Fiets in de trein

Treinleven

Stel je voor

Stel je voor: je staat op het perron met je fiets volgepakt met minimaal twee voor- en twee achtertassen. Net heb je de lift genomen om in de spoortunnel te kunnen komen. Het oude vrouwtje met rollator, dat aan kwam lopen toen jij al in de lift stond, wilde heel graag met je mee in de lift en was enigszins gepikeerd dat dat niet paste. Vanuit de spoortunnel nam je een tweede lift om op het perron te komen. Nu wacht je op de trein die je op je Duitse plek van bestemming zal brengen. Of in ieder geval een stukje in de goede richting, er wachten je namelijk nog drie overstappen.

Met de fiets in de trein

Met de fiets in de trein. Het kan in Nederland, Duitsland, België, Luxemburg en nog veel meer andere landen. Dat is fijn en handig. Het scheelt je als fietser enorm veel tijd. Maar reizen met een fiets in de trein brengt ook uitdagingen met zich mee. Altijd. Althans wel die keren, afgelopen jaren, dat ik het deed. Geen enkele reis is hetzelfde, geen enkele conducteur is hetzelfde en ook de medereizigers die met hun fietsen de reis ondernamen, zijn stuk voor stuk anders. Het mag met recht een avontuur genoemd worden.

Vier vakanties ervaring heb ik inmiddels. De eerste reis vanuit Luxemburg, de laatste vanuit Noord-Duitsland. In Luxemburg had ik nog geen fiets-in-trein ervaring en was ik blij dat mijn fiets überhaupt een plekje vond op het balkon. Samen met nog een aantal andere fietsen, waardoor er niemand meer in of uit kon. Vanuit Noord-Duitsland reisden we met enkel regionale treinen, wat een luxe bleek te zijn voor de vakantiefietser.

Luxemburg en België

De Luxemburgse trein leek veel op de Nederlandse, alleen een paar decennia ouder. Fietsen konden in principe op het balkon staan, maar als het er meer dan drie werden, kon je er eigenlijk niet meer in of uit. Tassen konden we er niet kwijt en stonden opgestapeld op het bankje tegenover ons. Gelukkig was het niet druk en de andere fietsers hadden dezelfde constructie bedacht. Wij hadden net de Vennbahn gefietst, de smokkelroute door Duitsland, België en Luxemburg over een oud spoorwegtracé en zagen een deel van de door ons gefietste route langs ons heen flitsen, terwijl we in rap tempo naar België reden.

In de Belgische trein was een apart rijtuig gereserveerd voor de fietsen. De conducteur had de sleutel en tijdens de rit mochten reizigers niet bij hun fietsen blijven. Geen probleem en lekker makkelijk. Diefstal werd zo ook lastig. Bij krappe overstaptijden ben je wel weer afhankelijk van de man met de sleutel, maar die wil over het algemeen ook weer verder. Geen enkel probleem dus.

Duitsland

Het fietsgedeelte in de Duitse intercity

En dan de Duitse treinen. Hier ligt mijn meeste ervaring en ook de meeste avonturen. In de intercity’s is reserveren voor je fiets verplicht. Er is beperkt plek in de speciale fietsgedeelten van de coupés. Je fiets hang je aan of zet je in de speciale haken. Bagage kan er meestal niet op blijven maar kun je naast je fiets kwijt.

Nadeel is dat niet iedereen zich aan de nummers houdt die zijn toegewezen in de reserveringen. Bepaalde plekken hebben nu eenmaal de voorkeur boven andere. Ik zet ook liever mijn fiets in een lage stalling, dan dat ik het voorwiel aan een haak in de buurt van het plafond moet hangen. Daarnaast heb ik de ervaring dat reserveringen ook wel opgeheven worden. Onder het mom van ‘zie maar dat je een plekje kunt bemachtigen’ stap je dan met zwaarbeladen fiets de trein in.

Intercity’s hebben een hoge instap en een smalle deur en een nauw gangetje waardoor je je fiets naar binnen moet wurmen. Instappen bij regionale treinen daarentegen zijn meestal gelijkvloers en de doorgangen zijn breder. Ook merkten we, toen we afgelopen zomer zonder reservering met enkel regionale treinen vanuit Noord-Duitsland terugreden naar Nederland, dat bepaalde Bundesländer hun regionale treinen uitrusten met een compleet fietsrijtuig.

Op station Hamburg Harburg rijden regionale treinen met aparte fietscoupés

Enkel haken, standaards en stangen om je fiets in te zetten, aan te hangen of tegen aan te laten leunen. Ideaal! Dertig fietsen konden er zeker staan. Op onze reis was het niet druk, waardoor we 10 uur en 5 overstappen later geen enkel stuk bagage van de fiets hadden hoeven halen. Ook kwamen we keurig op tijd aan op ons eindstation.

Een ervaring die maakt dat ik volgende keer weer met regionale treinen wil reizen. Zeker na ons akkefietje in Almelo vorig jaar met de intercity. Vanuit Denemarken reisden we toen terug naar Nederland, met een Duitse trein. In Almelo stapten we over op een Nederlandse trein. De bagage stond al op het perron, de fietsen nog in de trein. Toen gingen de deuren dicht en reed de trein weg. Gelukkig stond ik ook op het perron en mijn medefietser nog in de trein, waardoor het allemaal nog goed kwam. Maar dit is de nachtmerrie van elke fietser en was voor mij bijna de reden om niet meer met de fiets in de trein te reizen.

