Woon-werkverkeer

3 kilometer

In de lichtbundel van mijn voorlamp zweven fijne druppeltjes. Op mijn bril zitten ze ook. Je wordt er niet echt nat van. Dacht ik toen ik net vertrok. Na 3 kilometer moet ik mijn mening bijstellen. De grens tussen mist en regen is moeilijk te duiden op deze vroege dinsdagochtend.

6 kilometer

Een auto komt me tegemoet. Hij rijdt op de naast het fietspad gelegen weg. De koplampen verlichten mijn pad zoveel meer dan mijn voorlamp ooit zal doen. Licht in dit pikzwarte donker dat ook de druppels op mijn bril prachtig uitlicht. Kleine ronde veelkleurige kunstwerkjes op twee stukjes glas. Door de verlichte druppels heen zie ik weinig. Ik hou mijn stuur zo recht mogelijk. Totdat de auto voorbij is.

7 kilometer

In de verte zie ik de scheefgezakte kerstboom. Althans de lichtjes. Ik ben bij het huis bij de bushalte. Straks komt de slinger naar links. 2 kilometer lang staan er dikke rijen bomen tussen mij en de weg met de auto’s.

8 kilometer

Regelmatig kijk ik over mijn schouder. Of ik een lichtje in de verte zie. Een andere fietser of scooteraar die mij achterop komt. Ik zie ze liever niet. Alleen, op dit donkere pad omzoomd door struiken. Ik hoor teveel akelige verhalen over wat er kan gebeuren.

10 kilometer

Kerstverlichting laat de natte stenen van de Dorpsstraat glimmen. Een vrachtauto is aan het lossen voor de Buurtsuper. Ik wacht erachter totdat de tegemoetkomende auto’s gepasseerd zijn en wrijf in mijn handen. Mijn doorweekte handschoenen verwarmen nauwelijks. Nog 5 donkere kilometers tot de koffie.

13 kilometer

Het brede fietspad is betegeld. De donkere vlakken blijken plassen. Soms best wel diep. De vertrouwde kuilen zijn niet opgevuld met asfalt, zoals ik even dacht. Asfalt spettert niet zo.

15 kilometer

Ik stap af. Vis met stijve vingers mijn pasje uit mijn jaszak en hou het voor de lezer. Het hek zwaait open. In een paar pogingen zet ik mijn fiets in het fietsenrek. Mijn koude handen hebben geen zin meer. Kom, spreek ik ze toe, nog even meewerken en dan mogen jullie je opwarmen aan een heerlijk kopje koffie. Met soppende schoenen loop ik het gebouw door. Het is half 8, de werkdag is begonnen.

Fietsen langs Duitse rivieren | Römer-Lippe-Route

Onze totale fietsroute

In de zomer van 2019 fietsen we in twee weken langs twee Duitse rivieren. De eerste week fietsen we vanuit Nederland naar de Emsradweg en pakken deze route in Ditzum op. Ditzum is een klein vissersplaatsje vlakbij de monding van de Ems in Emden. Vanaf hier zakken we af naar de bron van de Ems bij Hövelhof. Daar steken we over naar Detmold om in de tweede week de Römer-Lippe-Route te fietsen. De rivier de Lippe volgen we van bron naar monding in de Rijn, tussen Wesel en Xanten. Vanaf Xanten fietsen we weer terug naar Nederland. We zijn dan 1050 km verder, hebben verschillende landschappen doorkruist en zijn veel ontmoetingen en indrukken rijker.

Fietsen over de Römer-Lippe-Route

Het routeboekje met op de achtergrond de Lippe

Vanaf een camping midden in het Teutoburgerwald beginnen we aan de Römer-Lippe-Route. De bron van de rivier de Lippe zien we pas 35 kilometer verderop. De route begint namelijk bij het Hermannsdenkmal, een kolossaal beeld boven op een heuvel dat verwijst naar de slag bij het Teutoburgerwald tussen de Germanen en de Romeinen. Niet alleen volgt deze fietsroute de Lippe, maar leidt het de fietsers ook langs de uitgebreide Romeinse geschiedenis van dit gebied. En wat is nu een betere plek om te beginnen dan bij Hermann, oftewel Arminius, de Germaanse legeraanvoerder die Caesars legioenen verpletterend versloeg?

