Konijnen

Mijn buurjongetje van acht krijgt twee konijnen voor zijn verjaardag volgende week. Hij wilde eigenlijk een hond, maar is hier ook erg blij mee. De namen zijn al bedacht: Mbapé en Ronaldo. Naar zijn grootste voetbalhelden. Zijn moeder bracht hem wel aan het twijfelen. Bij een jong konijntje kun je nog niet goed zien of het een jongetje of een meisje is. Wat nou als een van de konijnen een meisje is? Mijn buurjongetje moest even slikken bij deze nieuwe optie. Daar had hij niet bij stil gestaan.

De ochtend dat ze de konijnen gaan ophalen, zie ik mijn buurjongetje op de oprit. Hij is gehuld in de outfit van Paris Saint-Germain. De konijnen moeten wel in stijl gehaald worden. “Buurvrouw?”, vraagt hij met zijn hoge stemmetje, “wij gaan in de meivakantie een week weg. Willen jullie dan op mijn konijnen passen?” Ik trek rimpels in mijn voorhoofd en doe alsof ik diep nadenk. Zijn moeder had dit ons al gevraagd, zodra duidelijk werd dat er konijnen kwamen. “Alleen”, zeg ik, “als de konijnen genoemd zijn naar een voetballer.”

Het buurjongetje kan niet geloven wat een geluk hij heeft. Hij springt een paar keer op en neer en zegt dan met een brede lach op zijn gezicht: “Dat hebben ze, dat hebben ze. Ze heten Mbapé en Lieke Martens!”.

Kanoën bij Dokkumer Nieuwe Zijlen

Route: Kanoroute 21. Alde Lunen
Afstand: 8 km
Start: Willem Loréweg, Kollum
Eind: Willem Loréweg, Kollum

Op de site van Kanoroutes Noordoost Fryslân vonden we een paar weken geleden de route door het Bûtenfjild bij Feanwâlden. In totaal staan er op deze site 21 kanoroutes, tussen de 3 en 20 km. Ideaal als je Friesland per kano wil ontdekken. Op een zonnige zaterdagochtend proberen we route 21. Alde Lunen uit. Het is een rondje van 8 km zonder overdraagplaatsen. De route is in Kollumerland, in de uitlopers van het Nationaal Park Lauwersmeer.

We starten bij een drijvende kanosteiger bij Kollumeroudzijl. Er is een picknickbankje aan een doodlopend weggetje, de auto zetten we in het gras, waar we ook onze kano kanoklaar maken. We zijn de enige. Aan de overkant staan minipaardjes in het hoge gras, de kikkers kwaken naar hartenlust.

De startplek

We peddelen een stukje naar de bredere vaart Alde Lunen toe en slaan dan linksaf. Vanaf nu is het zaak om alsmaar rechts aan te houden, dan komen we vanzelf weer terug op deze plek. Hoewel de vaart wat breder is dan bijvoorbeeld het water in het Bûtenfjild, is het er stil. Een rood vissersbootje ligt aan de kant, een trekker haalt water uit de vaart om het land te besproeien. Meer menselijke bewegingen zien we niet. De eerste kilometers komen we niemand tegen, als je althans de vele vogels in het riet niet meetelt, die enthousiast van zich laten horen.

Het rondje begint bij Kollumeroudzijl en passeert Engwierum en Dokkumer Nieuwe Zijlen. Tot aan het Dokkumer Grutdjip zien we geen andere boten. We passeren een paar boerderijen met hier en daar een boot aan de kant. En een steiger, precies op het midden van onze route. Hij is eigenlijk te hoog voor de kano, maar met wat kunst- en vliegwerk komen we uit de kano en drinken hier onze koffie. Met uitzicht op een visdiefje die capriolen uithaalt om een visje te verschalken.

De koffiesteiger

Niet veel verder is het Dokkumer Grutdjip waar het een stuk drukker is met zeil- en motorjachten. Iedereen groet ons en bij Engwierum gaat zelfs de brug voor ons open (of voor de boten die achter ons aan komen varen, dat kan ook).

Brug bij Engwierum

Bij Dokkumer Nieuwe Zijlen slaan de boten allemaal linksaf richting Lauwersmeergebied. Een bord geeft aan dat hier de Lits-Lauwersmeerroute loopt. Deze 65 kilometer lange route verbindt de Friese meren en het Lauwersmeer en de plaatsen Dokkum en Drachten met elkaar. Een mooie route om in een zonnig weekend als dit te varen.