Maar ja, het is zo makkelijk en je komt zo veel verder. Dus dit jaar, toen het Almelo-akkefietje iets minder vers in het geheugen lag, toch weer een fiets-treinreis geboekt. Naar Rostock ditmaal (en vanuit daar naar Zweden), wederom met de intercity. Helaas bleek de tweede trein überhaupt geen fietsrijtuig te hebben waardoor de fietsers hun fietsen kwijt moesten in een gewoon rijtuig met bankjes en tafeltjes. Hangend aan het voorwiel bevestigden wij onze fietsen met de spin aan de bagagerekken, nadat we hem, zonder bagage, met moeite door het gangpad hadden gemanoeuvreerd. De tafeltjes waren opgeklapt, waardoor er bij zo’n vierzitsbankje net plek was voor twee fietsen.

De niet fietsende reiziger keek vreemd op toen het rijtuig bevolkt bleek door op hun achterwiel balancerende fietsen. Dit soort gevallen verenigt wel de vakantiefietser. Iedereen helpt elkaar met bagage en ophangen van fietsen. Ook bij het uitstappen worden van alle kanten helpende handen uitgestoken. Dat is het positieve aan dit soort situaties, het maakt het contact een stuk makkelijker. En de met de trein reizende vakantiefietser is over het algemeen geïnteresseerd in zijn collega-fietsers. De afgelopen vier fietsvakanties hebben we dan ook veel verhalen gehoord (en verteld) in de trein. Het maakt de reis onzeker, onverwacht, maar ook zeker interessant en avontuurlijk.

Nederland

Nederlandse treinen tenslotte kunnen nog wat leren van de Duitse regionale treinen – en toegegeven – ook van de Duitse intercity’s. Aparte fietsgedeelten ben ik nog niet tegengekomen in de Nederlandse trein. Op het balkon zijn per treinstel drie plekken gereserveerd voor fietsen. Dat is het. Als het vol is, is het vol. Reserveren is niet mogelijk. Gelukkig is de manoeuvreerruimte in de Nederlandse trein wel een stuk ruimer dan in de Duitse intercity. En als je een vroege of late trein pakt is er vaak ook genoeg plek.

Dus

Treinreizen met de fiets is dus per land, maar ook per trein een verrassing. Het beste is om zonder verwachtingen in te stappen en de avonturen onderweg over je heen te laten komen. Het loopt altijd anders dan je denkt en dat levert leuke verhalen op voor later (of voor een blog). Waar we volgend jaar heengaan, weet ik nog niet. Maar beginnen of eindigen met een treinreis sluit ik zeker niet uit.

 

Rondje Kattegat op de fiets | Jutlandroute

Onze fietsroute rond het Kattegat

In de zomer van 2017 fietsen we in tweeëneenhalve week rond het Kattegat. We beginnen in Trelleborg, Zweden en fietsen via de eerste langeafstand fietsroute van Zweden – de Kattegattleden – naar Göteborg. Hier steken we over naar Frederikshavn, Denemarken. We volgen het spoor van de Vikingen – via de Jutlandroute – terug naar het zuiden en nemen uiteindelijk in Hemmoor, Noord-Duitsland, de trein weer terug naar Nederland. We zijn dan 1200 km verder en veel ontmoetingen, ervaringen en indrukken rijker.

De komende tijd lees je hier een greep uit onze belevenissen. Hoe beviel Zweden op de fiets, is de eerste Zweedse langeafstand fietsroute een aanrader, hebben we daadwerkelijk sporen van Vikingen gezien en hoe gaat dat nu eigenlijk, met de fiets in de trein?

Jutlandroute

De hærvejen is zowel een populaire wandel- als fietsroute

We staan vooraan als de deuren van het schip opengaan en we Denemarken zien liggen. Donkere luchten, extra uitgelicht door een fel schijnende zon is ons eerste beeld van dit Scandinavische land. De Stena Line man gebaart dat wij fietsers als eersten eraf mogen en enkele minuten later rijden we samen met een paar andere vakantiefietsers over het veerbootterrein. Voor ons ligt het havenplaatsje Frederikshavn, het begin van onze Jutlandroute.

De komende anderhalve week fietsen we vanaf Frederikshavn richting zuiden. Eerst langs de kust en daarna landinwaarts. We volgen het spoor van de Vikingen, de basis van de Jutlandroute van Clemens Sweerman. De route loopt van Skagen, helemaal in het noorden van Denemarken over rustige landwegen, voormalige spoorbanen en historische handelswegen (de Hærvejen) via Noord-Duitsland naar Emmen.

De meeste mensen zullen de route andersom fietsen. Qua wind, die vaak uit het zuidwesten waait, niet zo’n gekke keuze. Voor ons rondje Kattegat kwam deze richting beter uit. Onderweg komen we dan ook veel fietsers tegen die ons tegemoet fietsen en slechts een enkeling die ‘onze’ kant op fietst. Ondanks de tegenwind was deze richting prima te doen. Net als vorig jaar de eilanden, beviel het vaste land van Denemarken ons weer zeer goed.

Zon, regen en heuvels

Het is vier uur ’s middags als we met Deense Kronen op zak en ingrediënten voor een simpel avondmaal vanuit Fredrikshavn op weg gaan naar onze eerste Deense camping in Sæby. Dreigende luchten met hier en daar een bliksemschicht begeleiden ons, terwijl de zon haar best doet de glooiende korenvelden zo geel mogelijk te laten lijken. De 15 kilometer doen ons weer denken aan vorig jaar. Denemarken is niet vlak, is ook nu weer onze conclusie. De eerste hellingen dienen zich al aan als we Frederikshavn nog niet uit zijn.

Op de camping aangekomen begint het te stortregenen en moeten we nog een uurtje wachten totdat we, zonder helemaal doorweekt te raken, onze tent op kunnen zetten. Bij het opzetten schijnt de zon weer uitbundig. ’s Avonds maken we zelfs een mooie zonsondergang mee. En dat is hoe het weer de rest van onze Deense fietsweek zal zijn, stralende zon afgewisseld door fikse regenbuien.

