Elke maand een straatgedicht | Terugblik

Straatpoëzie in (met de klok mee) Hilversum, Bussum, Amsterdam, Schalkwijk en Zutphen

De uitdaging
Aan het begin van dit jaar startte ik met alweer de vierde ‘Elke Maand Een’-uitdaging. Dit keer stelde ik mezelf als doel om elke maand iets te schrijven over een straatgedicht. Enige voorwaarde was wel dat ik het straatgedicht zelf tegen was gekomen en op de foto had gezet. Het bleek geen moeilijke opgave. Ik heb de uitdaging dan ook gehaald om elke maand een blogpost over een straatgedicht te plaatsen. De 12 artikelen vind je hier.

Ik wendde mezelf aan om – overal waar ik kwam – om me heen te kijken. Muren, stoeptegels, ramen, alles kon een straatgedicht bevatten. Het deed me op een andere manier naar mijn omgeving kijken. En vaak leverde het wat op. Soms één gedicht, soms veel meer. Af en toe raadpleegde ik de site straatpoezie.nl (een (onvolledig) overzicht van alle straatpoëzie in Nederland en België) als ik een plaats bezocht. Het is tenslotte jammer als je, in een plaats aan de andere kant van het land, net een gedicht mist dat een straat verderop hangt.

De gedichten
Het leverde een aanzienlijke voorraad aan gedichten op. Over de mooiste en meest bijzondere maakte ik een blogpost. Een literaire wandeling door Zutphen besloot ik als geheel te beschrijven. Teveel mooie en bijzondere gedichten. Een aantal van de gedichten die ik afgelopen jaar verzamelde, stonden nog niet op het straatpoëzie-overzicht. Toevoegen is eenvoudig en het overzicht is nu een stukje vollediger.

Straatpoëzie in Zutphen

De gedichten waren erg verschillend. Er waren er die al lang voordat ze in het straatbeeld verschenen, geschreven waren. Zo ben ik meerdere malen Ida Gerhardt tegengekomen, o.a. in Zutphen. Maar ook Victor E. van Vriesland (Amsterdam) en Wotkoce Okisce (Leiden) waren al overleden toen hun poëzie straatpoëzie werd.

Andere gedichten zijn specifiek geschreven voor de plek waar ze hangen. Dit soort gedichten ben ik het meeste tegengekomen. Ze verhalen over (de historie van) het gebied of de (voormalige) functie van het gebouw. Zo kan de toevallige voorbijganger lezen over het voormalige klooster in Ten Boer waar nu een winkelcentrum staat, over de geschiedenis van de begraafplaats in Hilversum en de oorspronkelijke functie van de Bordenhal in Maastricht. In Bussum, Hilversum, Schalkwijk en Zutphen (en veel meer plekken waar ik nog niet over heb geschreven) lieten de stadsdichters van zich horen. Een of meerdere gedichten van hun hand sieren de straten op.

Straatgedicht in Ten Boer

De balans opmakend
Met een Drents gedicht in de maand december, heb ik 9 van de 12 provincies gehad. Alleen Flevoland, Brabant en Zeeland ontbreken nog in mijn verzameling. 7 dichters kende ik toen ik hun straatgedicht zag. Dit jaar heeft me dus veel nieuwe namen en gedichten opgeleverd. Er zaten een paar mooie gedichten tussen. Wat de meeste indruk maakte, was het gedicht van Judith Nieken in Leeuwarden. Misschien ook omdat het zo herkenbaar is. Het zijn zinnen die ik zelf geschreven had willen hebben.

Mijn verzameling telt op dit moment 83 gedichten en is nog altijd groeiende. Deze uitdaging leverde mij zoveel plezier op, dat ik ook volgend jaar gewoon doorga met het verzamelen van en schrijven over straatgedichten. Poëzie is overal om ons heen. Het is zonde is om daar niet wat meer aandacht aan te besteden.

Straatpoëzie in (met de klok mee) Zuidlaren, Leiden, Maastricht, Hulshorst, Zwolle en Leeuwarden

 

Pottemennekes

Soort gedicht: Muurgedicht
Waar: Maastricht
Dichter: Wiel Kusters

De serveerster is in de weer met de tafels, stoelen en kussens. Op zo’n zonnige herfstdag als vandaag willen de mensen niet binnen zitten. Lunchen in het zonnetje, met uitzicht op de Maas, dat is wat men wil. Dat is wat iedereen wel wil. Ik glimlach naar haar als ze even opkijkt van haar werkzaamheden. ‘Ga maar door’, probeer ik uit te stralen, ‘ik maak alleen even een foto’.

Het muurgedicht staat levensgroot op de zijkant van het eigen theater van Toneelgroep Maastricht, waar ook het theatercafé bij hoort. Zwarte letters op een intens witte muur. Nog grotere letters laten geen twijfel bestaan over de oorspronkelijke functie van het gebouw. BORDENHAL, schreeuwt het me toe.

