Straatgedicht | Onder de bomen

Soort gedicht: Muurgedicht
Dichter: Fetze Pijlman
Plaats: Nunspeet

Soms heb je dat. Dat je een gedicht leest en meteen denkt, ja, heel herkenbaar. In dit geval ging het om een straatgedicht, waar ik onverwacht tegenaan liep naast de ingang van het Bezoekerscentrum Nunspeet van Staatsbosbeheer.

Ik had daar afgesproken met een vriendin om een ANWB-wandeling te lopen. De weersvoorspellingen waren niet al te best en daarom kozen we voor een bosrijke omgeving. Dan zit je bij Nunspeet wel goed.

Het gedicht van Fetze Pijlman past perfect in zijn omgeving. Overal waar je kijkt zijn bomen. De schaduwen die Pijlman beschrijft, het schommelende licht, zal veel wandelaars bekend voorkomen. Wij zagen het niet die dag. Voor schaduwen is zon nodig.

Het gevoel dat spreekt uit het gedicht ervaar ik vooral als ik alleen loop. Zonder wandelmaatje, zonder mountainbikers. Ik in een verlaten bos. Zoals laatst nog op een vroege woensdagochtend bij Dalfsen Hessum.

Daar in het Vechtdal droegen de imposante stammen een dicht bladerdek. Maar de zon wist toch haar stralen er doorheen te werpen. Op het pad voor me verschenen banen licht. Dansend bij ieder briesje.

Mijmeren wil goed te midden van dat groen, te midden van die lichtbanen. Die er elk jaargetijde weer anders uitzien. Onder de bomen is het goed toeven. Dat heeft Pijlman goed gezien en vooral goed beschreven.

Het gedicht ‘Onder de bomen’ van Fetze Pijlman komt uit de dichtbundel Een ander pad. De Zonnewijzer (1986) en hangt al sinds 2014 op de gevel van het bezoekerscentrum. Het valt onder de Stichting Muurgedichten Nunspeet die de wijde omgeving van straatgedichten voorziet. Zo kwam ik in 2018 het mooie gedicht ‘Landschap 2’ van Jozef Deleu tegen in Hulshorst. Ook dit gedicht heeft heel toevallig het wandelende licht als onderwerp.

Benieuwd naar de andere straatgedichten die ik afgelopen jaren tegenkwam? Hier vind je een overzicht.

Westerborkpad etappe 12: Nunspeet – ’t Harde

Route: Westerborkpad
Afstand: 12 km
Start: Station Nunspeet
Eind: Station ‘t Harde

Door de droogte beginnen de bomen al geel te kleuren

In verband met onze wandelvakantie in Ierland was het al weer een maand geleden dat we een etappe liepen van dit pad. Hoog tijd dus voor een ochtend Westerborkpad. Er staat een korte etappe op het programma die ons van Nunspeet naar ‘t Harde brengt. We beginnen op station Nunspeet waar we afgelopen etappes al meerdere malen stonden. Ditmaal was het (voorlopig) toch echt de laatste keer.

De route leidt ons Nunspeet in, richting winkelstraat. Het is 10 uur, en er zijn al veel mensen op de been op deze zonnige zaterdagochtend. Ik was al bijna de Stichting Muurgedichten Nunspeet vergeten (lees hier mijn blogpost over een bijzonder straatgedicht in Hulshorst), maar het liefdesgedicht van K. Schippers op een gevel herinnert aan de vele straatgedichten die in Nunspeet en omgeving te vinden zijn.

K. Schippers in Nunspeet, één van de vele gedichten in de gemeente

De huizen langs de route zijn authentiek zoals het oude gemeentehuis met monument ter ere van het 100-jarige bestaan van het regiment dat in april 1945 Nunspeet bevrijdde: Lord Strathcona’s Horse (Royal Canadians).

Het monument dat herinnert aan de bevrijding van Nunspeet in april 1945

Af en toe is zo’n oud huis met naambord niet direct wat je verwacht. Zoals onderstaand bedrijf waarbij de uitstraling van het bordje een oude ambacht doet vermoeden, terwijl het om iets veel moderners gaat.