Wij laten Dokkumer Nieuwe Zijlen links liggen en peddelen langs visnetten de Alde Lunen weer op. Na een paar kilometer zien we de ingang naar ons startpunt alweer liggen. Het was een mooi en afwisselend rondje in een voor mij onbekend stukje Friesland. De weg was vaak niet ver weg, maar zag je niet door het riet. Enkel als er een auto langsreed, merkte je het. Voor mij deed dat niets af aan de beleving. Een aanrader voor een ochtend- of avondrondje met de kano.

Benieuwd naar andere kanoroutes die ik gevaren heb? Je vindt ze hier.

Kanoën in It Bûtenfjild

Route: Kanoroute 4. It Bûtenfjild
Afstand: 10 km
Start: Parkeerplaats Feanwâlden, Bûtefjild Feanwâlden
Eind: Parkeerplaats Feanwâlden, Bûtefjild Feanwâlden

Het eerste kanotochtje van het jaar brengt ons naar Noordoost Friesland. Tussen Feanwâlden en Mûnein ligt een mooi natuurgebied, It Bûtenfjild, waar we eerder met het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad doorheen kwamen. Toen, 4 jaar geleden, zeiden we tegen elkaar, hier moeten we een keer gaan kanoën. We zijn inmiddels een paar jaar verder maar het is er dan toch eindelijk van gekomen.

Op de site kanovarenfryslan.nl vinden we een kanoroute in dit gebied die meerdere mogelijkheden geeft tussen de 4 en 20 km. Wij kiezen een rondje van 10 km. Op een parkeerplaats waar we met het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad langskwamen, bouwen we onze kano op en leggen hem in het water. Het is rustig. Op de parkeerplaats staat nu nog maar één andere auto.

De steiger bij de parkeerplaats

We varen als het ware een rechthoek met wat uitsteeksel. Brede plassen worden afgewisseld met smalle vaarten. We varen onder meerdere bruggetjes door en hebben weidse uitzichten op jagende kiekendieven, jonge futen, aalscholvers en ganzen. Op het water heeft de wind vrij spel en ontstaan er golfjes. Op de smallere watergangen varen we over een glad wateroppervlak tussen rietkragen door waar de rietzanger en rietgors uit volle borst zingen. Ook de snor met zijn kenmerkende ‘gesnor’ laat van zich horen. Dat is het leuke van kanoën. Het is welhaast geluidloos en de vogels fluiten vrolijk door, als je langs peddelt.

Aan de bovenkant van de rechthoek varen we nog een stuk de Zwarte Broek op. Hier is volgens de kaart ook een parkeerplaats met kanosteiger en we zijn benieuwd hoe dat eruit ziet. De kanosteiger blijkt een uitstekende koffiedrinkplek, je auto kun je langs de weg kwijt. Van een collega begreep ik dat vanaf deze plek ook wel gesupt wordt. We drinken onze koffie in het zonnetje met het geluid van lammetjes en kwakende kikkers en uitzicht op capriolen uithalende visdieven. Ik ken mindere pauzeplekken.

Aan de Zwarte Broek

Terug langs de linkerzijde van de rechthoek veranderen de rietkragen in voorjaarsgroene bomen waarvan meerdere over het water heen buigen. Het is het moerasbos van de Sippenfennen, de groene kern van It Bûtenfjild. Het water is een gladde spiegel die de bomen mooi weerkaatst. Wat een rust hier.

Sippenfennen

Vanaf de onderkant van de rechthoek loopt een vaart naar het dorpje Feanwâldsterwâl. Met het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad kwamen we ook door dit dorpje en vonden toen, in februari, verrassenderwijs een open terras bij `t Dûke Lûk. We zijn benieuwd of we ook kunnen aanleggen bij dit hotel-eetcafé en nemen de vaart naar het dorpje.

Hoewel `t Dûke Lûk kano’s en bootjes verhuurt, lijkt alles nu op en aan de steigers te liggen aan de achterkant van het eetcafé. Aan de voorkant ligt een hoge wal. Voor ons geen mogelijkheid om aan te leggen. Wellicht dat je in de zomer wel aan de achterkant kunt aanleggen, als meerdere bootjes zijn verhuurd. En je kunt natuurlijk ook daar je kano huren. Een goede uitvalsbasis voor een kanotocht door It Bûtenfjild.