Na regen komt zonneschijn … en daarna weer regen (camping Sæby)

De volgende dag volgt een mooie fietsetappe langs de kust van Noord-Jutland. Over rustige landwegen komen we langs typische Deense boerderijen, waarvan er veel til salg (te koop) zijn. Even dringt een vergelijking met Noord-Groningen zich op, maar dan zonder de aardbevingen. Mensen trekken weg uit deze streek. Het natuurschoon en de dorpen zullen niet de reden zijn. We fietsen door kleine kustdorpjes met kleurige oude huizen en kenmerkende kerken. Bij zon zeer fotogeniek.

Ontmoetingen

Hoewel we aanvankelijk weinig vakantiefietsers tegenkomen, spreken we wel een aantal geïnteresseerde Denen. Bij een haventje aan zee wil de eigenaar van een koffietentje weten welke Nederlandse pretparken hij in september echt moet bezoeken als hij met vrouw en twee zoons onder de 10 naar Amsterdam gaat. De bijna gepensioneerde eigenaresse van de camping in Hadsund is zelf enthousiast fietser en schuift ons, na een half uur fietservaringen uitwisselen, twee douchemunten toe met de woorden “Cyclists get free showers here”.

De dag erop verlaten we de kust en fietsen al ‘heuvelend’, zoals Sweerman het in zijn routeboekje schrijft, langs het Mariager Fjord landinwaarts. Deze etappe valt ons zwaar en na 17 kilometer klimmen en dalen – de laatste afdaling over natte kinderkopjes – zijn we blij om in het historische stadje Mariager een terrasje te zien. We strijken neer aan een van de twee tafeltjes en genieten van een grote beker koffie met veel melk. Zeker geen cappuccino, zoals de verkoopster het noemde, maar zeer verdiend.

De fietsen parkeren we in Mariager bij de paardenkoetshalte, die gelukkig niet verschijnt

De weersvoorspellingen zijn niet best als we in Viborg, een van Denemarkens oudste stadjes, aankomen. We vinden, dankzij de hulp van een meedenkende VVV-medewerkster, een van de laatste kamers in een B&B. Een handbalevenement en een hondenshow doen de stad kraken in zijn voegen. De volgende dag spreken we af met vrienden die toevallig ook in de buurt vakantie houden. In het café bij de dom wisselen we vakantie-ervaringen uit en horen we alles over Legoland, een must voor alle kinderen, aldus de twee jongens. De gutsende regen slaat tegen de ramen.

In Viborg komen we deze tekst tegen: als de bakker dood is, bakt hij geen brood meer (vrij vertaald)

Lekke banden

Tot aan Viborg waren de lekke banden ons bespaard gebleven, maar dat geluk duurt niet eeuwig. De volgende dagen wordt er een ernstig beroep gedaan op onze bandenplakvaardigheden. De beroemde grindwegen, waarover ik in blogs over de Jutlandroute had gelezen, doen hun invloed gelden. Ze worden steeds talrijker en de combinatie van scherpe steentjes en natte banden is geen gelukkige. In drie dagen plakken we vier lekke banden. We besluiten om de volgende fietsvakantie toch maar antilekbanden te proberen.

Fietsen over grindwegen is vooral bij regen een goede basis voor lekke banden

De grindwegen kennen een lange historie. Het zijn de oude handelswegen, de ‘Hærvejen’, in Duitsland ook ‘Ochsenweg’ genoemd, die van zuid naar noord lopen. Sommige delen gaan terug tot vóór de bronstijd. Dat maakt dat je zo’n lekke band toch even wat anders bekijkt. Op die wegen komen we naast fietsers ook veel wandelaars met grote rugzakken tegen, het zijn populaire routes. Langs de Hærvejen vind je af en toe nog een zogenaamde Kro, een herberg waar vroeger de postkoetsreizigers overnachtten. In Jelling, thuisstad van de Vikingkoning Blauwtand (Bluetooth is naar hem vernoemd), eten we een hapje in de eeuwenoude Kro. Fietsen over oude Deense wegen en niet eten in een Kro, dat kan eigenlijk niet.

De Kro in Jelling ziet er uit zoals een Kro er (in mijn gedachten) uit moest zien

Overnachten

Tijdens onze fietstocht hebben we allerhande overnachtingen gehad. Van tent tot B&B, van hotel tot stuga. Onze laatste camping in Denemarken – in Vojens – is een geval apart. Na een dag vol regenbuien en enige onenigheid met de GPS komen we er aan. De camping hoort bij een sportcomplex en is verlaten. Geen campingpersoneel, geen campinggasten, alleen één onbewoonde caravan. We bellen het telefoonnummer dat op het hek staat en 10 minuten later komt er een mevrouw aan gereden.

Ze is niet verbaasd als we vertellen dat we een route fietsen die in Nederland begint of – in ons geval – eindigt. Veel Jutlandroutefietsers gebruiken deze camping om te overnachten. Als campinggast heb je toegang tot de faciliteiten van het sportcomplex. Als enige twee kampeerders betekent dat dat we een enorme keuken, veel douches, toiletten, een tv en wat dies meer zij tot onze beschikking hebben. Een verlaten camping voelde wat vreemd maar is zo gek nog niet.

In Noord-Duitsland kamperen we in Hademarschen bij de boer. Achter zijn boerderij, met uitzicht op de weilanden, zijn een paar kampeerplaatsen. De ene douche, het ene toilet en de afwasgelegenheid zitten bij elkaar in één ruimte, in een soort tuinhuisje. Karig, maar prima verzorgd. Net als het ontbijt. De bestelde warme broodjes worden door de boer bij de tent gebracht en de boerin vraagt of wij er ook koffie bij willen. Even later zitten we met een grote mok koffie op een van de bankjes die zij er speciaal voor de kampeerders hebben neergezet. In het gastenboekje lezen we dat we niet de eerste Jutlandroutefietsers zijn die deze leuke camping hebben ontdekt.