Een modern ambacht …

De route gaat verder door een park waar we langs een monument komen voor de gefusilleerde en gesneuvelde Nunspeters. Hierna gaat het al snel het bos in over een lange laan met grote huizen. Als we bij een nieuwe rotonde komen – zo te zien gesponsord door Stella Fietsen – zeggen het boekje, de GPS-route en de stickers elk wat anders. We besluiten de stickers te volgen en lopen via een nieuw fietspad het bos weer in

Gesponsorde rotonde

Langs het bungalowpark De Witte Wieven volgen we een lange weg door het bos waar we samen oplopen met het Zuiderzeepad. Als onze wegen scheiden, zien wij een prachtige zandvlakte voor ons liggen: De Haere. Er is geen mens te zien. Zoveel mogelijk het mulle zand vermijdend, lopen we langs de rand van de zandverstuiving verder.

De Haere ligt er prachtig bij

De stickers van de route zijn hier schaars en we zijn blij dat we op de GPS kunnen lopen. Als we op een kruising van paadjes stilstaan, komen we een wandelaar tegen met een klein hondje. Ze wijst ons op de verschillende rondwandelingen die hier lopen en vraagt waar we heen moeten. Het Westerborkpad kent ze niet en het spijt haar dat ze ons niet kan helpen. “Maar”, zegt ze, “jullie zien eruit alsof jullie het vaker gedaan hebben, dus dat komt vast goed”. Ik denk dat onze bergschoenen, rugzak, routeboekje, pet en wat dies meer zij, ons verraden hebben!

De Haere

We laten De Haere achter ons en in het bos dat volgt, zien we aan de bomen briefjes met nummers voor levend ganzenbord hangen. Even verderop rent een hele schare kinderen vrolijk rond. Zij horen vast bij het Clubkamp (er is geen naam vermeld) dat straks een levend bordspel gaat spelen. We komen nog een paar nummers tegen en slaan dan af.

Levend ganzenbord

Je ziet hier goed dat het een tijd niet geregend heeft. De bomen beginnen geel te worden, hoewel het pas begin juli is. Naast het waterleidinggebouw van Vitens, dat hier opeens midden in het bos staat, ligt een prachtig meertje, inclusief bankje. De prikkeldraadafrastering denken we even weg. Hier eten we een broodje, terwijl we uitkijken op de waterlelies in het glinsterende water.

Ons lunchplekje

Daarna is het niet ver meer en lopen we recht op ‘t Harde aan. Volgende keer de rondwandeling naar Elburg, ik ben erg benieuwd!

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

Westerborkpad etappe 11: rondwandeling Nunspeet – Verscholen Dorp

Route: Westerborkpad
Afstand: 20km
Start: Parkeerplaats Veluwestransferium Nunspeet
Einde: Parkeerplaats Veluwetransferium Nunspeet

Wandelend langs de Zandenplas

Met de auto ditmaal komen we op een wat koelere dag tussen de warme dagen van afgelopen weken aan in Nunspeet. Op het programma staat de rondwandeling (een van de twee rondwandelingen die het Westerborkpad rijk is) die ons naar het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten brengt. Het Veluwetransferium met uitkijktoren is een grote parkeerplaats met horeca waar we aan het einde van onze wandeling dankbaar gebruik van maken.

Maar zo ver is het nog niet. Eerst maar eens de bossen in. We lopen in de goede richting, maar zien geen markering. Met de beschrijving in het boekje en de route op de GPS volgen we een asfaltweg langs een landgoed en een bungalowpark dat ons naar het viaduct over de A28 leidt. Hier komen we in het Zandenbos terecht en lopen over bospaden en betonfietspaden richting Vierhouten. De Westerborkpadstickers zijn inmiddels opgedoken.

Het Eibertjespad leidt langs landgoederen

Onderweg bloeien het vingerhoedskruid en rododendrons om en op de landgoederen die we tegenkomen, zoals Roostee en Huize de Vennen. Af en toe komt er een groetende fietser langs. Bij de Ossenkolk kijken we uit over de waterlelies en het eilandje met neergelaten vlaggenmast. Bij welke gelegenheid vaart men naar het eilandje, zet de vlaggenmast overeind en hijst de vlag? Het zal niet vaak voorkomen, vermoeden we.

Op het eilandje zie je links, als je goed kijkt, de liggende vlaggenmast

En dan nadert Vierhouten. Op een terrasje met heel veel wielrenners, motorrijders en andere dagjesmensen vinden we een plekje en drinken een cappuccino. Na de koffie lopen we al snel Vierhouten uit en komen weer in de rust van het bos terecht. Bij een klaphekje laten we drie dankbare mtb-ers door die een mooie mountainbikeroute lijken te rijden. Iets om te onthouden.