Feanwâldsterwâl met links `t Dûke Lûk

We keren om en peddelen weer terug naar de rechthoek. Via de Loddehel varen we terug naar ons startpunt. De muggen zijn ook wakker geworden en regelmatig trotseren we hele zwermen die vlak boven het water zweven. Terug bij het startpunt is het een stuk drukker geworden. Meerdere wandelaars stappen uit auto’s of komen langs. Ook zien we groepen mountainbikers. Op het water was het rustig. Heel rustig. Pas op het einde zien we een andere kano. Heerlijk is dat hier in Fryslân. Ik denk dat het in de Weerribben en Wieden vandaag, op een zonnige zondag in mei, wel anders was.

Mocht je dus een rustige plek zoeken om te kanoën in Fryslân, probeer dan eens It Bûtenfjild. Je kunt hier heel wat kanten op, vaak zonder overtillen. Zo kun je doorvaren naar Mûnein, Ryptsjerk, Feanwâlden en De Westereen. Onderweg vind je meerdere kanosteigers voor een koffie- of lunchpauze. Ik vind het echt een aanrader en kom er zeker een keer terug.

Benieuwd naar andere kanoroutes die ik gevaren heb? Je vindt ze hier.

Het kerkje van Schurega

Het kerkje van Schurega (Bron: Google Street View)

Augustus 2022
Het smalle bochtige fietspaadje duikt een bos in. Ik luister goed of ik geen andere fietsers aan hoor komen. Passeren op dit pad zal een uitdaging worden. Na een bocht is daar opeens een kerkje. Stralend in de zon.

December 2022
Er is mist voorspeld. En gladheid. Geen ideale combinatie in het donker. De auto voor ons neemt ook de afslag naar het zandpad. Het pad is smaller dan ik me kan herinneren. Vanaf het parkeerplaatsje lopen we naar de verlichte ingang, waxinelichtjes in grote glazen bollen aan weerszijden van het pad wijzen de weg.

Augustus 2022
De withouten kerktoren en de gebrandschilderde ramen vallen op. Het kerkhof wordt omzoomd door een weelderige beukenhaag.

December 2022
Weggedoken in dikke winterjassen en sjaals wachten de weinige, veelal oudere mensen, op wat komen gaat. ‘Het is hier 14 graden’ fluistert een man voor me naar zijn buurvrouw. Zij wikkelt haar dikke wollen sjaal met nog een slag om haar hals.

Augustus 2022
Ik zoek de schaduw op van een imposante eik. Het is hier verlaten. Op het parkeerplaatsje staat het gras hoog.

December 2022
Ademloos luisteren we naar het duo dat op piano en viool Armeense volksmuziek ten gehore brengt. Ongewild denk ik aan hoe koud de violiste het moet hebben in haar glanzende zwarte topje, dunne pantalon en pumps.

Augustus 2022
Een bordje op de kerkmuur geeft aan dat dit een refugio is. Een van de aanlooproutes naar Santiago de Compostella loopt hierlangs. Ook Nederlandse kerken bieden tegenwoordig de pelgrim onderdak.

December 2022
Het is pauze en een mevrouw van de organisatie stapt het podium op. Ze krijgen de verwarming niet aan de praat. Dat hadden we vast al wel gemerkt. Aan ons en de muzikanten de keus: het programma eindigt nu of we gaan door in een steeds kouder wordende kerk.

Augustus 2022
Hoe oud zou dit kerkje zijn? Ik pak mijn telefoon erbij.

December 2022
In de hal van het kerkje staan we dicht op elkaar met onze handen om koppen met dampende koffie, thee en chocolademelk. Wildvreemde mensen hebben levendige gesprekken. De situatie maakt de tongen los.

Augustus 2022
Hey, dit is ook een trouwlocatie en je kunt het kerkje afhuren voor vergaderingen. Dat moet ik onthouden.

December 2022
Op sneakers en gehuld in een wollen vest zet de violiste na de pauze haar strijkstok op haar viool. Ze wisselt een blik met de pianist die zijn zwarte pak verwisseld heeft voor een spijkerbroek en een warme Noorse trui. De akoestiek van de driehonderd jaar oude kerk verspreidt de klanken.

Augustus 2022
En er vinden concerten plaats, interessant. Vlak voor kerst is er een optreden van een Friese pianist en een Armeense violiste. Voor de zekerheid noteer ik het in mijn agenda.

December 2022
Na een staande ovatie lopen we door de hoge toegangsdeur de flakkerende kaarsjes tegemoet. In het lichtschijnsel zie ik een fietspad het bos ingaan.

