Zwitserland | Over de hangbrug van de Alpijnse Robin Hood bij Saillon

Route: Passerelle à Farinet (Wallis/Valais)
Afstand: 9,5 km (incl 2 km naar en van de parkeerplaats)
Hoogtemeters ↑↓: 450 m
Start: Parkeerplaats bij Les Bains de Saillon in Saillon (465 m)
Eind: Parkeerplaats bij Les Bains de Saillon in Saillon (465 m)

Uitzicht op Saillon en de burcht

De laatste volle dag in Zwitserland wandelen we een – volgens de wandelkaart van de site valais.ch – eenvoudige en korte wandeling in het Rhône-dal. We starten in Saillon en lopen al snel omhoog naar het oude middeleeuwse deel van het stadje met burcht. Door een stadspoort en smalle straatjes wanen we ons eeuwen terug in de tijd. Alleen die auto’s …

Middeleeuws Saillon

We laten de oude gebouwen achter ons en gaan de wijnvelden in. De gele wandelbordjes leiden ons hoger en hoger. De asfaltweg loopt in haarspeldbochten omhoog, maar wij nemen de onverharde kleine paadjes die dwars doorsteken, steil de berg op. De uitzichten over het Rhône-dal zijn adembenemend. De lucht is strakblauw en de zon schijnt uitbundig. Een hoed en zonnebrand is nu geen overbodige luxe.

Wij nemen de kleine weggetjes steil omhoog door de wijnvelden

Ik had op de site gelezen dat de wandeling over een hangbrug gaat. Vanaf beneden zagen we in de hoogte wel een hangbrug maar dachten niet dat dat ‘m kon zijn. Veel te ver weg. Nu we steeds meer stijgen beginnen we te twijfelen.

Over de kloof zie je in de verte de hangbrug

Uiteindelijk blijkt het wel degelijk de hangbrug te zijn waar de wandeling overheen gaat. De brug is 92 meter lang en overbrugt de Salentzekloof op 136 meter hoogte. Hij beweegt als we eroverheen lopen. Mijn medewandelaar wordt hier iets minder blij van. De V van vertigo in de wandelomschrijving staat er niet voor niets. Om ons heen zijn de bomen volop in herfsttooi. Het lijkt wel een schilderij van Bob Ross. Dit is een goed jaargetijde om hier te zijn.

Als we weer afdalen komen we steeds meer wandelaars tegen die omhoog klimmen naar de brug, het zal er een stuk drukker worden dan het net was. Op een verdwaalde pallet tussen de wijnranken eten we ons brood en genieten van de laatste dag met Zwitserse zon. Morgen rijden we weer naar huis. Met een lus lopen we weer terug naar Saillon.

Uitzicht op een Bob Ross-bos tijdens de lunch

Op de heenweg, maar ook nu weer, vallen de kleurige ronde glas-in-lood ramen op die op de heuvels met de wijnvelden maar ook in Saillon zelf staan. Ze beelden taferelen uit en hebben een nummer en een titel. Ze blijken samen de Farinet-route te vormen. Jospeh-Samuel Farinet (1845 – 1880) was een van de grootste smokkelaars en valsemunters van de 19e eeuw. In het Wallis groeide hij uit tot plaatselijke volksheld omdat hij tegen de gezagdragers streed. In 1995 was het 150 jaar geleden dat hij werd geboren. Hij bezat de kleinste wijnberg van de wereld hier in Saillon. 21 glazen sculpturen van kunstenaar Theo Imboden vertellen zijn verhaal. De route duurt ongeveer 2 uur.

Sculpturen van de Farinet-route

Iets om te onthouden voor de volgende keer dat we hier zijn. De sculpturen zijn prachtig. De zonnestralen die er doorheen vallen geven een bijzonder effect. En ik ben wel benieuwd naar het verhaal van deze ‘Alpijnse Robin Hood’ die aan zijn einde kwam in de kloof waar nu de hangbrug met zijn naam overheen loopt.

Benieuwd naar andere wandelingen in Zwitserland? Kijk dan hier.