Ooit was de aarde plat, je viel eraf
wanneer je, tegendraads, de rand opzocht
en wars van hoge heren, blind voor straf
een moeten vond in wat niet kon of mocht.

De hemel was toen hoog, je klom erin
als je je hoofd maar boog, je hand ophield,
geen dingen zei over een Nieuw Begin,
je kromde, bad en werkte, neergeknield.

Van aarde was de schotel, was het bord
dat uit jouw hand ontstond, waarvan je at
en dat je brak. De fabrikant zijn naam

stond op de onderkant, jouw pseudoniem.
Uit leem en geest zijn wij, ook jij wist dat.
De mens heeft zich in kunst omhoog gestort.

Wiel Kusters

Lange tijd stond op deze plek de aardewerkfabriek Société Céramique. Serviezen werden hier gemaakt, maar ook lampetstellen en wc-potten. In de bordenhal uit 1880 beschilderden de pottemennekes met de hand de serviezen met allerlei motieven. Aan de onderkant stond zoals het gedicht zegt ‘de fabrikant zijn naam’. Aan het beeldmerk van een leeuw, omcirkeld door de woorden ‘Société Céramique Maestricht’ herken je nog de sporen van hun noeste arbeid.

Het was een andere tijd, een ander leven. Lekker lunchen op het terras of een toneelvoorstelling bezoeken, zat er voor deze mensen niet in. ‘Je kromde, bad en werkte, neergeknield.’ De wereld was nog plat en ‘je viel eraf wanneer je, tegendraads, de rand opzocht’. Als je ‘wars van hoge heren, blind voor straf een moeten vond in wat niet kon of mocht’. Je wereld was van aarde.

Tot ver in de twintigste eeuw heeft de fabriek daar gestaan, aan de oostelijke oever van de Maas. De naam van de wijk die er nu is verrezen (Céramique) herinnert nog aan die tijd. In het multifunctionele gebouw Centre Céramique is een grote collectie Maastricht aardewerk te vinden. En nu is er een gedicht dat de pottemennekes weer laat herleven, even, voor de wandelaar langs de Maas, de bezoeker van het theater en voor de straatgedichtverzamelaar.

Wiel Kusters is een Limburgse dichter met een omvangrijk oeuvre van dichtbundels, proza maar ook theaterwerken. Hij heeft o.a. meegewerkt aan stukken die de Toneelgroep Maastricht opvoert in de Bordenhal. In Maastricht zijn meer straatgedichten van zijn hand te vinden.

Ik hou ervan, gedichten op onverwacht plekken. Poëzie, die soms letterlijk op straat ligt. Straatgedichten heten ze, ‘streetpoetry’ in het Engels. Instagram staat er vol mee. Ikzelf heb inmiddels ook een kleine fotoverzameling aangelegd. Kijk maar eens om je heen als je door een plaats of zelfs over een station loopt. Het zijn er meer dan je denkt en hun aantal groeit gestaag. In 2018 staat op deze blog elke maand een straatgedicht centraal (#EMES2018). De straatgedichten vind je hier. Welk straatgedicht is jou opgevallen?

Onbekende kanten van Maastricht

Route: Groene Wissel Maastricht 2: Jeker, Hoge Fronten en Sint Servaasbasiliek
Afstand: 9 km
Startpunt: Station Maastricht
Eindpunt: Station Maastricht

De Hoge Brug over de Maas

Op een zonnige herfstdag maken wij op weg naar een weekendje Ardennen een tussenstop in de hoofdstad van Limburg. De Groene Wissel die we daar lopen, brengt ons op plekken waar ik nog niet eerder ben geweest – hoewel ik er jaren geleden een half jaar stage heb gelopen. Het blijkt een goede manier om de stad eens van een andere kant te bekijken.

We beginnen tegenover station Maastricht met een cappuccino. Daar zijn we wel aan toe na de lange autorit. Vanaf het station komen we al snel aan de oever van de Maas, waar de zon glinstert in het water. Rondvaartboten varen af en aan. Het is deze ochtend al druk met allerhande toeristen. Om ons heen horen we naast het Mestreechs ook Duits, Frans, Amerikaans en een hoop Aziatische talen.

De Maas

Via de Hoge Brug steken we de rivier over en lopen via O.L. Vrouwewal naar de Helpoort. De oudste nog bestaande stadspoort van Nederland uit de 13e eeuw. Door het Stadspark komen we bij de Jeker en volgen dit beekje een tijdje. In het park zien we houtsnijwerken en bovenop een heuvel zelfs een droevige beer op een bankje.

De Helpoort

Even verderop staat een kooi waarin een giraffe ligt. Het blijkt een voormalige berenkuil. In 1993 is de laatste bruine beer (Jo) die hier huisde, overgebracht naar Ouwehands Dierenpark. Over de herbestemming van de kuil is veel te doen geweest. Uiteindelijk maakte kunstenaar Michel Huisman de ‘Halfautomatische Troostmachine’ waarin allerlei uitgestorven dieren te zien zijn. Zo is er een quagga te vinden (een soort zebra), de reuzenalk en de Tasmaanse buidelwolf. Alle dieren zijn van brons. De treurende beer op het bankje verwijst – lees ik later – naar de beer Jo.