Hermann in volle glorie

Om bij het Denkmal te komen, moet je in korte tijd een paar honderd hoogtemeters overbruggen en dat valt me, na de vlakke EmsRadweg, wel zwaar. Ook de rest van de etappe van die dag die ons o.a. bij de Externsteine brengt, een rotsformatie van zandsteen te midden van de heuvels, is veel stijgen en dalen.

De Externsteine

De omgeving ziet er meteen ook heel anders uit. Heuvelachtige landschappen, overdekt met bossen, open vlakten met weiden, wilde bloemen en graanvelden vouwen zich voor ons uit. Het levert mooie vergezichten op.

We fietsen door een mooi landschap

Bij Bad Lippspringe ontspringt de Lippe. Vanaf 8 meter diepte borrelt het water op in een meertje. Informatieborden, bloembakken en verschillende uitzichtpunten maken het tot een officiële bron, die ik ook voor ogen had bij de Ems. Het verschil kan niet groter zijn. De route is vanaf hier redelijk vlak en de komende dagen volgen we de Lippe naar de monding bij Wesel. Af en toe steken we hem over met een trekpontje.

De bron van de Lippe in Bad Lippspringe

De rivier is vaak helder en stroomt snel. Waterplanten waaieren uit in de stroomrichting. De ganzen en eenden op het water moeten moeite doen om op hun plek te blijven. Heel breed wordt het water niet. Verschillende malen zien we kano’s voorbijkomen. Stroomafwaarts uiteraard. Grote stukken lopen de Lippe en het druk bevaren Datteln-Hamm-Kanal naast elkaar.

Met de klok mee vanaf links boven: de Lippe; een trekpontje; uitzicht op de Lippe vanaf het terras van hotel Zur Rauschenburg; de Lippe en het Datteln-Hamm-Kanal lopen naast elkaar

De plaatsjes langs de Lippe

Paderborn met de Pader

Onze eerste overnachting op de Römer-Lippe-Route is in Paderborn. Een oud, leuk stadje vol vakwerkhuizen. De Pader, met 4 kilometer de kortste rivier van Duitsland, ontspringt er en stroomt er als een helder, af en toe snelstromend, beekje doorheen. Om te eindigen in de Padersee bij Schloß Neuhaus. In Schloß Neuhaus ontbijten we bij een bakkertje vlakbij het slot, waar het plaatsje naar vernoemd is. De uitgestrekte tuinen achter het kasteel staan volop in bloei. Kinderen van de plaatselijke basisschool hebben er een sportdag.

De tuinen van Schloß Neuhaus

In Lippstadt bewonderen we het grote plein met – wederom – vakwerkhuizen en de fontein met bijzondere beelden. Ook de Kaffee und Kuchen smaken er goed. Van de uitgestrekte stad Hamm zien we voornamelijk de omliggende natuur. Wel werpen we een blik op de immense glazen olifant in het Maximilianpark waar industriële panden nu een andere bestemming krijgen à la Eindhoven of Rotterdam. In Werne pauzeren we bij het gradeerwerk, waar zout wordt gewonnen door water langs sleedoorntakjes te laten lopen

Met de klok mee vanaf links boven: Lippstadt; gradeerwerk van Werne; streetart in Dorsten; Haltern am See

Via Haltern am See, gelegen aan een groot meer en Dorsten, waar ik een mooie muurschildering spot, komt de route in Wesel uit, een oud stadje waar de Lippe uitmondt in de Rijn. De route zelf eindigt in Xanten, de plaats bij uitstek voor Romeinse geschiedenis.

Monding van de Lippe in de Rijn

Romeinse geschiedenis

Onderweg worden we verschillende malen herinnerd aan de Romeinse geschiedenis van dit gebied

De Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk langs de Rijn, liep langs Xanten en in de Romeinse tijd lag bij deze plek de stad Colonia Ulpia Traiana en de belangrijke legerplaats Castra Vetera. In het archeologisch park bij de stad zijn originele resten van gebouwen terug te vinden. Ik was hier ooit met een excursie van de middelbare school. Zeker een aanrader.

Ook elders op de route komen we verschillende keren overblijfselen tegen uit de Romeinse tijd. Uitgebreide informatieborden en plaatsaanduidingen geven de geïnteresseerden een beeld van hoe het graanveld of het bos dat er nu ligt, er een paar duizend jaar geleden uitzag.