Zwitserland | Wandeling langs 2 bisses bij Haute-Nendaz

Route: Bisse Vieux et Bisse du Milieu (Wallis/Valais)
Afstand:13 km
Hoogtemeters ↑↓: 230 m
Start: Parkeerplaats Pré de la patinoire Haute-Nendaz (1325 m)
Eind: Parkeerplaats Pré de la patinoire Haute-Nendaz (1325 m)

Wallis staat bekend om haar bisses of suonen, irrigatiekanalen die vaak al eeuwenlang dienst doen. Langs deze smalle waterlopen zijn meerdere wandelingen te maken. Vaak van A naar B maar af en toe ook te combineren tot een rondje. In Haute-Nendaz vormen twee bisses een rondwandeling: de Bisse du Milieu en de Bisse Vieux.

We beginnen in het centrum van Haute-Nendaz en vinden met behulp van de GPS al snel het begin van de Bisse du Milieu. De bisse loopt aanvankelijk nog tussen huizen door maar leidt ons geleidelijk naar meer natuurlijk gebied. Deze bisse is enkel in de zomer in werking en bevloeit onder andere de frambozenvelden. Het pad blijft smal en loopt door een sparrenbos. Af en toe krijgen we een uitkijkje over de omgeving. Zo nu en dan loopt het paadje een stukje langs de weg.

Uitzicht op Haute-Nendaz
Langs Bisse du Milieu

We lopen vooral in de schaduw en zien aan de overkant de zon. Soms krijgen wij ook wat zonnestralen mee. Het is niet druk, we komen een paar wandelaars tegen. Als we op een bankje met uitzicht op het herfstige naaldbos aan de overkant onze koffie drinken begint het zachtjes te regenen. De wolken die verderop in het dal hangen komen onze kant op.

Uitzicht op een herfstig naaldbos

Aan het einde van de bisse steken we de bergstroom La Printse over die beide bisses voedt. Het regent inmiddels flink. Met regenhoezen over onze rugzakken lopen we gestaag door naar de tweede bisse, Bisse Vieux. De hoogtemeters in de wandeling zitten voornamelijk in deze oversteek van de ene naar de andere bisse. We passeren rood-witte linten en borden die aangeven dat er de volgende dag een autorally verreden wordt. Het is dan verboden voor wandelaars. Gelukkig zijn we hier vandaag, anders was de bisse-wandeling wel een uitdaging geworden.

Bergstroom La Printse

De Bisse Vieux lijkt wat avontuurlijker met meer rotsen op het pad, smalle doorgangetjes, hoogteverschillen en trappetjes. Deze bisse is al voor 1658 geconstrueerd (vandaar vieux, oud). We lopen door de schaduw van witte elzen en in een donker sparrenbos. Hoewel het gestopt is met regenen is er geen zon hier en dat merk je aan de temperatuur. De jas blijft aan tot aan Haute-Nendaz.

Bisse Vieux

We eten onze lunch op een van de bankjes onderweg en drogen wat op. We passeren wolven, gemzen en kabouters, allemaal uit boomstammen gesneden. De eekhoorns, vlinders en vele vogels zijn wel echt. Naarmate we dichter bij Haute-Nendaz komen breekt de zon meer door. Met een blauwe lucht ziet de omgeving er meteen anders uit.

De zon breekt door

En dan zien we de eerste huizen van Haute-Nendaz alweer. De grote appartementencomplexen in dit toeristische plaatsje zijn niet te missen. Boven onze hoofden zweven de gondels van een kabelbaan naar andere mooie gebieden.

Kabelbaan Haute-Nendaz

In Haute-Nendaz lopen we door tot aan het begin van de Bisse Vieux en maken nog een lus door het plaatsje tot aan de grote parkeerplaats waar we de auto hebben neergezet. Deze parkeerplaats is van mei tot aan november gratis. Met het ski-toerisme zal het hier in de winter waarschijnlijk een stuk drukker zijn.

Deze wandeling kent weinig stijging en is daarmee geschikt voor veel doelgroepen. Je loopt door een afwisselende omgeving, hebt mooie uitzichten, er zijn genoeg bankjes en onderweg kom je nog een paar horecagelegenheden tegen. Kortom, een aanrader om eens kennis te maken met de Walliser bisses.

Benieuwd naar andere wandelingen in Zwitserland? Kijk dan hier.