Ons uitzicht vanaf de camping in Hademarschen

Kortom

In Noord-Duitsland sluiten we ons rondje Kattegat af. In de paar dagen die we nog hebben, halen we Nederland niet meer en er is weer regen voorspeld. We vinden het mooi geweest. In tweeëneenhalve week hebben we drie landen doorkruist, veel mooie natuur en idyllische dorpjes gezien, onze conditie weer op peil gebracht en zijn we weer heel wat historische kennis wijzer. Ook de ontmoetingen onderweg met fietsers maar ook met inwoners van de gebieden waar we doorheen fietsten waren inspirerend en verrassend.

De laatste dag reizen we per trein met onze fietsen terug naar Nederland. Met regionale treinen reist het eigenlijk prima, ze zijn fietsvriendelijk en we hebben alle tijd. Met vijf overstappen en tien uur later zijn we dan eindelijk op de plek van bestemming. Het voelt vreemd om weer terug te zijn, maar ook heel goed. Medekampeerders op de camping in Hademarschen kenden het gevoel. Oma, moeder en twee dochters (ongeveer 9 en 11 jaar) waren met de fiets onderweg naar Kopenhagen. Een van de dochters zei enthousiast: “Dan kan ik op school vertellen dat ik naar Denemarken ben gefietst! Vanuit huis!” Een gevoel om te koesteren.

Benieuwd naar onze ervaringen in Zweden? Lees het hier.

 

Zweedse schuilplaats

Het is onze eerste echte fietsdag in Zweden en volgepakt doorkruisen we Skåne. Moe van de inspanning, de heuvels en de elementen zijn we – aan het einde van de middag – blij bij de camping te zijn aangekomen. Althans, we zijn blij om een plekje voor onze tent te hebben, en een douche. Deze grote, volgepakte, niet goedkope camping die ook nog eens de nodige vertier biedt, is niet ons ding.

Na alle post-fietswerkzaamheden (tent opzetten, wasje doen, douchen, maaltijd bereiden) die de komende weken routine gaan worden, wandelen we richting zee. Want dat is een belangrijke reden voor de grootte, drukte en prijs van deze camping: hij ligt aan zee. Aan het Kattegat om precies te zijn, de zeestraat tussen zuidwest-Zweden en het Deense Jutland.

De zon staat laag. Nog even en de schemering treedt in. Wij wandelen langs de steigers, de kleine houten huisjes, de barbecue-plekken. Een jong stel zit knusjes op een bankje, een paar kinderen schoppen een bal over. Aan de overkant ligt een cruiseschip voor anker. Nog een kwartiertje besluiten we, dan gaan we terug naar de tent voor de welverdiende nachtrust.

En opeens is daar het bordje, onopvallend, klein, maar fascinerend. Het doet ons stilstaan. Wat staat erop? Wat wil dit bordje zeggen? Met mijn medefietser speculeer ik over een ongemakkelijke bushalte, een backpackerval (als je het stokje weghaalt) en een schuilkelder in geval van een bombardement. We weten het simpelweg niet.

Het moet een kilometer verderop zijn. Er is maar één manier om erachter te komen, besluiten we, en we lopen verder. Maar na een kilometer hebben we niets gezien wat op het bordje lijkt. We lopen nog een paar honderd meter maar zien enkel de inmiddels zwart geworden zee. In de schemering keren we terug naar onze tent.

Anderhalve week later worstelen we ons door de Jutlandse tegenwind over de Hærvejen, de eeuwenoude Deense handelswegen. Voornamelijk fietsers en wandelaars maken gebruik van deze grindwegen. We zijn die dag al regelmatig afgestapt om een schuilplaats te zoeken voor de fikse regenbuien die over het land trekken. Ook nu naderen de donkere wolken in rap tempo. Met een schuin oog op bomen met een dicht en overhangend bladerdek fietsen we verder.

Twee wandelaars in regenponcho en grote rugzak komen ons tegemoet. Zoals gebruikelijk groeten we elkaar. En precies op dat moment barst de bui los. Wij speuren de omgeving af naar een droge schuilplek. Een van de geponchoode wandelaars draait zich half om en wijst naar de weg waar zij vandaan komen: “There is a shelter, a 100 meters that way. You can wait there for the rain to stop”.

Dankbaar fietsen we in een hoog tempo verder. Wat we daar verderop, glimmend van de regen, langs de weg zien staan, brengt ons in één klap weer terug naar die avond van de eerste fietsdag in Zweden. Het onopvallende Zweedse bordje staat hier in Denemarken in levensgroot formaat langs de weg. Het is een bivak, een plek om te schuilen, wellicht ook te gebruiken door kampeerders die er willen overnachten. Ja, dat moet het bijna wel geweest zijn, daar aan het strand bij die overvolle camping. Als we dat geweten hadden…

In januari 2017 ging ik de uitdaging aan om elke maand een foto te plaatsen met het verhaal erachter. Het onderwerp van de foto kan van alles zijn. Het is maar net wat ik tegenkom in mijn dagelijkse leven. De foto’s met verhaal tot nu toe kun je hier terugvinden. Lijkt het je ook leuk om je foto’s een verhaal mee te geven? Voel je vrij om mee te doen met deze uitdaging. Ik ben heel benieuwd naar jouw gekke, mooie, grappige, abstracte, inspirerende of bijzondere foto (#EMEF).