We passeren ruiters en komen dan aan de rand van het Hendrik Mouwenveld uit. Een heideveld met bijzondere wandelbankjes waar bomen doorheen groeien. Het is nog te vroeg voor de lunch, dus lopen we door. De markering zien we hier niet, dus ook hier zijn we aangewezen op de GPS. Geen overbodige luxe in een natuurgebied met vele paadjes.

Hendrik Mouwenveld

Dan volgt al snel het Verscholen Dorp, een bezienswaardigheid, getuige de vele fietsers die zich hier verzameld hebben. In 1943 en 1944 hebben hier tussen de 80 en 120 mensen ondergedoken gezeten in ondergrondse hutten: letterlijk een verscholen dorp. Dit waren niet alleen Joden maar ook geallieerde piloten, agenten die niet voor de bezetter wilden werken en zelfs een gedeserteerde Duitse soldaat. Toevallig wordt het dorp ontdekt door Duitse soldaten in oktober 1944. De meeste onderduikers wisten gelukkig te ontkomen.

Een van de nagebouwde onderkomens in het Verscholen Dorp

Een paar van de oorspronkelijke hutten zijn nagebouwd en te bezoeken. De kleine, donkere en bedompte ruimtes zien er niet heel aantrekkelijk uit. Moeilijk om voor te stellen dat op die plek zoveel mensen woonden. Altijd op hun hoede. Een gedicht van Ida Vos, bij een van de nagebouwde hutten, verwoordt dit goed.

Een straatgedicht in het bos

Na het Verscholen Dorp volgt een heel lang recht fietspad van betonplaten. Dit stuk is aanzienlijk drukker dan de heenweg. Regelmatig stappen we in de berm om de veelal elektrische fietsers te laten passeren. De weg duurt en duurt en we krijgen zin in een broodje. De spaarzame bankjes zijn bezet. Uiteindelijk vinden we bij de Waskolk een leeg picknickbankje. Met uitzicht over het vennetje, waar veel honden zich vermaken in het water, eten we onze lunch.

Een late lunch aan de Waskolk

We vervolgen onze weg op het betonnen fietspad dat onder de A28 doorgaat en bij de Zandenplas uitkomt, een recreatieplas naast de snelweg, midden in het bos. Het water is groen, samen met de inmiddels blauwe lucht en het witte zand ziet het er mooi uit. Er zijn opvallend weinig mensen. Ook op de golfbaan die aan de andere kant van het fietspad ligt, is het rustig. Een mooie plek om een balletje te slaan. Na een paar kilometer komt Nunspeet weer in zicht. Volgende keer vervolgen we de hoofdroute van het Westerborkpad naar ‘t Harde.

De Zandenplas op een zonnige zondagmiddag

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

Westerborkpad etappe 10: Harderwijk – Nunspeet

Route: Westerborkpad
Afstand: 20 km
Startpunt: Station Harderwijk
Eindpunt: Station Nunspeet

Op de grens van bos en boerenland bij Hulshorst

Op een zonovergoten eerste Pinksterdag stappen wij uit op Station Harderwijk voor de tiende etappe van het Westerborkpad. Samen met ons stapt een ouder stel uit met – naar het lijkt – een Westerborkpadboekje. Ze nemen meteen een voorsprong en voor we het weten lopen ze al enkele honderden meters voor ons, richting het centrum van Harderwijk. We hadden ze graag even gesproken, benieuwd naar hun ervaringen op dit pad. In het oude centrum besluiten we eerst koffie te drinken op een terrasje bij het Hortuspark. Hier zaten we een paar jaar geleden ook tijdens een fietstocht langs de Zuiderzee. Het plekje is nog even mooi. De wandelaars verliezen we uit het oog.

Na de koffie met warme appelcrumble beginnen we opgefrist aan de rest van de wandeling. We wandelen door oude straatjes en komen in de Jodenkerksteeg langs de synagoge. Op de gevel staan op twee plakkaten de namen van Joodse inwoners die in de oorlog weggevoerd zijn. Slechts twee Joodse gezinnen uit Harderwijk zouden de oorlog overleven.