Omleidingen

De route kent opvallend veel omleidingen. Wegwerkzaamheden maken dat ook fietsers geen gebruik kunnen maken van bepaalde wegen of bruggen. Op de site van de Römer-Lippe-Route staat dit allemaal aangegeven en wordt ook een alternatieve route beschreven. Uiteraard hadden wij dit van te voren niet bekeken en hebben we heel wat meer kilometers gefietst dan nodig was. Soms over saaie rechten wegen, soms over mountainbike-paadjes door bossen. Niet echt ideaal met onze volgeladen fietsen.

Ontmoetingen

Af en toe komen we vreemde borden tegen

Onderweg is veel te zien. Daarom staan we regelmatig even stil om een foto te maken, in het boekje te kijken of een informatiebord te lezen. We hebben meerdere keren gehad dat er, zodra we afstapten, iemand naar ons toekwam en vroeg of hij ons kon helpen. Nadat we ontkennend geantwoord hadden, kwam het gesprek – uiteraard – op fietsen en de omgeving. Het heeft een aantal leuke gesprekken opgeleverd.

Zo vertelt een oude man op een e-bike in Detmold dat hij elke dag een rondje fietst “das ist gut für die Knochen”. Het verbaast hem niet dat we Nederlands zijn. Hij ziet de laatste jaren steeds meer fietsende Nederlanders. “Terecht”, merk ik op, “gezien de omgeving”. Daar is hij het volkomen mee eens.

Op onze laatste camping in Duitsland ontmoeten we een vakantiefietser uit Rotterdam die al vijf weken onderweg is. Hij heeft een rondje Zwitserland gedaan en heeft het nu wel weer gehad. Hij wil naar huis en het liefst voor de finale van het voetbal, de volgende dag. Dat wordt nog even doorfietsen, merken we op. Hij ziet het wel zitten. De dag ervoor had hij 140 kilometer afgelegd “en ook nog een lekke band geplakt”.

Overnachtingen

Camping Uentrop

Tijdens de Römer-Lippe-Route hebben we een aantal bijzondere overnachtingen gehad. Zo was er de camping Uentrop bij Hamm die op zichzelf erg rustig was, ware het niet dat de snelweg praktisch over de camping liep en de koeltorens van de verderop gelegen industrie ons uitzicht vormden. Het hotel Zur Rauschenburg bij Olfen was typisch Duits. Idyllisch gelegen aan de Lippe stond het statige gebouw aan de rand van het bos. De kamers waren sinds de jaren 50 niet meer veranderd en de zware houten meubels gaan nog wel een tijdje mee. We hebben er heerlijk op het terras gezeten en genoten van onze schnitzel.

De laatste camping aan de route lag bij Wesel aan de Rijn. We kwamen er aan op een vrijdagmiddag. Dit bleek geen goede combinatie. De camping was immens (het was een kilometer lopen van onze tent naar de douches) en de halve omgeving was uitgelopen om op die plek het weekend door te brengen. Wat een contrast met de boerencamping in Drempt (Achterhoek) waar we de volgende avond een plekje in de boomgaard vonden: “die ladder staat er om de kersen te plukken, dus ga vooral je gang.”

Meer informatie

Romeinse cijfers geven onderweg het aantal afgelegde kilometers vanaf de bron van de Lippe aan

Meer informatie over de Römer-Lippe-Route vind je op de site. Hier kun je ook de GPS-track downloaden. De hoofdroute is 295 kilometer lang. Regelmatig echter heb je de mogelijkheid om een alternatieve route te fietsen (een Schleife) langs een Romeinse bezienswaardigheid of mooie natuur. Zowel de hoofdroutes als de Schleifen zijn gemarkeerd en in het Bikelineboekje aangegeven. Ook vind je onderweg regelmatig grote roestrode stalen platen met Romeinse cijfers. Deze cijfers geven het aantal kilometers aan vanaf de bron van de Lippe.

De markering van de Römer-Lippe-Route

De markering bestaat uit rood-blauw-witte vierkantjes waarin je een gestileerde Romeinse helm en de Lippe kunt ontwaren. De bordjes hangen onderaan de richtingaanwijzerbordjes.