Zwitserland | Avontuurlijke wandeling door 2 ravijnen boven Raron

Route: Jolischlucht (Wallis/Valais)
Afstand: 11 km
Hoogtemeters ↑↓: 455 m
Start: Raron parkeerplaats centrum (639 m)
Eind: Raron parkeerplaats centrum (639 m)

Als ik de beschrijving van de wandeling van vandaag mag geloven staat ons een avontuurlijke dag te wachten. De middelzware wandeling maakt een rondje boven het dorpje Raron en komt door twee schluchten (ravijnen). Er staat een V van vertigo bij wat betekent dat mensen met hoogtevrees beter een andere wandeling kunnen uitzoeken. Gelukkig hebben wij daar geen last van. We starten in het rustige dorpje op een bijna lege parkeerplaats. Het zonnetje schijnt uitbundig.

We stijgen al snel door smalle straatjes naar de Burgkirche die we al van verre zagen. Bij deze kerk is het graf van de dichter Rainer Maria Rilke. De zon staat pal achter de kerk die op een hoge rots ligt waardoor dit oude gebouw mooi uitgelicht wordt. Naast de kerk is hier o.a. een museum te vinden. Iets om de volgende keer te bezoeken.

Weg naar de Burgkirche
De Burgkirche en Raron van boven

Vlak voor de kerk gaat er een pad steil omhoog. Over losliggende stenen, rotsen en zand maken we al snel hoogte. Af en toe blijven we staan om het uitzicht te bewonderen (en even op adem te komen). Als we langs een bisse of suone (een irrigatiekanaaltje) lopen is het pad even vlak. We volgen het in de zon glinsterende water een tijdje om vervolgens weer steil omhoog te gaan.

Langs de steile weg omhoog

We hebben prachtige uitzichten over het Rhône-dal. Een bankje lonkt, de koffie in de rugzak ook, maar we hebben nog een hele weg voor ons. Al stijgend maak je niet veel kilometers. We klimmen verder en treffen bij het punt Riedgarto op 973 meter hoogte de eerste andere wandelaars. Het zullen niet de laatste zijn.

Uitzicht over het Rhônedal

Hierna is het even gedaan met de klim. We volgen de Bietschtalschlucht bijna helemaal tot aan het einde over een nagenoeg vlakke weg met aan de ene kant de diepte en de andere kant de berg. In de verte zien we een spoorbrug, de Bietschtalbrücke, opdoemen. Via tunnels en enige klimmetjes lopen we er uiteindelijk helemaal omheen. Meerdere keren geven bordjes aan dat het ten strengste verboden is de kloof in te gaan zonder berggids. Het maakt me wel nieuwsgierig. In een naaldbos pauzeren we met de welverdiende koffie.

We lopen helemaal om de Bietschtalbrücke heen

We laten de spoorbrug achter ons. Op stukken waar het paadje wel erg smal wordt en de afgrond steil naar beneden loopt, kan je als wandelaar gebruik maken van een kabel aan de rotswand. Er passeren steeds meer wandelaars. De gemiddelde leeftijd ligt hoog. Eerst wijten we het aan de doordeweekse dag maar nadat er hele groepen mensen voorbij komen, beginnen we te vermoeden dat er een wandeltocht gaande is.

Smalle paadjes met kabel

Wij stijgen maar dalen vooral richting de Jolischlucht. Opeens staan we voor een hangbrug. Hier is het gelukkig niet zo druk. Al wiebelend gaan we erover heen. Aan de overkant dalen we lange trappen af en lopen over rasters langs de rotswand en zelfs even op planken in een grot. Ik begrijp goed waarom er een V bij deze wandeling stond. Kabels en hekwerken maken het echter vrijwel onmogelijk om daadwerkelijk te vallen.

In de Jolischlucht
In de Jolischlucht

Hierna moeten we een flink aantal hoogtemeters overbruggen om in Niedergesteln te komen. We lopen langs de Stägeru-suone en dalen dan enkele honderden meters over steile paadjes. Volgens bordjes is dit ook de wandelweg naar de hangbrug (alleen dan dus steil omhoog). We komen echter niemand tegen. Ik kan me voorstellen dat de parkeerplaats vlakbij de hangbrug iets aanlokkelijker is.

Niedergesteln

In Niedergesteln eindigt het officiële pad, maar aangezien onze auto in Raron staat volgen we de gele wandelbordjes nog enkele kilometers naar dit plaatsje. Prima te doen overigens. Waarom hier geen rondwandeling van is gemaakt…?