 

Rondje Kattegat op de fiets | Kattegattleden

Onze fietsroute rond het Kattegat

In de zomer van 2017 fietsen we in tweeëneenhalve week rond het Kattegat. We beginnen in Trelleborg, Zweden en fietsen via de eerste langeafstand fietsroute van Zweden – de Kattegattleden – naar Göteborg. Hier steken we over naar Frederikshavn, Denemarken. We volgen het spoor van de Vikingen – via de Jutlandroute – terug naar het zuiden en nemen uiteindelijk in Hemmoor, Noord-Duitsland, de trein weer terug naar Nederland. We zijn dan 1200 km verder en veel ontmoetingen, ervaringen en indrukken rijker.

De komende tijd lees je hier een greep uit onze belevenissen. Hoe beviel Zweden op de fiets, is de eerste Zweedse langeafstand fietsroute een aanrader, hebben we daadwerkelijk sporen van Vikingen gezien en hoe gaat dat nu eigenlijk, met de fiets in de trein?

Onderweg naar de Kattegattleden

Het Kattegat in Borstahusen bij Landskrona

Sinds een paar jaar kent ook Zweden een officiële langeafstand fietsroute. De route is 370 km lang en doorkruist de provincies Skåne en Halland. Over fietspaden en autoluwe wegen fiets je langs de mooie Zweedse zuidwestkust van Helsingborg naar Göteborg. Onderweg bevind je je regelmatig in de typische Zweedse landschappen met de rode houten boerderijen, uitgestrekte korenvelden (met korenbloemen en klaprozen), glooiende heuvels, leuke dorpjes en niet te vergeten de pittoreske haventjes.

Wij beginnen ons Zweedse fietsavontuur in Trelleborg, 100 km zuidelijker dan Helsingborg. Vanuit Nederland reizen we met de trein (en onze fietsen) in ruim zeven uur naar Rostock. De volgende ochtend nemen we daar de boot naar Trelleborg. Zeven uur later staan we in de stromende regen in het Zweedse havenplaatsje. Unaniem besluiten we om onze eerste Zweedse nacht door te brengen in een Zweedse trekkershut, de stuga. De tent krijgt zijn kans nog wel.

De daaropvolgende dagen klaart het weer op en fietsen we bij een aangename temperatuur en zon door Skåne. Ook nu we nog niet op de Kattegattleden fietsen is het landschap zeker de moeite waard. Van tevoren hadden we een route uitgestippeld over kleine weggetjes en langs de kust en deze in de GPS gezet. We rijden over glooiende wegen met bomen, langs korenvelden met wilde bloemen en zien onze eerste typische Zweedse rode boerderijen.

Onze eerste kennismaking met fietsland Zweden is niet gek

Als fietsers voelen we ons meteen thuis in Zweden. Er is een keur aan fietspaden, in de steden maar ook erbuiten. Voor fietsers worden nabijgelegen plaatsen met wegwijzers aangegeven. Automobilisten geven ons overal voorrang, ook als wij dat helemaal niet hebben. Het is prettig fietsen zo.

Hoewel we op weg zijn naar de Kattegattleden, de eerste officiële fietsroute van Zweden, komen we onderweg ook wegwijzers tegen van een ander Zweeds fietsroutenetwerk: de Sverigeleden. Deze volledig bewegwijzerde routes lopen door heel Zweden en zijn gebundeld in drie fietsgidsen. Voor wie na de Kattegattleden Zweden verder wil verkennen op de fiets zijn er dus nog genoeg mogelijkheden.

Fietsen over de Kattegattleden

Het begin van de Kattegattleden in Helsingborg

Op onze tweede volledige fietsdag bereiken we dan toch Helsingborg, het begin van de Kattegattleden. Op het centrale plein, waar de boten uit Denemarken aankomen, de treinen uit omliggende gebieden en fietsers uit alle windstreken vereeuwigen we onszelf voor het startbord van de route. Met een cappuccino en muffin luiden we het begin van de route in en vangen met een stralend zonnetje de weg aan.

Fietsend door korenvelden is de zee nooit ver weg

De dagen erop volgen we donkerrode routebordjes die ons langzaam maar zeker dichter bij Göteborg brengen. De route is allerminst vlak. Heuveltjes zijn aan de orde van de dag en af en toe moet er flink geklommen worden. Gelukkig zijn de klimmetjes slechts kort en goed te doen. Geregeld staan we even stil om het prachtige uitzicht over het Kattegat vast te leggen op de gevoelige plaat.

Het haventje van Träslövsläge ligt er idyllisch bij

Regelmatig rijden we over of langs een golfbaan. Als je enkel de Kattegattleden fietst krijg je al snel het gevoel dat heel Zweden golft. En geef ze eens ongelijk. Vaak zijn de golfbanen op schitterende plekken aangelegd. Uitkijkend over het Kattegat of het weidse landschap een balletje slaan: wie wil dat nu niet!

In de idyllische dorpjes halen we onze lunch om deze op een leuk plekje aan zee op te eten. Onze volgepakte fietsen baren nog wel wat opzien. Een oud vrouwtje begint in het Zweeds een heel verhaal tegen mij, terwijl ik bij de supermarkt sta te wachten. “English?” vraag ik verontschuldigend, maar ze kan alleen maar Zweeds. Wel steekt ze haar duim op om ons succes te wensen bij onze verdere fietsavonturen, die ze waarschijnlijk graag gehoord zou hebben.

De route gaat door een mooi, maar ook toeristisch gebied van Zweden. Niet alleen zijn er in deze zomermaanden veel fietsers die de route fietsen, ook de kust en het strand trekken veel vakantiegangers. In sommige plaatsjes moeten we moeite doen om langs de grote stromen strandgangers te komen.

Regelmatig gaat de route vlak langs de kust

De grote campings langs de kust zijn afgeladen vol en aardig prijzig. Gelukkig is er altijd wel een plekje voor een tent, maar onze voorkeur gaat toch uit naar de kleine campings met weinig voorzieningen. In de latere etappes zoeken we daarom vooral campings uit die niet direct aan zee liggen.