Stellingenpad etappe 1: Appelscha – Boschoord

Route: Stellingenpad
Afstand: 15 km
Start: Parkeerplaats Bosberg, Appelscha
Eind: Parkeerplaats Nationaal Park Drents-Friese Wold, Boylerstraat, Boschoord

Een nieuw jaar, een nieuw wandelpad. In januari 2023 beginnen we aan het Stellingenpad dat in april 2022 is geopend. De rondgaande wandeling van ruim 260 km volgt de contouren van het gebied van de Stellingwerven. Van oorsprong een gebied met een eigen taal, het Stellingwerfs, dat zich uitstrekt over Zuid-Oost Friesland, West Drenthe en de kop van Overijssel. De route dankt haar naam aan de Friese waterlinie die in de 16e eeuw werd aangelegd en belooft ons een grote afwisseling aan landschappen: het Drents-Friese Wold, de Weerribben-Wieden, de dorpen van de Maatschappij van Weldadigheid, stadjes aan de voormalige Zuiderzee en het rivierenlandschap langs De Linde (Lende), de Tsjonger (Kuunder) en de Slokkert. Het Stellingenpad heeft geen eigen markering maar volgt de wandelnetwerkknooppunten.

Op de eerste zaterdag van januari zetten we de auto in Boschoord neer en fietsen naar Appelscha, in het Drents-Friese Wold, om daar, tegenover het klimbos, dit nieuwe pad te beginnen. Een aarzelend zonnetje breekt door en de weerman heeft nog meer zon beloofd, ideaal wandelweer. Voor ons ligt een etappe die door onbekend maar ook bekend gebied gaat. We lopen onder de plateaus en hangbruggen van het klimparcours door. Het klimbos is nog niet open, maar het is nog kerstvakantie, wie weet wie hier allemaal vandaag los gaan. Mijn medewandelaar in ieder geval “voor geen goud”.

Even verderop passeren we de Bosbergtoren, een uitkijktoren, die door zijn oranje kleur goed te zien is door de kale bomen. Na een openluchttheater midden in het bos volgen we een slingerend bospad tot we bij het Aekingerzand komen, een uitgestrekt gebied met zandverstuivingen en heidevelden. En de laatste binnenlandse broedplaats van de tapuit. Het mooie gebied is geen onbekend terrein, in het najaar van 2021 liep ik hier een Trage Tocht en zag toen veel paddenstoelen. Op een picknickbankje drinken we onze koffie in het zonnetje.

Na het Aekingerzand gaan we even van de route af om het Canadameer te zien. Op de grote plas drijven in de verte grote zaagbekken, het was een goede zet om de verrekijker weer eens mee te nemen. Na het Canadameer verlaten we het bos en komen in open landschap terecht. We lopen tussen Wateren en Zorgvlied door naar het Doldersummerveld.

We komen in open landschap uit

We gaan het veld niet op maar blijven er langs lopen. Voor mij geen probleem, ook hier was ik eerder, o.a. een paar maanden geleden met de Trage Tocht Doldersum. We komen langs de wielen in het veld die ik toen ook zag en die verwijzen naar de verschillende karrensporen die hier teruggevonden zijn en zelfs teruggaan tot de prehistorie. Alsof het zo heeft moeten zijn passeert op dat moment een hedendaagse paard en wagen ons. Het verleden leeft.

Een verwijzing naar eeuwenoude karrensporen
In de verte een moderne paard en wagen

We komen nu in het gebied van de Koloniën van Weldadigheid, gebouwencomplexen die vanaf 1818 opgezet zijn door de Maatschappij van Weldadigheid om de armoede tegen te gaan. Veenhuizen en Frederiksoord zijn voorbeelden hiervan. Het Vrouwenveld, waar we doorheen lopen, zou ook uit deze tijd stammen. Vrouwelijke kolonisten werkten gescheiden van de mannen op dit hoogveenveld voor de Maatschappij. De vraag is of dit klopt omdat de naam al eerder bestond. Hoe het ook zij, het veld ligt er tegenwoordig mooi bij met de vennen en vlonderpaden. Net als in het voorjaar van 2021 toen ik er de Knapzakroute Zorgvlied – Doldersum liep.

Vrouwenveld
Vrouwenveld

Hierna is de auto niet ver meer. Enkele bospaden later zien we hem alweer staan. De kop is eraf. Het was een prachtige etappe over voornamelijk onverharde paden door bossen, over heidevelden en door open gebied. We kwamen wel wat wandelaars en mountainbikers tegen maar ik kan me voorstellen dat het in een ander jaargetijde een stuk drukker is. Volgende keer naar Vledder, Frederiksoord en verder.

