Route: Graafschapspad
Afstand: 20 km
Start: Station Zutphen
Eind: Bushalte Dorpsstraat, Laren
In de zomer van 2018 kwam ik tijdens een fietsweekend in de Achterhoek geel-rode markering tegen. Dit bleek het 124 km lange Graafschapspad aan te duiden. Ik was die dagen door prachtige gebieden gekomen en besloot toen om deze streek ook te voet te verkennen. In januari 2020 is het zover en loop ik de eerste etappe van het Streekpad.
Het Graafschapspad maakt een rondje door de Achterhoek: van de IJsselvalei naar het glooiende land waar de Berkel doorheen meandert, door Hanzesteden, bossen, langs landgoederen en havezaten. Ik maak me op voor een afwisselend en verrassend stukje Nederland.
Het is ijzig koud als we het station van Zutphen uitstappen. Ons doel is om eerst het begin van het Graafschapspad te vinden: de St. Walburgiskerk. Het Graafschapspad maakt weliswaar een rondje maar het boekje begint en eindigt in het centrum van Zutphen. En wij dus ook. De kerk is bekend terrein voor me. In diezelfde zomer van 2018 vond ik hier meerdere gedichten. Met een vriendin liep ik toen de poëzieroute van Zutphen.
Vanaf de kerk leidt de route ons dwars door het oude centrum en langs de stadsmuur. Het blijft een mooie stad. De Berkelruïne met de bootjes doet buitenlands aan. Dit was één van de twee waterpoorten van Zutphen en sinds een paar jaar toegankelijk voor publiek. Wij lopen door. Via een waterrijk park met recreatievijver de Grote Gracht en een flatwijk komen we bij de Berkel uit.
Over het schouwpad volgen we de rivier. Ganzen vliegen over, we komen een enkele hardloper tegen, maar verder is het stil. En grijs. En koud. Het één zal wel verband houden met het ander. We komen meerdere markeringen van andere wandelingen tegen, waaronder de dagwandeling van het Hanzestedenpad ‘De Hoofdige Boer’. Een naam die we later in de wandeling nog tegen gaan komen.
Langs de Berkel zien we grote huizen staan, waaronder een paar buitenplaatsen. Zo ligt Huis de Voorst er indrukwekkend bij. Via glooiende akkers en rechte bospaadjes lopen we naar Almen.
We zijn de plaats nog niet binnen of we worden begroet door een viertal dichtregels. Ze blijken van de 19e -eeuwse dichter A.C.W. Staring te zijn die in dit gebied woonde. De regels komen uit het gedicht met de ons inmiddels bekende naam ‘De Hoofdige Boer’. Ook de rest van de plaats heeft Staring in zijn armen gesloten. Er is een museum gewijd aan de dichter en het plaatselijke hotel heet – uiteraard – De Hoofdige Boer. Wij besluiten er op te warmen en genieten er van een cappuccino. Ons uitzicht bestaat uit een parkje met nog enkele dichtregels van de dichter.
Na Almen lopen we via Landgoed De Almense Mölle, waar ooit twee molens stonden, weer richting de Berkel. Hier volgt de route wederom het schouwpad. Her en der zien we kanosteigers en krijgen zin om bij warmer weer hier eens te gaan kanoën.
Dan verlaten we de Berkel, steken het Twentekanaal over en volgen de lange doorgaande weg richting Laren. Het laatste stuk gaat wederom over een schouwpad, ditmaal langs een klein slootje met de welluidende naam ‘Molenbeek’. We naderen Laren vanuit het westen en lopen door tot aan het standbeeld van Albert Mol. De acteur, danser, cabaretier en schrijver woonde in Laren. Zijn lachende beeltenis herinnert de voorbijganger hieraan.
Vlakbij Albert pakken we de bus. We kijken terug op een mooie etappe, met af en toe wat saaie stukken langs lange wegen. Bij een zonnetje ziet het er ongetwijfeld nog mooier uit. Wie weet wat de tweede etappe ons brengt.
Benieuwd naar de andere etappes van het Graafschapspad? Mijn wandelervaringen tot nu toe vind je hier.