Benieuwd naar onze ervaringen op de EmsRadweg? Lees het hier.

Fietsen langs Duitse rivieren | EmsRadweg

Onze totale fietsroute

In de zomer van 2019 fietsen we in twee weken langs twee Duitse rivieren. De eerste week fietsen we vanuit Nederland naar de EmsRadweg en pakken deze route in Ditzum op. Ditzum is een klein vissersplaatsje vlakbij de monding van de Ems in Emden. Vanaf hier zakken we af naar de bron van de Ems bij Hövelhof. Daar steken we over naar Detmold om in de tweede week de Römer-Lippe-Route te fietsen. De rivier de Lippe volgen we van bron naar monding in de Rijn, tussen Wesel en Xanten. Vanaf Xanten fietsen we weer terug naar Nederland. We zijn dan 1050 km verder, hebben verschillende landschappen doorkruist en zijn veel ontmoetingen en indrukken rijker.

Naar de EmsRadweg toe

Zwarte Dennen

Het is boven de 30 graden als wij in twee dagen via Overijssel, Drenthe en Groningen naar Ditzum in Noord-Duitsland fietsen. De Nederlandse provincies doen niet onder voor het Duitse Ostfriesland. We rijden door de verstilde Zwarte Dennen bij Staphorst, over het mooiste fietspad van Drenthe in het Dwingelderveld en door het prachtige natuurgebied Bovenlanden (inclusief een verzonken dorp) in Noord-Groningen. We kamperen op twee mini-campings in Eursinge en Bellingwolde, waar het goed toeven is.

Bad Nieuweschans (en daarmee de grens) is niet ver meer

De EmsRadweg bereiken we de volgende ochtend. In ons routeboekje wordt de route van bron tot monding beschreven. Wij fietsen hem andersom en dus bladeren we terug in het boekje. In het veld is de route gelukkig beide kanten op gemarkeerd. Emden is de officiële start (of einde) van de route. Wij besluiten om de route in Ditzum, 10 km van Emden, op te pakken. Emden ligt aan de overkant van de Ems en dat retourtje met de pont geloven we wel.

Fietsen over de EmsRadweg

In Warendorf

Ditzum is een oud vissersdorpje aan de monding van de Ems. Het landschap van Ostfriesland is kaal en het eerste deel van de route fietsen we voornamelijk langs de dijk, af en toe laverend tussen de schapen. De weg is vlak en zal dit ook blijven tot aan de bron bij Hövelhof.

Laveren tussen schapen langs de dijk bij Ditzum

De Ems is breed en de binnenvaartschepen varen af en aan. Ook kun je hier een enorm cruiseschip tegenkomen dat in de Meyer-werf in Papenburg wordt gebouwd. Al jarenlang een onderwerp van discussie tussen natuurliefhebbers en de werf. De eerste groep ziet graag dat de Ems een natuurlijke loop houdt en de natuur bewaard blijft. De werf en de lobby eromheen daarentegen hebben voor de gebouwde cruiseschepen een diepe en brede rivier nodig.

Binnenvaartschepen komen onderweg in de Ems en in het er parallel aan lopende Dortmund-Ems-Kanal tot aan Rheine 13 sluizen tegen. Bij Greven, vroeger de laatste bevaarbare Emshaven, wordt de rivier te smal en zien we alleen nog plezierjachtjes, kano’s en op een gegeven moment zelfs dat niet meer. De serieuze rivier wordt in krap 400 km een lieflijk stroompje met overhangende bomen, koeien op de oevers en wuivende graanvelden erlangs. Wij kamperen aan de Ems, drinken er Kaffee und Kuchen naast, steken haar over in oude dorpjes met traditionele vakwerkhuizen en af en toe biedt zij een thuis aan een kunstwerk.

De Ems van monding tot bron deel 1: van Ditzum (bovenaan) tot aan Rheine (onderaan)

In de bossen bij Hövelhof bereiken we na zes dagen fietsen de bron van de Ems. In een informatiecentrum lezen we over de rivier, een paar honderd meter verderop vind je de bron. Het ligt bij een militair oefenterrein dat sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog Engels is. Al sinds het begin van de route heb ik een plek voor ogen waar je het water ziet opborrelen. De werkelijkheid is anders. Langs de vlonders waar je overheen loopt, zie je wat water glinsteren dat verder het bos in loopt. Naar het schijnt is dit overigens niet de echte bron. Die ligt even verderop, binnen de grenzen van de militaire zone.