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Stellingenpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Woon-werkverkeer

3 kilometer

In de lichtbundel van mijn voorlamp zweven fijne druppeltjes. Op mijn bril zitten ze ook. Je wordt er niet echt nat van. Dacht ik toen ik net vertrok. Na 3 kilometer moet ik mijn mening bijstellen. De grens tussen mist en regen is moeilijk te duiden op deze vroege dinsdagochtend.

6 kilometer

Een auto komt me tegemoet. Hij rijdt op de naast het fietspad gelegen weg. De koplampen verlichten mijn pad zoveel meer dan mijn voorlamp ooit zal doen. Licht in dit pikzwarte donker dat ook de druppels op mijn bril prachtig uitlicht. Kleine ronde veelkleurige kunstwerkjes op twee stukjes glas. Door de verlichte druppels heen zie ik weinig. Ik hou mijn stuur zo recht mogelijk. Totdat de auto voorbij is.

7 kilometer

In de verte zie ik de scheefgezakte kerstboom. Althans de lichtjes. Ik ben bij het huis bij de bushalte. Straks komt de slinger naar links. 2 kilometer lang staan er dikke rijen bomen tussen mij en de weg met de auto’s.

8 kilometer

Regelmatig kijk ik over mijn schouder. Of ik een lichtje in de verte zie. Een andere fietser of scooteraar die mij achterop komt. Ik zie ze liever niet. Alleen, op dit donkere pad omzoomd door struiken. Ik hoor teveel akelige verhalen over wat er kan gebeuren.

10 kilometer

Kerstverlichting laat de natte stenen van de Dorpsstraat glimmen. Een vrachtauto is aan het lossen voor de Buurtsuper. Ik wacht erachter totdat de tegemoetkomende auto’s gepasseerd zijn en wrijf in mijn handen. Mijn doorweekte handschoenen verwarmen nauwelijks. Nog 5 donkere kilometers tot de koffie.

13 kilometer

Het brede fietspad is betegeld. De donkere vlakken blijken plassen. Soms best wel diep. De vertrouwde kuilen zijn niet opgevuld met asfalt, zoals ik even dacht. Asfalt spettert niet zo.

15 kilometer

Ik stap af. Vis met stijve vingers mijn pasje uit mijn jaszak en hou het voor de lezer. Het hek zwaait open. In een paar pogingen zet ik mijn fiets in het fietsenrek. Mijn koude handen hebben geen zin meer. Kom, spreek ik ze toe, nog even meewerken en dan mogen jullie je opwarmen aan een heerlijk kopje koffie. Met soppende schoenen loop ik het gebouw door. Het is half 8, de werkdag is begonnen.

Een vreemde eend

Mijn sporthorloge geeft met een trilling aan dat ik twee kilometer heb gelopen op mijn vaste ochtendommetje. Voor het witte vervallen huis lijken de klaprozen nog roder dan gisteren. Bij de laatste woonboot in een rijtje van drie leunt het roze kinderfietsje weer tegen de tuinstoel op het kunstgras. In de vaart zitten de twee mandarijneenden op hun vaste plekje bij de steiger. Ze koesteren de eerste zonnestralen van de dag. In de verte komt een soortgenoot aanzwemmen.

Tien stappen verder lijkt die soortgenoot toch wel groot voor een eend. En hariger. Een muskusrat, stel ik mijn determinatie bij. Wat zegt dat over de kwaliteit van het water? Echt aantrekkelijk ziet de vaart door het dorp er niet uit. Het water is troebel, er drijft een filmlaagje op en bij het sluisje verderop ontstaat regelmatig vies bruin schuim.

‘Goedemorgen’ zegt de muskusrat. Met een ruk draai ik mijn hoofd naar het water, ik voel mijn hart een spreekwoordelijke sprong maken. Met een glimlach en trage slagen zwemt een oude man voorbij, midden in de vaart. In de baan van de opgaande zon die pal achter hem staat. In een paar seconden is de muskusrat in een vieze vaart veranderd in het einde van een cowboyfilm. Alleen dan zonder paard en prairie.

Bij het eerstvolgende trappetje naar het water staan twee slippers netjes naast elkaar.