Na 4 uur zijn we weer in Raron en hebben we een prachtige wandeling gemaakt met veel mooie uitzichten, verrassende paadjes en spannende stukken. Raron ligt niet hoog (630 meter) in vergelijking met de omliggende gebieden, maar daar merk je met deze wandeling niks van. Dit mag zich met recht een bergwandeling noemen.

Benieuwd naar andere wandelingen in Zwitserland? Kijk dan hier.

Zwitserland | Rond het herfstige Lac de Tseuzier

Route: Tour du Lac de Tseuzier (Wallis/Valais)
Afstand: 5 km
Hoogtemeters↑↓: 80 m
Start: Parkeerplaats Lac de Tseuzier (1779 m)
Eind: Parkeerplaats Lac de Tseuzier (1779 m)

Al van kinds af aan kom ik in het kanton Wallis (Valais in het Frans) in Zwitserland. Na vele jaren van afwezigheid ben ik er deze herfst weer, samen met mijn familie. De eerste dag na aankomst doen we altijd een inlooptochtje. Als Nederlanders zijn we die bergen niet gewend en lijkt bij de eerste bergwandeling je zorgvuldig opgebouwde conditie compleet verdwenen. Een van onze vaste inlooptochtjes is een rondje om het stuwmeer Lac de Tseuzier, dat boven Crans Montana ligt. Over kleine onverharde paadjes met niet al te veel stijgingen loop je het meer rond. Ideaal voor een eerste wandeldag.

Op een zondagmorgen rijden we het bochtige, smalle weggetje met een aantal tunnels omhoog naar het meer. In de tunnels komen we gelukkig geen tegenliggers tegen, je kunt elkaar daar namelijk niet passeren. Bij het meer blijkt het opvallend druk. Een zonnige zondagochtend lokt de mensen naar buiten. Wandelstellen, maar ook veel groepjes en gezinnen maken zich klaar om het meer links- dan wel rechtsom te wandelen. Wij lopen tegen de klok in zodat we de eerste helft in de zon lopen.

Het meer ligt er prachtig bij. De lucht is strakblauw, de zon schijnt uitbundig, de bomen zijn in herfsttooi en het blauwe wateroppervlak is zo glad als een spiegel. De bergen en bomen rondom het meer weerspiegelen in het water waardoor het een blauw-groene kleurenpracht is. Naarmate het rondje vordert krijgen we elke keer een ander uitzicht voorgespiegeld, het ene nog mooier dan het andere.

De weggetjes stijgen en dalen, maar zijn goed te doen. Af en toe overbruggen we een watervalletje en klauteren over wat rotsen. Aan het eind van het meer staat een grote ‘T’ (van Tseuzier?) en leidt de weg naar een ruime bergweide. Er stroomt een beekje, overal liggen grote stenen en er staan picknickbankjes waar we dankbaar gebruik van maken voor de lunch. Vanaf hier wijzen gele bordjes naar nog meer wandelingen, de hoogste naar 3400 meter, iets te hoog gegrepen voor zo’n eerste dag.

De T van Tseuzier?
Geen verkeerde lunchplek

Het tweede deel lopen we in de schaduw langs een drooggevallen bisse. Het Wallis kent veel irrigatiekanaaltjes, de bisses, om de akkers te voorzien van water. Tegenwoordig kun je langs veel van die stroompjes bisse-wandelingen maken. We passeren een grote schommel aan het meer die zeer populair is bij kinderen en selfiemakers. Dergelijke schommels met de hashtag #anzair (variant op het plaatsje Anzère) blijken op meer mooie plaatsen in de omgeving te staan. Als er na de schommel ook nog een wiebelige hangbrug en zelfs wat sneeuw volgt, is de wandeling niet alleen voor de volwassenen in het gezelschap op en top geslaagd.

Hangbrug aan de schaduwkant van het meer

De Tour du Lac de Tseuzier is goed te doen voor elke leeftijd. We lopen deze rondwandeling met drie generaties, de oudste is boven de zeventig, de jongste is vier. Vooral bij het tweede deel van de wandeling merken we dat het steeds drukker wordt met wandelaars en ook fietsers. Als we weer op de plek komen waar we gestart zijn, staat alles vol met auto’s. Ze staan tot ver langs de toegangsweg. We waren er gelukkig op tijd bij. Op een zonnige zondagmiddag in de Zwitserse herfstvakantie is het Lac de Tseuzier zeer populair. Het is dan ook een plaatje onder deze omstandigheden. Gelukkig hoefde ik niet terug te rijden …

Uitzicht op de stuwdam waar we het rondje begonnen

Benieuwd naar andere wandelingen in Zwitserland? Kijk dan hier.