De Ems van monding tot bron deel 2: van Telgte (bovenaan) tot aan de bron bij Hövelhof (onderaan)

Geschiedenis

Onderweg zien we veel graanvelden

Een aanleiding voor mij om de EmsRadweg te fietsen, was het boek Het lied van de Eems (2011) van Aafke Steenhuis. In dit boek fietst zij de EmsRadweg en vertelt over de geschiedenis van de rivier en het omliggende gebied. Ik herlees het tijdens onze fietsvakantie en dat maakt dat ik met hele andere ogen naar de omgeving kijk.

We doorkruisen Ostfriesland en Emsland, gebieden met een lange en niet altijd rooskleurige geschiedenis. In vroeger tijden waren het arme streken en werd er turf gewonnen. Net als aan de Nederlandse kant van de grens.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er maar liefst 15 straf-, concentratie- en krijgsgevangenenkampen in het Emsland. Het plaatsje Haren (Ems) is vlak na de oorlog nog een paar jaar Pools geweest. De Poolse soldaten die meevochten aan de geallieerde zijde en Poolse dwangarbeiders uit de kampen konden niet meer terug naar huis. Het land lag achter het IJzeren Gordijn. De Britse bezettingsmacht besloot toen de oorspronkelijke bevolking van Haren (Ems) weg te sturen en de huizen beschikbaar te stellen aan de Polen.

Moin

Onderweg komen we veel andere fietsers tegen die veelal op elektrische fietsen de route de andere kant op fietsen. Deze fietsers en ook de wandelaars groeten ons met moin. De groet die de Groningers ook niet vreemd is. Tot ver in het zuidelijke stroomgebied van de Ems groeten we op deze manier, totdat hallo en morgen de boventoon gaan voeren. Volgens Aafke Steenhuis kunnen mensen aan beide kanten van de grens elkaar prima verstaan als ze dialect spreken. Ze kan het weten, ze heeft het zelf uitgetest.

Eichenprozessionsspinner

Hier hadden we beter niet kunnen stoppen

Een paar dagen nadat we vertrokken zijn, haalt hij het nationale nieuws: de eikenprocessierups. In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal rupsen verdriedubbeld. De brandhaartjes van de beesten zorgen voor hevig jeuk bij mens en dier. Het is dus oppassen geblazen. De rood-witte linten om de eikenbomen waarschuwen de voorbijgangers. In Duitsland krijgen we dit allemaal niet zo mee. Maar ook daar zijn de beesten aan een opmars bezig. We zien de borden, maar staan er niet zo bij stil. Tot vlak voor Warendorf.

Vanwege de warmte pauzeren we even in de schaduw van een grote boom. Pas later zien we het bord en daar vlak naast het nest van de Eichenprozessionsspinner. Ik maak nog even een foto, maar het kwaad is al geschied. ’s Avonds blijken we toch wel veel – naar we denken – muggenbulten te hebben en er komen steeds meer bij, op de vreemdste plekken. De rups heeft toegeslagen. De dagen erna vermijden we ondanks de aantrekkelijke schaduw alle eikenbomen, met of zonder bord. Dit niet weer.

De plaatsjes langs de Ems

Met de klok mee vanaf rechtsboven: Papenburg; Kloster Bentlage bij Rheine; Leer; Telgte; Rietberg; Rheda-Wiedenbrück; Warendorf; Hövelhof

De Ems komt door en langs verschillende leuke stadjes, zoals:

– Leer, een havenstadje met oude straatjes en huizen;
– Papenburg, dat doorkruist wordt door grachten boordevol bloembakken (zowel erin als erlangs);
– Rheine en het Kloster Bentlage, waar we met oud en nieuw waren en dat er nu, in de zon en met de bomen vol in blad, toch wel heel anders uitziet;
– Telgte, een oud stadje met een mooie kerk en een kunstwerk in de Ems van een man met een zwemband;
– Warendorf, met een pleintje met typisch Duitse geveltjes en een kerk met het opschrift ‘Nütz die Zeit’;
– Rheda-Wiedenbrück, met levensechte beelden van alledaagse mensen van keramiek;
– het sprookjesachtige Rietberg waar we naast de Ems, die veel weg heeft van een snelstromend beekje, onze cappuccino met overheerlijke Himbeerenkuche eten;
– Hövelhof, waar we voor het voormalige jachtslot van een bisschop uit de middeleeuwen van onze lunch genieten.