De synagoge in Harderwijk

Vlak bij de synagoge valt een bakker ons op. Het oude pand staat vol spreuken waaronder deze:

“Als de burger leijt te slapen, en de boer nog doende is met gapen, zijn wij al in de weer, voor boer, burger en meneer”

Vandaag de dag nog zeker actueel en eigenlijk ook een soort staatgedicht, waarvan er overigens in Harderwijk meerdere hangen. In de Jodenkerksteeg hangt niet geheel toevallig dit gedicht van Ina Stabergh:

Straatgedicht dat onderdeel uitmaakt van de poëzieroute

We verlaten het oude centrum om zigzaggend door straten met namen van schrijvers uit alle eeuwen langzaam Harderwijk weer uit te lopen. Via een lange weg langs het spoor laten we de Hanzestad achter ons. Langs bedrijfjes, niet allemaal in een even beste staat, komen we uiteindelijk bij een fiets/voetbrug die ons over het spoor en de A28 naar de Harderwijker bossen brengt.

We lopen langs de fietstoegang de brug op als we worden ingehaald door een oudere man met ruitjesoverhemd. Zijn vrouw staan een paar bochten terug stil en roept naar haar man dat ze dit dus echt niet gaat doen. De man stopt, zucht, draait zich om en fietst weer langzaam naar beneden. Zijn gezicht spreekt boekdelen. We zien ze niet meer terug. Ze missen het prachtige natuurgebied dat aan de andere kant ligt. Waarschijnlijk tot grote spijt van de man.

Harderwijker Bossen

Wij lopen wel door en duiken aan de andere kant van de weg het bos in. Het is een hele andere omgeving dan aan de overkant. Over bospaadjes en af en toe een fietspad doorkruisen we het Koopmansbosch. Ter hoogte van het Gelle Gat horen we steeds luidere muziek, afkomstig van – zo blijkt later – een groep pubers. Op een springkussen vermaken ze zich in het zonnetje. In een halve cirkel staan achter hen grote groene tenten. Geen verkeerde besteding van dit pinksterweekend.

We verruilen de bassen voor het constante geruis van de A28 en komen dan bij het Hulshorsterzand. Voor ons strekt zich een zandmassa uit van wit zand en diverse duinen. We beklimmen het uitkijkpunt en besluiten daar op een bankje een broodje te eten. Dit is, wat je noemt lunch with a view! Niet veel later lopen er bekende gezichten langs. De Westerborkpadwandelaars van station Harderwijk hebben we blijkbaar ongezien ingehaald. Ze lopen het pad sinds februari dit jaar en gaan vandaag ook naar Nunspeet.

Lunch with a view!

We geven ze wat voorsprong en gaan dan ook weer op pad. We maken een korte stop bij het Monument de Souvenir. We zagen de obelisk al van verre midden in de zandvlakte staan. De herdenknaald herinnert aan het Landschapsakkoord van Apeldoorn van 2008. Door 5 cent in te werpen kun je een herdenkingsmunt draaien. Uiteraard proberen wij het, maar helaas, het werkt niet.

Monument de Souvenir

Dan volgt het woenstijngedeelte van deze etappe. Door mul zand en in de brandende zon ploegen we verder. Bij elke stap die we zetten, zakken we weg in het zand. Het doet me denken aan een scène uit een film waarin de hoofdpersoon op een gegeven moment zijn zakdoek met geknoopte hoeken om zijn hoofd bindt en langzaam richting horizon wandelt. Nu zijn we natuurlijk wel in Nederland en na een paar hele lange kilometers, leidt het pad omhoog het bos in, naar de schaduw.

Hulshorsterzand

Over de A28 en het spoor lopen we het bos weer uit en komen in boerenland terecht. Met pas gemaaid gras aan de ene kant en net ontkiemende gewassen aan de andere kant wandelen we richting Hulshorst. Bij het dorp volgen we een karrenspoor en worden getrakteerd op een bijzonder straatgedicht dat gedrukt is op glas. Het landschap, waar het gedicht over gaat, kun je daardoor direct waarnemen. Hier kun je de blogpost lezen over dit bijzondere gedicht.