Kanoën in De Alde Feanen

Route: Kanoroute De Alde Feanen
Afstand: 12 km
Start: VVV Earnewâld
Eind: VVV Earnewâld

Al meerdere keren deden we een route uit het boek Kanoparadijs Nederland van Jolanda Linschooten en Frank van Zwol. De laatste keer bleek het een avontuurlijke tocht over de Linde, twee jaar geleden. Per provincie staan er kano / SUP-routes beschreven, in feiten maar ook in mooie beschrijvingen. Ditmaal kozen we voor een route in natuurgebied De Alde Feanen bij Earnewâld, een route die ik ook op meerdere sites vind. In maart was ik nog in dit Friese watersportdorp met de één na laatste etappe van het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad.

Wat ziet het er nu anders uit. Stonden we in maart nog aan het begin van het voorjaar, nu is het volop zomer. Dat zie je aan de natuur, het weer (26 graden) en natuurlijk de mensen. Overal liggen en varen bootjes. De campings zijn goed gevuld en niet geheel onbelangrijk, de terrasjes zijn open. Iets waar we in maart wel op hoopten, maar niet het geval was.

Even over achten maken we de opblaaskano’s kanoklaar op een grasveldje bij de VVV in Earnewâld. Het is nog rustig. De eerste booteigenaren lopen richting het toiletgebouw voor een verfrissende douchebeurt. Ook op het water zijn weinig bootjes te bespeuren. We varen over breed water langs de vele, veelal idyllische, vakantiehuisjes, een camping en een hotel.

De route bestaat uit twee rondjes, een kleine en een grotere. We besluiten eerst de kleinere te doen. Bredere en smallere waterwegen wisselen elkaar af. Ook hier de meest prachtige vakantiehuizen en woonarken. Naarmate we verder het gebied in gaan, vragen we ons af hoe de eigenaren hier komen, de huizen lijken niet bereikbaar per auto. Gaan ze elke keer met een boot? Dan heb je wel echt het gevoel helemaal weg te zijn.

Aan een breed water, de Saiterpetten, komen we de eerste kanosteiger tegen en maken er graag gebruik van. Met een kop koffie kijken we uit over het water met hier en daar een aangemeerde boot. Een enkele booteigenaar zwemt een rondje om de dag te beginnen.

Aan de Saiterpetten

Bij deze steiger is gelijk ook het enige overdraagpunt van de route. We tillen de kano’s over enkele meters gras met heel veel muggen om in het Neeltje Muoisgat te komen. We bevinden ons nu in petgatengebied waar in vroeger tijden veel turf is uitgegraven. Hier kunnen alleen kano’s en SUP’s komen. We horen en zien veel vogels, libellen en waterlelies en genieten van de rust.

Vlak voor het einde van dit gebiedje komen we de eerste andere kano tegen. De gehuurde tweepersoonskano ligt dwars op het water, met de punt in het riet. Het stel dat erin zit zegt dat de kano best wel hard kan maar dat het continue zigzaggen niet helpt. Desalniettemin genieten ze van de omgeving. Wij ook en we wensen elkaar nog een fijne tocht.

Het einde van het petgatengebied

Het tweede rondje begint ook in een petgat dat enkel toegankelijk is voor kano’s. Als we hierna op groter water uitkomen merken we dat het later op de ochtend is. Het is een stuk drukker dan toen we begonnen. Zeiljachtjes, motorboten en sloepen komen voorbij. Op de golfslag die ze maken, laten we ons rustig dobberen totdat we weer verder kunnen peddelen.

Bij het Hânsmar slaat de route rechtsaf maar meerdere bordjes waarschuwen ons dat het water verboden toegang is. Ook de mevrouw van het vakantiehuis op de hoek van een eilandje stond al een tijd naar ons te kijken en vertelt ons nog eens, als we binnen gehoorafstand zijn, dat we daar toch echt niet in mogen. Is het best wel grote meer erachter privé-eigendom geworden?

Voor de route maakt het niet uit, het is overal mooi. Met een onderbreking voor de lunch varen we langzaam weer naar Earnewâld. Bij het dorp moeten we moeite doen om over te steken naar de plek waar we begonnen zijn. De watersportliefhebbers laten deze mooie dag niet aan zich voorbij gaan. En geef ze eens ongelijk. Het is een prachtige dag in een prachtig gebied.

Nog even lunchen onderweg

Wij maken deze tocht op een doordeweekse dag eind juni. Hoewel de vakanties nog niet begonnen zijn, is het later op de ochtend al aardig druk. Ik kan me voorstellen dat het hier in de weekenden en de vakanties een drukte van belang is. Rustzoekers doen er beter aan vroeg te gaan, buiten de vakanties of een van de andere mooie gebieden in Friesland op te zoeken. Wij gaan dat met onze kano’s ook zeker doen. Er is nog genoeg te ontdekken.