Beer Jo
De Halfautomatische Troostmachine

Van het Stadspark lopen we naar het volgende park. Onder tot de grond reikende boomtakken door, komen we in het herfstige Waldeckpark. In de jaren 20 aangelegd op en rondom het bastion Waldeck, onderdeel van de vestingwerken van Maastricht.

We volgen hierna oude straten totdat we aan het einde van een straatje opeens een hekje doorgaan en in het gebied van de Hoge Fronten staan. Ook hier zijn nog restanten te vinden van oude vestigingswerken uit de 17e en 18e eeuw. Op een aantal hondenuitlaters – met soms al te enthousiaste honden – na is het erg rustig. De zon schijnt uitbundig en we lopen heerlijk in shirtje. We hebben mooi uitzicht over het natuurgebied en de stad.

De Hoge Fronten
Uitzicht over de stad

Na het natuurgebied duiken we de stad weer in. Al snel slaan we af naar het – naar het lijkt – doodlopende pleintje Charles Voscour. Van het stadsgewoel is hier niets meer te horen, het lijkt een modern hofje. Met enige moeite vinden we de uitgang en lopen geleidelijk zigzaggend naar het centrum. We komen langs de Sint Janskerk, afgesloten voor publiek vanwege een trouwerij, lopen door het Vagevuur en via de Sint-Servaasbasiliek komen we uiteindelijk op het Vrijthof waar het een drukte van belang is.

Zicht op de Sint Janskerk

Iemand blaast hele grote bellen waar kinderen vrolijk omheen en doorheen rennen. Mensen zitten op bankjes onder de bomen en terrasjes zitten helemaal vol. Wij volgen de wandeling nog tot aan de Maas en gaan daar op zoek naar een terrasje om deze mooie verrassende wandeling af te sluiten. Zeker een aanrader voor wie Maastricht van een andere kant wil zien.

Benieuwd naar de andere Groene Wissels die ik heb gelopen? Je vindt ze hier.

De unieke schoen

In Maastricht is een winkeltje waar ze herenschoenen verkopen. Op zich niks bijzonders, maar de enthousiaste eigenaar onderscheidt zich van andere schoenenwinkels door zijn aanbod. Je kunt er namelijk zelf je schoenen samenstellen, kleur, materiaal, soort zool, motiefje, veters, borduursel, noem het maar. Ben je chauvinistisch ingesteld, bestel een rood-wit-blauwe schoen. Wil je bij elke stap herinnerd worden aan je geliefde, vereeuwig haar op de neus van je schoen. Je kunt ook simpelweg het logo van je klaverjasclub, de namen van je kinderen, of een geheime boodschap ergens op je schoen laten borduren. In de schoenenwinkel draaien ze er hun hand niet voor om. Zelfs de bolletjestruidrager kan een bijpassende schoen bestellen.

Bolletjestruischoen
Afbeelding: kopsschoenen.nl

Bestellen, want de schoenen worden niet ter plekke gefabriceerd. Na bestelling wordt de uniek samengestelde schoen gemaakt en binnen Europa gratis opgestuurd. Buiten Europa is het een ander verhaal. Als je in Australië woont en je wilt je in Aussie-kleuren uitgevoerde schoen thuis ontvangen, dan moet je wel de verzendkosten betalen. “Dat kostte wat teveel”, aldus de schoenenwinkelman.

Je kunt je dus voorstellen dat toeristen, toevallig of bewust, graag deze winkel met een bezoekje vereren. Wie wil nu niet, weken later, herinnerd worden aan dat romantische tripje naar het leuke stadje in het zuiden van Nederland, als je het gepersonifieerde gebruiksvoorwerp op de deurmat vindt van je chalet in de Zwitserse Alpen of je witstenen huisje ergens in de Spaanse Pyreneeën. Buren worden enthousiast, vrienden willen ook zo’n schoen, sportclubgenoten zien hun mascotte al op de zijkant prijken. En voor je het weet wordt de Maastrichtse winkel het middelpunt van een sneeuwbaleffect dat zijn weerga niet kent. De internationale stad wordt nog internationaler. Shoe city 2015!

Ik zie het helemaal voor me. Maar ik moet toegeven dat ik niet uit eigen ervaring spreek. Ondanks het feit dat ik mijzelf voormalig inwoner van Maastricht mag noemen, heb ik nooit een voet in de bewuste schoenenwinkel gezet. Ik wist niet eens van het bestaan af. Een collega vertelde over de winkel, toen hij trots zijn nieuwe schoenen liet zien, een souvenir van een weekendje Maastricht.

Voor een ieder die, na het lezen van dit stuk, zijn eigen unieke schoen al in gedachten heeft samengesteld: de schoenenwinkel heet Brekelmans Schoenen.