Een straatgedicht bij Hulshorst

Na Hulshorst volgt het Belvédèrebosch en lopen we lange tijd langs een fietspad. En dan is daar Nunspeet. Grote huizen in het bos omringd door bloeiende rododendrons vormen een mooie entree. Het industrieterrein dat volgt staat in schril contrast. We worden een doodlopende straat in geleid en de route loopt verder over een schelpenpaadje tussen het spoor en de achterkant van bedrijven. Als we langs grote vaten met zwavelzuur, zoutzuur en natronloog komen, moeten we direct denken aan een plaats delict uit een detective serie. Gelukkig is het drie uur ’s middags, niet drie uur ‘s nachts.

En dan komt het station in zicht. Met een ijsje en een wel heel toepasselijk stationsgedicht van Rutger Kopland sluiten we een mooie en afwisselende etappe af.

Een van de vele straatgedichten die we deze etappe tegenkomen

Benieuwd naar de andere etappes van het Westerborkpad? Hier vind je de verhalen over de etappes tot nu toe.

De museummedewerkster

Leunend op haar stok wijst ze naar een met allerhande stoffen bloemen versierde hoed in de vitrine. “Die zouden ze bij ons op doen met carnaval!” roept de man met Brabants accent uit. Zijn vrouw knikt instemmend. De zuidelijke toeristen dwalen nog wat door de zaal met klederdracht en met een vrolijk ‘houdoe’ lopen ze weer de gang in. Dan krijgt de museummedewerkster ons in het oog.

We bevinden ons in Nunspeet, in het Noord-Veluws Museum. Ons hoofddoel is de tentoonstelling van de werken van Chris ten Bruggen Kate (1920-2003), de magisch-realistische schilder, wiens werken, de laatste keer dat ik in dit museum was, grote indruk maakten. De hele benedenverdieping is aan hem gewijd. Luchten in verschillende kleuren stralen je tegemoet. Van diep-oranje, intens geel, via nachtblauw, zeegroen naar donkerrood.

Chris ten Bruggen Kate Noord-Veluws Museum
De landschappen zijn stuk voor stuk geschilderd in een typerende stijl. Sterk vereenvoudigd, badend in een magisch licht staan bomen, huisjes en af en toe een hooiberg aan de horizon. Het zijn vaak onbekende landschappen, maar ook de IJssel en Urk hangen er tussen. “Hij schildert de natuur niet zoals hij is, maar zoals hij zou moeten zijn” vertelt Lenie, de vrouw van de kunstenaar, op een video.

Chris ten Bruggen Kate Noord-Veluws Museum
Ik ben onder de indruk. En mijn medebezoekers ook, aan de enthousiaste uitroepen te horen. Missie geslaagd! Een verdieping hoger maken we nog een rondje langs de vaste collectie en werpen tot slot nog een blik in de zaal met de klederdracht. Eigenlijk niet onze cup-of-tea, maar ja, we zijn er toch.

Langs de Brabanders lopen we verder de zaal in en worden aangesproken door de oudere dame met stok. Op haar rode gehaakte vestje valt het oranje lintje bijna weg. Moeiteloos vervolgt ze haar verhaal over de versierde hoed, die helemaal niets met carnaval te maken heeft. Oorijzers, kapjes, mutsjes, mofjes, ze weet er alles van en deelt dit graag met ons.

Van de klederdracht is de stap klein naar de meekrap (een kleurstof) en de eekschillers (letterlijk: het schillen van een eik, de bast van de eik werd in de leerlooierij gebruikt). Enthousiast vertelt de oudere dame geschiedenissen die ze uit de eerste en tweede hand vernomen heeft. Verhalen uit deze streek. Het zou zo input kunnen zijn voor een levensverhaal of een roman.

Als we later in het museumcafé nog nagenieten van deze onverwachte twist in ons museumbezoek, zien we de museummedewerkster weer. Ze heeft lunchpauze en drinkt samen met haar collega’s een kopje koffie. We vangen woorden op als ‘jong stel’ en ‘eekschillers’. We kijken elkaar aan en concluderen met een zwijgende glimlach dat niet alleen wij genoten hebben van de ontmoeting.

Ook benieuwd naar de werken van Chris ten Bruggen Kate? De tentoonstelling is nog tot en met 11 juni 2016 te zien in het Noord-Veluws Museum. Collega-blogger JannieTR bezocht de tentoonstelling in maart en was ook erg enthousiast. De tentoonstelling Veluwse streekdracht in beeld is tot en met 5 juni 2016 te bezoeken.