Overnachtingen

Op Camping Quellental bij de bron van de Ems

Tijdens de EmsRadweg hebben we verschillende soorten overnachtingen. We slapen op campings, sommigen iets groter dan we willen, soms in het gezelschap van eenden of kippen (inclusief een haan die om 4 uur ’s ochtends wakker werd), in een jeugdherberg, in een hostel op een boerderij in bedrijf en als enige gasten in een pension in een groot huis. Aanraders zijn voor ons:

Querdel’s Hof in Emsbüren, overnachten in een pension met meerdere kamers in een groot huis in the middle of nowhere, dat eigendom is van een boerenfamilie. Het ontbijt van voornamelijk zelfgemaakte producten, is een kilometer verderop, in de tuin van de boerderij.
Hotel Meier-Westmeyer in Marienfeld zit in een oude, nog in bedrijf zijnde boerderij in het rustige dorpje Marienfeld. Er is een oud klein goederenliftje waarmee we onze fietstassen eenvoudig naar de tweede verdieping kunnen krijgen.

Meer informatie

De groene ‘E’ markeert de EmsRadweg

Meer informatie over de EmsRadweg staat op de site van de route. Hier vind je o.a. de omleidingen, informatie over de omgeving en de GPS-track. Ook staat hier een link naar de praktische app van de EmsRadweg, waarmee je o.a. heel makkelijk de afstand tussen twee punten kunt bepalen. Heel handig als je ’s avonds voor je tentje de route van de volgende dag uitstippelt.

De EmsRadweg is ook gemarkeerd, zoals veel fietsroutes in Duitsland. De markeringsbordjes zijn vaak vierkantjes die onder de richtingaanwijzerbordjes hangen. De EmsRadweg is herkenbaar aan de groene E in beeld en spiegelbeeld. In verband met omleidingen kun je eigenlijk niet alleen op deze markering fietsen. Neem in ieder geval een fietsrouteboekje mee (wij hadden het boekje van Bikeline) of de GPS-track.

Benieuwd naar onze ervaringen op de Römer-Lippe-Route? Lees het hier.

Fietsen langs Duitse rivieren

Vorig jaar september begon het weer te kriebelen. De wandelvakantie in Ierland (lees hier een impressie) lag alweer een paar maanden achter ons. De donkere dagen voor kerst lagen in het verschiet. Wat is er dan leuker om te fantaseren over een volgende vakantie. Een fietsvakantie wel te verstaan, die keuze was snel gemaakt. Na een jaar wandelen werd het weer tijd om te gaan fietsen. Maar waar?

Nu kom ik af en toe leuke fietsideeën tegen. Ik houd ze bij in een alsmaar groeiend lijstje. Sinds een paar jaar staat de Noord-Duitse EmsRadweg ook op dit lijstje. Eigenlijk nadat ik het boek Het lied van de Eems (2011) van Aafke Steenhuis las. In dit boek fietst zij – juist – de EmsRadweg en vertelt over de geschiedenis van de rivier en het omliggende gebied. Dat doet ze goed, want halverwege het boek zag ik mij al langs de Eems fietsen, dwars door de historie.

De EmsRadweg (route uit de app van de EmsRadweg)

De keuze was dus snel gemaakt. Met die 382 kilometer zijn we wel een kleine week zoet. De route is beschreven in een boekje van Bikeline, van de bron in het Teutoburgerwald naar de monding van de rivier bij Emden. We besluiten de Radweg andersom te fietsen. Zo kunnen we bij de monding een andere fietsroute uit het lijstje oppikken: de Römer-Lippe-Route.