Zo komen we in Galtabäck op een kleine camping bij een boer terecht met een mooi grasveld en prima ‘kök’ (keuken op de camping), waar we vanwege de regen ons maaltje bereiden, koffiedrinken en de hele avond blijven zitten. We spreken er verschillende kampeerders die al wandelend, vissend, fietsend of met een camper rondtrekkend het land verkennen. Het zijn gesprekken die we op de grote kustcampings nooit hebben gehad.

Op de camping bij Galtabäck hebben we alle plek

En dan nadert Göteborg, het eindpunt van onze Zweedse fietsroute. In zes volle fietsdagen (en een zeer natte rustdag) hebben we 500 km afgelegd en Zweden als fietsland leren kennen. Wat een mooie route is de Kattegattleden. Over enkel fietsvriendelijke paden rijden we door een zeer afwisselend landschap. Kust wordt afgewisseld door binnenland, glooiende korenvelden door pittoreske haventjes, pittige klimmetjes door vlakke kustpaden, grote steden door leuke dorpjes waar de stokrozen tegen de gekleurde houten huizen leunen.

Meer informatie

Ja, de Kattegattleden was een bijzondere ervaring die ik elke fietser kan aanraden. Kijk voor meer informatie op de site van de Kattegattleden . Hier vind je een PDF-versie van de routekaarten, overnachtingsmogelijkheden en nog veel meer. Wij fietsten de route in de Nederlandse, maar ook Duitse en Zweedse zomervakantie. Dus op het hoogtepunt van het toeristische seizoen. Ik kan me voorstellen dat het er in het voorjaar of september een stuk rustiger is.

Benieuwd naar onze ervaringen in Denemarken? Lees het hier.

 

Strandstoelen, sups en een oorlogsschip

Deense fietsvakantie #3

In juni 2016 fietsen we anderhalve week al eiland hoppend door Denemarken. Ons Deense avontuur begint in het Duitse Flensburg, waar de trein ons en onze fietsen in ruim 9 uur heen brengt. Via zuidelijk Jutland, Als, het zuiden van Fyn, Tåsinge, Langeland, Lolland, Falster en Bogø komen we uiteindelijk op Møn aan. Onze meest oostelijke bestemming. Terug op Lolland steken we over naar Noord-Duitsland, alwaar we in Lübeck de trein weer terug pakken naar Nederland.

Onderweg genieten we van het Deense landschap, hebben allerlei ontmoetingen en beleven dingen die je van tevoren niet bedenkt. De komende tijd kun je hier een greep uit die belevenissen lezen, in willekeurige volgorde.

Te voet/te fiets: Te fiets
Route: Van Fehmarnsund via de Oostzeekustroute naar Lübeck
De Oostzeekustroute – ook wel Ostseeküsten-Radweg, Baltic Sea Cycle Route of EuroVelo 10 genoemd – volgt bijna 8000 km lang de kust van de Oostzee. De route gaat door Duitsland, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Rusland, Finland, Zweden en Denemarken. Wij rijden er 100 km van, in de Duitse deelstaat Schleswig-Holstein.
Afstand: 102 km
Startpunt: Fehmarnsund op het Oostzee-eiland Fehmarn (Duitsland)
Eindpunt: Lübeck (Duitsland)

Oostzeekustroute van Fehmarnsund naar Lübeck
Oostzeekustroute van Fehmarnsund naar Lübeck

We worden wakker in een oude caravan met een inrichting die sinds de jaren 70 niet meer is veranderd. Dagen later ruik ik nog de muffe geur die in mijn slaapzak is achtergebleven. Het matras ligt echter prima en onze telefoons en batterijen voor de GPS zijn weer helemaal opgeladen. Het animatieteam dat over een paar dagen zijn intrek neemt in dit stulpje heeft niks te klagen. Wij ook niet, en de overnachting was kosteloos.

Gisteren kwamen we na een lange dag fietsen op deze camping aan. Onze laatste dag Denemarken was er een met veel (tegen)wind, lange rechte wegen en uiteindelijk de haven van Rødby. Wachtend op de veerboot die ons naar het Duitse Puttgarden zou brengen, blikten we terug op een zonnige, mooie week in Denemarken. Het Scandinavische land had ons aangenaam verrast. Nu op zoek naar een Duitse camping.

Die camping vinden we in Fehmarnsund pal aan de Oostzee, waar de campingmevrouw ons geheel onverwacht een gratis overnachting in een caravan aanbiedt. “De nachten zijn koud” geeft ze als verklaring. Misschien dat onze volgepakte fietsen en de sporen van een lange dag op onze gezichten mee hebben  gespeeld.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg. We hebben aardig wat kilometers voor de boeg. We willen vandaag Lübeck halen om morgen de trein terug te pakken naar Nederland. Na een blik op de kaart besluiten we de Ostseeküsten-Radweg te volgen. Buiten de camping zien we een klein vierkant bordje met ‘Ostseeküsten-Radweg’ onder de richtingaanwijzer hangen. Het is nu een kwestie van bordjes volgen. Dat blijkt echter niet zo eenvoudig.

Ostseeküsten-Radweg
Aanvankelijk gaat het goed. Over de hoge Fehmarnsundbrücke steken we de zee-engte tussen Fehmarn en het vasteland over. Door het hoge gras aan weerszijden van het fietspad blijft er slechts een smalle strook weg over. Het lijkt wel een single track op een mountainbike parcours. Onze fietstassen raken continu het gras, waardoor we ongewild een breder pad banen voor de fietsers die na ons komen. Het weerhoudt ons er niet van om te genieten van het uitzicht over de Oostzee. Het ochtendzonnetje doet het water glinsteren.