Magisch-realisme op de Veluwe

1 november 2014 opende het Noord-Veluws Museum zijn deuren. Het trekt op de een of andere manier, zo’n nieuw museum. Ik vraag me altijd af in hoeverre het anders is dan de musea die er al zijn. Met wat voor origineels zal de bezoeker verrast worden? Een half jaar na opening treden ook wij in het voetspoor van inmiddels 6000 bezoekers en begeven ons richting Nunspeet.

“Een kunstmuseum, dat werk toont van Noord-Veluwse kunstenaars” staat er op de site te lezen. Onbewust denk ik dan meteen aan onbekende streekschilders, autodidacten, makers van naïeve kunst. Misschien dat het beeld dat de Veluwe oproept ook niet meewerkt. Het blijkt verrassend anders dan gedacht.

Zo’n 125 jaar geleden ontpopte Nunspeet zich namelijk tot een geliefd oord onder beeldende kunstenaars. Tussen 1890 en 1950 trekken kunstenaars uit verschillende delen van het land naar Nunspeet en Elspeet. Geïnspireerd door de omgeving schilderen ze ‘en plein air’ de taferelen en landschappen die ze zien. Zo’n 100 beeldende kunstenaars vormen samen een kunstenaarsdorp. Een verschijnsel dat je bijvoorbeeld ook in Bergen, Domburg en Laren zag. Bekende namen zijn Arthur Briët, Jan van Vuuren en Ben Viegers.

Hofje met pratende vrouwen - Ben Viegers
Hofje met pratende vrouwen – Ben Viegers

Deze laatste is een Haagse schilder (1886 – 1947) – een autodidact – die er met zijn kwasten en doek graag op uittrekt. Op de fiets en later op zijn Harley Davidson met zijspan is hij de hele dag op pad. Elke dag opnieuw. Zijn landschappen, stadgezichten en boerenerven zijn vaak zonnige taferelen, waarbij veel gespeeld wordt met zon en schaduw. Je voelt de warmte die de pratende vrouwen moeten voelen. Het is een impressionistische kunstenaar die ook wel ‘de spontane colorist’ genoemd wordt, “vanwege zijn vrolijk, zuidelijke kleurgebruik en rake snelle penseelstreek”.

Een aantal schilderijen van Viegers maakt deel uit van de vaste expositie over dit kunstenaarsdorp. Lopend door de tentoonstelling maken we kennis met zijn tijdgenoten en geraken ongemerkt steeds later in de tijd. De schilderijen die we zien veranderen echter niet wezenlijk en worden nog steeds gekenmerkt door het directe contact met de natuur en de romantische uitbeelding. Totdat we oog in oog staan met een compleet ander werk.

Landschap - Chris ten Bruggen Kate
Landschap – Chris ten Bruggen Kate

Het lijkt wel een illustratie uit een kinderboek, bij een sprookje of bij een Plint-gedicht op een grote poster. Alleen dan met een onheilspellend randje. Ergens voel je dat er iets niet klopt, iets staat te gebeuren. Net als zijn mede-kunstenaars schildert Chris ten Bruggen Kate (1920 – 2003) typisch Nederlandse landschappen. Alleen op zijn geheel eigen manier. Sterk vereenvoudigd, gestileerd haast, is de ruimte die de bezoeker ziet. Alles badend in een magisch licht. Nee, magisch-realisme had ik hier niet verwacht.

Viegers en Ten Bruggen Kate, allebei Noord-Veluwse schilders, allebei autodidact, allebei te vinden in het Noord-Veluws museum. Hun werken zijn op hun eigen manier intrigerend. Ze hielden me vast, lieten me net wat langer kijken. Het nieuwe museum herbergt interessante stukken. De kennismaking met de spontane colorist en met de vader van het gestileerd realisme was aangenaam en zeker voor herhaling vatbaar.

Meer informatie over het Noord-Veluws museum vind je op de site van het museum. Leuke tip voor de zomer is de fietsroute die langs de woon- en werkomgeving van de Nunspeetse schilders gaat. Je kunt hiervoor de gratis app ‘Route Noord Veluws museum’ downloaden of een fietsrouteboekje aanschaffen in het museum.

wpid-screenshot_2015-05-09-19-04-57.png

Dit museumbezoek telt mee voor de uitdaging ‘Elke maand een museum‘.