Deze route volgt, zoals de naam al zegt, de rivier de Lippe. Hij begint in Detmold en eindigt in Xanten waar de rivier uitmondt in de Rijn. Het leuke van deze route is dat je onderweg veel nog tastbare Romeinse historie tegenkomt. Ooit vertaalde ik op de middelbare school Latijnse teksten uit De Bello Gallico van Julius Caesar. Het Teutoburgerwald kreeg hierin haast mythische proporties. Daar moet ik nog eens heen, besloot ik toen. Ik ben er inmiddels al een paar keer geweest, te voet. Maar de combinatie in de Römer-Lippe-Route van dit mythische woud en tastbare Romeinse historie is wel heel aantrekkelijk.

De Römer-Lippe-Route (bron: http://www.din-atours.de)

Met deze tweede rivierroute van 295 kilometer is de fietsvakantie rond. Twee Duitse rivieren van bron tot monding, flink wat historie en niet in de laatste plaats mooie landschappen. Ik krijg er helemaal zin in.

Fiets in de trein

Treinleven

Stel je voor

Stel je voor: je staat op het perron met je fiets volgepakt met minimaal twee voor- en twee achtertassen. Net heb je de lift genomen om in de spoortunnel te kunnen komen. Het oude vrouwtje met rollator, dat aan kwam lopen toen jij al in de lift stond, wilde heel graag met je mee in de lift en was enigszins gepikeerd dat dat niet paste. Vanuit de spoortunnel nam je een tweede lift om op het perron te komen. Nu wacht je op de trein die je op je Duitse plek van bestemming zal brengen. Of in ieder geval een stukje in de goede richting, er wachten je namelijk nog drie overstappen.

Met de fiets in de trein

Met de fiets in de trein. Het kan in Nederland, Duitsland, België, Luxemburg en nog veel meer andere landen. Dat is fijn en handig. Het scheelt je als fietser enorm veel tijd. Maar reizen met een fiets in de trein brengt ook uitdagingen met zich mee. Altijd. Althans wel die keren, afgelopen jaren, dat ik het deed. Geen enkele reis is hetzelfde, geen enkele conducteur is hetzelfde en ook de medereizigers die met hun fietsen de reis ondernamen, zijn stuk voor stuk anders. Het mag met recht een avontuur genoemd worden.

Vier vakanties ervaring heb ik inmiddels. De eerste reis vanuit Luxemburg, de laatste vanuit Noord-Duitsland. In Luxemburg had ik nog geen fiets-in-trein ervaring en was ik blij dat mijn fiets überhaupt een plekje vond op het balkon. Samen met nog een aantal andere fietsen, waardoor er niemand meer in of uit kon. Vanuit Noord-Duitsland reisden we met enkel regionale treinen, wat een luxe bleek te zijn voor de vakantiefietser.

Luxemburg en België

De Luxemburgse trein leek veel op de Nederlandse, alleen een paar decennia ouder. Fietsen konden in principe op het balkon staan, maar als het er meer dan drie werden, kon je er eigenlijk niet meer in of uit. Tassen konden we er niet kwijt en stonden opgestapeld op het bankje tegenover ons. Gelukkig was het niet druk en de andere fietsers hadden dezelfde constructie bedacht. Wij hadden net de Vennbahn gefietst, de smokkelroute door Duitsland, België en Luxemburg over een oud spoorwegtracé en zagen een deel van de door ons gefietste route langs ons heen flitsen, terwijl we in rap tempo naar België reden.

In de Belgische trein was een apart rijtuig gereserveerd voor de fietsen. De conducteur had de sleutel en tijdens de rit mochten reizigers niet bij hun fietsen blijven. Geen probleem en lekker makkelijk. Diefstal werd zo ook lastig. Bij krappe overstaptijden ben je wel weer afhankelijk van de man met de sleutel, maar die wil over het algemeen ook weer verder. Geen enkel probleem dus.

Duitsland

Het fietsgedeelte in de Duitse intercity

En dan de Duitse treinen. Hier ligt mijn meeste ervaring en ook de meeste avonturen. In de intercity’s is reserveren voor je fiets verplicht. Er is beperkt plek in de speciale fietsgedeelten van de coupés. Je fiets hang je aan of zet je in de speciale haken. Bagage kan er meestal niet op blijven maar kun je naast je fiets kwijt.

Nadeel is dat niet iedereen zich aan de nummers houdt die zijn toegewezen in de reserveringen. Bepaalde plekken hebben nu eenmaal de voorkeur boven andere. Ik zet ook liever mijn fiets in een lage stalling, dan dat ik het voorwiel aan een haak in de buurt van het plafond moet hangen. Daarnaast heb ik de ervaring dat reserveringen ook wel opgeheven worden. Onder het mom van ‘zie maar dat je een plekje kunt bemachtigen’ stap je dan met zwaarbeladen fiets de trein in.