Zwitserse steenmannetjes

Cabane de Moiry

Aan het einde van de kronkelende weg vol met haarspeldbochten komt de tunnel in zicht. Ruimte voor één auto slechts, een stijgende weg, de rotsachtige binnenkant druppend van het water dat zich een weg naar beneden baant. Een snelle blik in het duister om er zeker van te zijn dat we niet halverwege achteruit hoeven. En gas! Aan het einde de beloning: een hemelsblauw meer omgeven door groene bergen. Het Lac de Moiry in het Val d’Anniviers, een zijdal van het Zwitserse Rhônedal ligt daar lonkend naar de vele wandelaars die op dit vroege uur ook reeds de autotocht hebben ondernomen.

Even stappen we uit, nemen het uitzicht in ons op, ademen de frisse berglucht in. Dan het laatste ritje dat ons aan het andere einde van het meer brengt. Een parkeerplaats, uitzicht op de gletsjer en het begin van de echte bergwandelingen. Langs de berghellingen zoeken we de bergkam met het minuscule hutje. Meerdere malen vanaf hier bekeken, even zovele keren een poging gewaagd. Slechts eenmaal gehaald. Sneeuw- en ijsvelden gooiden roet in het eten, maakten de klim te gevaarlijk. Nu het juiste jaargetijde, nazomer, de eerste sneeuw laat nog op zich wachten, de zon schijnt uitbundig.

Koeien ontwijkend, maken we al snel hoogte. De auto is nog slechts een stipje naast een blauw meer. De relatief brede weg gaat over in een smal paadje dat langs alpenweiden en steenmannetjes voert. De gletsjerspleten zijn goed zichtbaar en lichten helblauw op in de zon. Over een kam lopen we, met aan weerszijden steile hellingen. Hier passeren we de eerste wandelaars die de terugweg hebben aangevangen. In elke hand een stok, windjack aan, bandana in het haar, lopen ze met flinke snelheid op hun C-schoenen terug naar het meer. Even naar de cabane op en neer, een blokje om vóór de koffie. Die Zwitsers…

De kam hebben we inmiddels achter ons gelaten en we bevinden ons nu op de zigzagweg naar boven. Hijgend en puffend zien we op de GPS de hoogte toenemen. Nog 200 meter lijkt, naar boven kijkend, nog een heel eind. De hut is niet meer zichtbaar, gaat schuil achter de rotswand die onneembaar lijkt. Rotsen doorkruisen het pad. Stroompjes water dalen af door de spleten. Goed kijken waar we onze voeten zetten. Handen komen er aan te pas. Niet uitglijden nu.

En het pad gaat verder, in bochten omhoog kronkelend. Elke bocht is een reden om even van het uitzicht te genieten en een beetje op adem te komen. Ver beneden andere wandelaars, af en toe omhoog kijkend naar die kleine stipjes die wij moeten zijn in hun ogen. Er passeren nog meer mensen. Twee mannen in hardlooptenue halen ons in snelwandeltempo in, groeten vriendelijk. Een goede hoogtetraining voor een marathon of andere extreme hardloopwedstrijd. Voordat we boven zijn, rennen ze alweer naar beneden. Zal hun auto wel bij het meer staan? Of wellicht een paar dorpen terug, voor dat beetje extra training?

Dan houdt het pad op, alleen nog maar rotsen, met gele markering. Klauterend zien we een dak verschijnen, grijze stenen, groene luiken. Het dak weerkaatst de zonnestralen tegen een strakblauwe lucht. Cabane de Moiry in volle glorie op 2825 meter. We made it! Unaniem besluiten we dat dit een apfelschorle waard is, met een versgebakken broodje, vanmorgen gehaald, bij de bakker in het dorp, bij de eerste zonnestralen.

Cabane de Moiry 2

Eindelijk vakantie. Tijdens een gewone werkweek, in de kantoortuin, achter je computer, zou je bijna vergeten hoeveel belevenissen er in één dag passen.