Benieuwd naar andere kanoroutes die ik gevaren heb? Je vindt ze hier.

Marjolijn van Heemstra inspireert

Soms zijn zinnen te mooi om er niets mee te doen. In ‘In lichtjaren heeft niemand haast’ (2021) van Marjolijn van Heemstra kwam ik dergelijke zinnen tegen. In haar boek over ruimte (in je agenda, in je hoofd en ook zeker in het heelal) neemt de auteur je mee in haar zoektocht naar wat ruimte is. Ze plaatst ons leven op aarde in perspectief door er vanuit de ruimte naar te kijken. Ik werd gegrepen door haar associaties, haar bevindingen en haar taal.

Hieronder heb ik enkele welhaast poëtische zinnen uit het boek onder elkaar gezet. Ik vroeg me erbij af wat ze zouden kunnen betekenen in het dagelijkse leven.

pexels.com

Stress

Het is vreemd hoe stress de netten sluit.

Wat ruik ik? Heb ik de oven wel uitgedaan toen ik naar bed ging? Zitten de gymschoenen van Thomas in zijn rugzak?

Ons vastknoopt in een benauwd hier en nu.

Het gaat flink vriezen vannacht, hopelijk rijdt de eerste trein. Had ik die laatste versie van de Powerpoint nou opgeslagen?

Ons het zicht ontneemt op vertes en verbeelding.

Ze vinden de presentatie vast niks. Vorige keer kwam ik ook al niet uit mijn woorden. Dit helpt niet voor mijn tijdelijke contract.

Een vrouw die tot voor kort door het leven gleed.

Het is alweer drie uur. Waarom lukt het nu al weken niet om normaal in slaap te vallen?

Tot ze langzaam maar zeker overal de scheuren zag.

Peter kan het wel. Hij ligt al uren te snurken. Heeft hij geen zorgen?

De gebrokenheid.

Of droomt hij van een ander?

Kanoën rond de Kamperzeedijk

Route: Kanoroute IJsseldelta rond de Kamperzeedijk
Afstand: 12 km
Start: Stoomgemaal Mastenbroek (d’Olde Mesiene), Kamperzeedijk-Oost
Eind: Stoomgemaal Mastenbroek (d’Olde Mesiene), Kamperzeedijk-Oost

We kanoën de route in de rode cirkel, een combinatie van de paarse, blauwe en groene route

In de zomer van 2019 verkennen wij voor het eerst het kanoroutenetwerk van de IJsseldelta, het gebied tussen Zwolle, IJsselmuiden en Genemuiden. We doen dan een rondje in de Mastenbroekerpolder en zijn enthousiast. Twee jaar later zijn we weer in het gebied. We starten nu bij het stoomgemaal aan de Kamperzeedijk dat we vorige keer vanaf het water zagen. Op de planning staat een rondje van ongeveer 12 km, een combinatie van routes. We hebben de kaart op de telefoon, de app OsmAnd als back-up, er kan niet veel misgaan.

We parkeren de auto bij Stoomgemaal Mastenbroek, ook wel ‘d’Olde Mesiene’ genoemd door de plaatselijke bevolking. We bekijken de plek waar we erin gaan en ook meteen de steiger – een eindje verderop – waar we het rondje eindigen. Het ziet er goed uit. Helaas zullen we nooit die laatste steiger bereiken.

Tegenover het gemaal maken we de opblaasbare kano’s vaarklaar en kanoën de Veneriete op. We zijn de enige op deze brede vaart die dient om het overtollige water uit de Mastenbroekerpolder af te voeren. Met een windje in de rug varen we richting het Zwarte Meer.

Stoomgemaal Mastenbroek

Volgens de kanokaart kun je vanaf de Veneriete zonder overdragen, net voor het Zwarte Meer, op de Goot komen om zo weer richting Mastenbroekerpolder te varen. Helaas. Met het Zwarte Meer in zicht ligt over de hele breedte van de vaart een drijvende afzetting. We kunnen er met de kano met geen mogelijkheid langs. Een kanosteiger biedt uitkomst. Het was nog mooier geweest als er na de afzetting ook eentje was geweest, maar de kant is gelukkig niet al te hoog. Ook staat er een bankje. We besluiten van de nood een deugd te maken en pakken er de thermoskan met koffie en de stroopwafels bij.