De route voert ons door een glooiend landschap met akkers en boerderijen. De zee is nooit ver weg, getuige de vele richtingaanwijzers naar uitspanningen en campings. We zien hem echter pas na 25 kilometer weer, azuurblauw en zomers. Deze afwisseling van kust en binnenland maakt de Oostzeekustroute zeer aantrekkelijk. Verandering van spijs doet eten.

Even een pauze om de kaart te raadplegen
Even een pauze om de kaart te raadplegen

Aan de kust zijn we niet de enige. Hoewel het een doordeweekse dag in juni is, hebben vele mensen de weg naar het strand gevonden. Ook de fietspaden zijn goed bezet. We passeren dagjesmensen maar ook vakantiefietsers, veel vakantiefietsers. In 10 minuten Oostzeekustroute komen we er al meer tegen dan in een week Denemarken.

Als we in een grotere plaats komen, raken we de routebordjes kwijt. Een GPS-route was nu wel handig geweest. We fietsen maar naar het zuiden en pikken uiteindelijk weer de route op. In de volgende plaats is het weer hetzelfde verhaal. We maken zo heel wat extra kilometers maar komen ook een bakkerij met heerlijke broodjes tegen. Op het terras bepalen we opnieuw onze richting. Het zal niet de laatste keer zijn.

In de middag stoppen we voor bloedsinaasappelschepijs. Op een muurtje kijken we uit over zee. Er komt een kano langs en een supper. Staand op zijn sup-board beweegt de jongen zich met soepele slagen voort en is binnen no-time uit ons gezichtsveld verdwenen. De typisch Duitse strandstoelen staan netjes in rijen opgesteld. In de verte ligt een oorlogsschip. Het vormt een vreemd contrast.

Typisch Duitse strandstoelen
Typisch Duitse strandstoelen

Aan het einde van de dag bereiken we de buitenwijken van Lübeck. De GPS is ingesteld op het station en verkeerslicht na verkeerslicht naderen we het centrum van deze Hanzestad. Wachtend voor één van deze verkeerslichten stopt er een oudere dame naast mij. Na een goedkeurende blik op onze bepakte fietsen vraagt ze waar wij heengaan. “We zijn er al”, zeg ik, “Lübeck”. Ze glimlacht en steekt haar duim omhoog. “Was ik nog maar jong” denk ik haar te horen mompelen. Dan springt het licht op groen. “Nog een mooie avond in mijn stad” roept ze ons na.

Deze fietstocht telt mee voor de uitdaging Elke Maand Een Route 2016

Denemarken is niet vlak

Onze fietsroute in Denemarken (klik op de kaart voor een grotere afbeelding)
Onze fietsroute in Denemarken (klik op de kaart voor een grotere afbeelding)

Deense fietsvakantie #2

In juni 2016 fietsen we anderhalve week al eiland hoppend door Denemarken. Ons Deense avontuur begint in het Duitse Flensburg, waar de trein ons en onze fietsen in ruim 9 uur heen brengt. Via zuidelijk Jutland, Als, het zuiden van Fyn, Tåsinge, Langeland, Lolland, Falster en Bogø komen we uiteindelijk op Møn aan. Onze meest oostelijke bestemming. Terug op Lolland steken we over naar Noord-Duitsland, alwaar we in Lübeck de trein weer terug pakken naar Nederland.

Onderweg genieten we van het Deense landschap, hebben allerlei ontmoetingen en beleven dingen die je van tevoren niet bedenkt. De komende tijd kun je hier een greep uit die belevenissen lezen, in willekeurige volgorde.

Laat ik meteen alle vooroordelen de wereld uit helpen: Denemarken is niet vlak! In de voorbereiding voor onze fietsvakantie in dit Scandinavische land, las ik af en toe dat Denemarken vergeleken werd met de Zuid-Limburgse heuvels. Hoewel ik een tijdje in Maastricht heb gewoond en in de weekenden regelmatig het nodige zweet verloor bij het bedwingen van verscheidende hellingen, drong het niet echt tot me door. In mijn hoofd bleef het land vergelijkbaar met Nederland. Net als het klimaat, dat overigens wel weer vergelijkbaar is met het onze.

Als wij de eerste dag, na een door vertragingen wat langere treinreis, in het Duitse Flensburg aankomen, besluiten we door te fietsen naar een camping in Denemarken. Een kilometer of 40 moet wel lukken, schatten we zo in. Het fietspad dat ons naar de grens leidt, gaat voornamelijk omhoog. Duf van de treinreis en te warm gekleed voor het mooie weer staat het zweet ons al snel op de rug. Ik ben blij om even af te kunnen stappen voor een fotomomentje bij het blauwe grensbord.

Grens met Denemarken
De volgende dag vertrekken we van een camping vlak over de grens. De beoogde 40 kilometer van gisteren zijn er uiteindelijk 15 geworden. Al snel fietsen we langs het Flensburger Fjord dat er in de stralende ochtendzon idyllisch bij ligt. Grote keien aan de waterkant, schilderachtige steigers, groene eilandjes en zeilbootjes in de verte. Witte landhuizen kijken vanaf de heuvels uit over de zee. In de tuinen rododendrons in alle kleuren. Aan de overkant zien we Flensburg liggen. “Schön hé?!” zegt een voorbijkomende vakantieligfietser, die uit Lübeck blijkt te komen. Wij kunnen het alleen maar beamen.

Onze route langs het Flensburger Fjord
Onze route langs het Flensburger Fjord

Als de weg van het fjord afbuigt, begint de stijging. Het blijkt een opmaat voor de wegen die ons vandaag nog staan te wachten. We fietsen in een glooiend landschap. Af en toe duikt er een witte molen op, een gekleurd kerkje. Verder wuivende graanvelden zover het oog reikt. Ze worden afgewisseld door schilderachtige havenplaatsjes, waar de zee ons tegemoet schittert in vele kleuren blauw.

