplettende voorbijganger 27 woorden lezen die samen een gedicht vormen. In acht regels wordt er gerept over een gebeurtenis van lang geleden. Wellicht lang vergeten? Weten we überhaupt nog wat er mogelijk vergeten is? lijkt de dichter zich af te vragen.

Deze maand was ik een van die voorbijgangers. Een bewuste, wel te verstaan. Geholpen door het routeboekje van het Westerborkpad ging ik aan het begin van mijn tweede etappe van het lange afstandspad op zoek naar dit bankje dat een bijzonder straatgedicht herbergt – of eigenlijk een bankgedicht.

Het bankje staat op het Oosterspoorplein, vlakbij het Muiderpoortstation in Amsterdam. Het vormt een monument voor de ruim elfduizend Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog via het Muiderpoortstation zijn weggevoerd naar Kamp Westerbork en van daaruit naar vernietigingskampen in Midden-Europa. Slechts een enkeling is teruggekeerd. Veel van deze mensen woonden in de Transvaalbuurt, die grenst aan het station.

Op 3 oktober 2002 onthulde de toenmalige burgemeester Job Cohen het bankje en een informatiebord. Op die dag was het precies zestig jaar geleden dat het eerste transport vertrok vanaf het Muiderpoortstation. Het roestvrijstalen bankje is een ontwerp van Steffen Maas. Het gedicht is geschreven door Viktor E. van Vriesland (1892 – 1974), een Joodse dichter, criticus en vertaler.

Het gedicht dat in het bankje gegraveerd is, luidt als volgt:

Muiderpoortstation:

Tocht er door hun schimmen
Nog een stroom van lang,
Lang vergeten namen,
Lang vergeten ogen?

Zullen wij nog weten
Dat wij ons vergeten
Zijn vergeten?

Viktor E. van Vriesland

Het raakt mij, dit gedicht, over wie er lang geleden langs deze plek gekomen zijn. Nu, ruim 75 jaar later, zijn het nog slechts schimmen die thuishoren in een andere tijd. Een tijd waarvan de gruwelen ons bekend zijn. De namen van de slachtoffers echter raken in de vergetelheid. Wie waren het, die hier liepen? Hoe zagen zij eruit? De dichter vraagt zich zelfs af of wij inmiddels niet vergeten zijn, dat wij het zijn vergeten.

Maar zover is het gelukkig niet. Niet voor deze plek. Dit bankje, het gedicht, maar ook het Westerborkpad houden de geschiedenis die zich hier heeft afgespeeld levendig. En nog steeds, zestien jaar na de opening, blaast de wind door de gegraveerde letters van het gedicht en tocht het door hun schimmen.

Ik hou ervan, gedichten op onverwacht plekken. Poëzie, die soms letterlijk op straat ligt. Straatgedichten heten ze, ‘streetpoetry’ in het Engels. Instagram staat er vol mee. Ikzelf heb inmiddels ook een kleine fotoverzameling aangelegd. Kijk maar eens om je heen als je door een plaats of zelfs over een station loopt. Het zijn er meer dan je denkt en hun aantal groeit gestaag. In 2018 staat op deze blog elke maand een straatgedicht centraal (#EMES2018). De straatgedichten vind je hier. Welke straatgedicht is jou opgevallen?