De Veneriete is afgesloten

Een 100 meter van ons bankje staat pal aan het water een campertje met een ouder echtpaar. Ze staan op het punt om boodschappen te doen op hun elektrische fietsen en wensen ons een mooie dag. Met zo’n bijzondere kampeerplek kunnen ook zij alleen maar een mooie dag hebben. Na de koffie gaan we de Goot op. We hebben een stevig windje tegen en proberen zo dicht mogelijk in de luwte langs de kant met het hoge riet te kanoën. We varen door immense velden met waterlelies en gele plomp.

Gele plomp op de Goot

Op deze doorgaande vaart komen we meerdere motorbootjes tegen. Ook aan de steigers langs de kant liggen de nodige boten. Met een kopje koffie in de hand groet men ons vriendelijk. Verderop wachten we totdat een elektrisch zelfbedieningspontje met fietsers gepasseerd is en varen door tot we bij het gemaal Nieuw Lutterzijl komen. Hier tillen we de kano’s uit het water, steken de weg over en gaan aan de overkant op zoek naar de Bisschopswetering waar onze route verder gaat. Deze blijkt nog niet zo makkelijk te vinden. Na een tijd zoeken, komen we langs een hek en over het terrein van een bedrijf bij het water. Er staan hier zelfs picknickbankjes. Het lijkt de bedoeling, maar ik vraag me af hoeveel kanoërs dit kunnen vinden. Een bordje zou een hoop gezoek schelen.

Over rustig water met uitzicht op tientallen elektriciteitsmasten varen we de Mastenbroekerpolder in. Volgens de kaart moeten we ergens naar links. Tegenover een bedrijf waar ‘Arbeid adelt’ in grote letters op de zijmuur staat, vinden we een klein slootje.

Daar is dan eindelijk de Bisschopswetering

De kanten staan vol riet en wilde bloemen, libellen vliegen af en aan en zwaluwen scheren over het water. Wat een verschil met de Goot. Bij een sluisje tillen we de kano’s over en besluiten meteen maar een broodje te eten. We maken het ons gemakkelijk op de betonnen rand van de sluis en midden tussen de weilanden genieten we van onze lunch.

Lunchplek in de Mastenbroekerpolder

Na de lunch kanoën we verder, dragen de kano’s nog een keer over. In deze polder zijn de sluisjes talrijk. Dan komen we op een punt waar we volgens de kaart rechtdoor moeten varen, overdragen is niet nodig. We zien een doorgang, maar deze is afgesloten door – jawel – een sluisje. Wellicht dat je hier voorheen wel door kon? We zien geen mogelijkheid om uit de kano’s te stappen, de wal is simpelweg te hoog. Ook zijn er geen steigers te bekennen. Op de kaart zie ik een andere waterweg die ook bij het gemaal waar we begonnen uit lijkt te komen. OsmAnd laat het water niet zien. Ook is er geen kanoroute. We besluiten de gok te nemen en vertrouwen op de kanokaart.

Aanvankelijk kanoën we lekker door, groeten een visser en varen tussen een fietspad en de weg. Dan eindigt het water. Hier is de kant wel laag genoeg om uit te stappen en vol goede moed halen we de kano’s uit het water. De volgende sloot lijkt echter in de verte redelijk begroeid te zijn en volgens de kaart moet het water eigenlijk aan de andere kant van de weg afbuigen naar het gemaal.

Met in elke hand een kano (ik de voorkanten, mijn mede-kanoër de achterkanten) lopen we een tijdje langs het steeds kleiner wordende en dichter begroeide slootje maar zien geen water aan de andere kant van de weg. De Kamperzeedijk komt in zicht. En in de verte zien we de schoorsteenpijp van het gemaal waar de auto staat. Kanoën lijkt er niet meer in te zitten. We besluiten de kano’s in de berm te leggen en te voet de auto op te halen. Het is gelukkig niet ver. In een kwartiertje ben ik bij de auto en als ik terugkom heeft mijn medekanoër de kano’s al ontmanteld. Een ander einde van dit rondje Kamperzeedijk dan gedacht.

Ik had graag het hele rondje gekanood maar – zo blijkt maar weer – dan moet je ook de kanoroutes blijven volgen. Een les voor de volgende keer. Hoewel, die kanoroutekaart blijkt ook niet helemaal te kloppen. Tijd voor een update, want dit is een mooi kanogebied dat meer kanoërs verdient. Net als de vorige keer waren we de enige.

Benieuwd naar andere kanoroutes die ik gevaren heb? Je vindt ze hier.