Lunchpauze in Sønderborg
Lunchpauze in Sønderborg

Na een dag fietsen met de nodige heuvels, hoge temperaturen en een fikse tegenwind, bereiken we het kustplaatsje Fynshav, waar we de volgende dag de boot willen nemen naar het eiland Fyn. Volgens het oorspronkelijke plan hadden we hier de eerste dag in de buurt willen komen. Veel te optimistisch, concludeerden we gisteren al. Ook die 50 km van vandaag zijn ons niet in de koude kleren gaan zitten.

Uit de campingbordjes aan het begin van het plaatsje kiezen we er op goed geluk eentje. Het leidt ons naar een camping – hoe kan het ook anders – aan zee. De man van de camping ziet onze volgeladen fietsen en denkt met ons mee: “I’ve got just the right spot for you”. Het blijkt een plek direct aan zee te zijn, een picknickbankje is inbegrepen.

Ons plekje op de Lillebælt Camping in Fynshav
Ons plekje op de Lillebælt Camping in Fynshav

Fris gedoucht en met een welverdiende kop koffie genieten we een uurtje later vanaf ‘onze’ picknickbank van het uitzicht. De buurman loopt gewapend met hengel en schepnet het strand op om het avondmaal bij elkaar te vangen. De veerboot die wij morgen nemen, zien we af en aan varen naar het strookje land aan de overkant. Het ziet er groen uit. En heuvelachtig. Na twee fietsdagen Denemarken laten we ons niets meer wijs maken en stippelen een niet al te lange route uit voor morgen.

Gerecyclede grafzerken (Deense fietsvakantie #1)

Onze fietsroute in Denemarken
Onze fietsroute in Denemarken (klik op de kaart voor een grotere afbeelding)

In juni 2016 fietsen we anderhalve week al eiland hoppend door Denemarken. Ons Deense avontuur begint in het Duitse Flensburg, waar de trein ons en onze fietsen in ruim 9 uur heen brengt. Via zuidelijk Jutland, Als, het zuiden van Fyn, Tåsinge, Langeland, Lolland, Falster en Bogø komen we uiteindelijk op Møn aan. Onze meest oostelijke bestemming. Terug op Lolland steken we over naar Noord-Duitsland, alwaar we in Lübeck de trein weer terug pakken naar Nederland.

Onderweg genieten we van het Deense landschap, hebben allerlei ontmoetingen en beleven dingen die je van tevoren niet bedenkt. De komende tijd kun je hier een greep uit die belevenissen lezen, in willekeurige volgorde.

De heggetjes stonden netjes in het gelid, alsof ze gisteren nog gesnoeid waren. De paadjes waren zonder onkruid, de namen op de grafzerken goed leesbaar. Geen sporen van mos over de letters, geen zichtbare invloeden van regen en wind. Er sprak zorg uit, respect voor de overledenen. Totdat we een stukje verder liepen. Daar, aan de andere kant, leek het liefelijke kerkhofje opeens niet meer zo liefelijk.

Een paar uur daarvoor zijn we – na 80 kilometer fietsen – aanbeland in Våbensted, een kleine dorpje op het eiland Lolland. De batterijen van onze GPS hebben – na drie nachten in een tentje – sterke behoefte aan elektriciteit. We besluiten de luxe van een B&B op te zoeken en komen terecht in een 19e-eeuws pand, een voormalig tehuis voor ouden van dagen. Na een welverdiende douche en een maaltijdsalade op het dakterras komt de energie terug.

Het ingedutte dorpje straalt rust uit en verleidt ons tot een wandelingetje. Al snel komen we in de dorpskern terecht waar in de avondzon een middeleeuws kerkje ons tegemoet schijnt. De statige toren is opvallend rood tegen de blauwe hemel. Zwaluwen cirkelen om de torenspits. Het is een Deens plaatje, zoals we afgelopen dagen vaker zagen.

Kerktoren Vabensted, Denemarken
Om het kerkje heen ligt een kerkhof. Decenniaoude graven liggen er goed verzorgd bij. We lezen de Deense namen als we om het kerkhof heen lopen. Maar dan stuiten we in een hoek achter een heggetje plots op een heel ander tafereel.

Grote en kleinere stenen lijken achteloos op een hoop gegooid te zijn. De brandnetels tieren welig, zoeken hun weg tussen en over de stenen. Als we goed kijken, blijken het niet zomaar stenen te zijn. Grafzerken zijn het, tientallen. Marmer en natuursteen, grof en glad, hoekig en rond: alle soorten en maten zijn vertegenwoordigd. Vanaf waar wij staan, zijn de namen van de overledenen niet zichtbaar, op eentje na. “Peter Gotfred” staat er te lezen op een halfronde steen. Toen hij in 1979 overleed was hij 88 jaar oud.

Kerkhof Vabensted, Denemarken
Jaren heeft hij waarschijnlijk op het keurige kerkhofje gelegen, totdat zijn steen werd verwijderd en hij hier terecht kwam. Op dit kerkhof van grafzerken. Wat is er gebeurd? Kon zijn familie de grafrechten niet meer betalen? Waar is zijn lichaam? En wat gebeurt er met deze grafstenen? Worden ze naar goede Deense traditie hier opgespaard en uiteindelijk gerecycled?

We blijven nog een tijdje kijken naar dit vreemde tafereel. Het voelt raar en respectloos, hoe deze stenen hier zo duidelijk zichtbaar voor elke voorbijganger liggen. Er loopt een oude man met een hond voorbij. “Hej” groet hij ons. Wij groeten terug. Zou hij Peter gekend hebben, schiet het door mijn hoofd. Wellicht is zijn naam wel de volgende die op Peters steen komt te staan, als zijn tijd gekomen is. Als hij zijn eeuwige rust zoekt op dit kerkhof. Op het liefelijke gedeelte wel te verstaan.