Intercity’s hebben een hoge instap en een smalle deur en een nauw gangetje waardoor je je fiets naar binnen moet wurmen. Instappen bij regionale treinen daarentegen zijn meestal gelijkvloers en de doorgangen zijn breder. Ook merkten we, toen we afgelopen zomer zonder reservering met enkel regionale treinen vanuit Noord-Duitsland terugreden naar Nederland, dat bepaalde Bundesländer hun regionale treinen uitrusten met een compleet fietsrijtuig.

Op station Hamburg Harburg rijden regionale treinen met aparte fietscoupés

Enkel haken, standaards en stangen om je fiets in te zetten, aan te hangen of tegen aan te laten leunen. Ideaal! Dertig fietsen konden er zeker staan. Op onze reis was het niet druk, waardoor we 10 uur en 5 overstappen later geen enkel stuk bagage van de fiets hadden hoeven halen. Ook kwamen we keurig op tijd aan op ons eindstation.

Een ervaring die maakt dat ik volgende keer weer met regionale treinen wil reizen. Zeker na ons akkefietje in Almelo vorig jaar met de intercity. Vanuit Denemarken reisden we toen terug naar Nederland, met een Duitse trein. In Almelo stapten we over op een Nederlandse trein. De bagage stond al op het perron, de fietsen nog in de trein. Toen gingen de deuren dicht en reed de trein weg. Gelukkig stond ik ook op het perron en mijn medefietser nog in de trein, waardoor het allemaal nog goed kwam. Maar dit is de nachtmerrie van elke fietser en was voor mij bijna de reden om niet meer met de fiets in de trein te reizen.

Maar ja, het is zo makkelijk en je komt zo veel verder. Dus dit jaar, toen het Almelo-akkefietje iets minder vers in het geheugen lag, toch weer een fiets-treinreis geboekt. Naar Rostock ditmaal (en vanuit daar naar Zweden), wederom met de intercity. Helaas bleek de tweede trein überhaupt geen fietsrijtuig te hebben waardoor de fietsers hun fietsen kwijt moesten in een gewoon rijtuig met bankjes en tafeltjes. Hangend aan het voorwiel bevestigden wij onze fietsen met de spin aan de bagagerekken, nadat we hem, zonder bagage, met moeite door het gangpad hadden gemanoeuvreerd. De tafeltjes waren opgeklapt, waardoor er bij zo’n vierzitsbankje net plek was voor twee fietsen.

De niet fietsende reiziger keek vreemd op toen het rijtuig bevolkt bleek door op hun achterwiel balancerende fietsen. Dit soort gevallen verenigt wel de vakantiefietser. Iedereen helpt elkaar met bagage en ophangen van fietsen. Ook bij het uitstappen worden van alle kanten helpende handen uitgestoken. Dat is het positieve aan dit soort situaties, het maakt het contact een stuk makkelijker. En de met de trein reizende vakantiefietser is over het algemeen geïnteresseerd in zijn collega-fietsers. De afgelopen vier fietsvakanties hebben we dan ook veel verhalen gehoord (en verteld) in de trein. Het maakt de reis onzeker, onverwacht, maar ook zeker interessant en avontuurlijk.

Nederland

Nederlandse treinen tenslotte kunnen nog wat leren van de Duitse regionale treinen – en toegegeven – ook van de Duitse intercity’s. Aparte fietsgedeelten ben ik nog niet tegengekomen in de Nederlandse trein. Op het balkon zijn per treinstel drie plekken gereserveerd voor fietsen. Dat is het. Als het vol is, is het vol. Reserveren is niet mogelijk. Gelukkig is de manoeuvreerruimte in de Nederlandse trein wel een stuk ruimer dan in de Duitse intercity. En als je een vroege of late trein pakt is er vaak ook genoeg plek.

Dus

Treinreizen met de fiets is dus per land, maar ook per trein een verrassing. Het beste is om zonder verwachtingen in te stappen en de avonturen onderweg over je heen te laten komen. Het loopt altijd anders dan je denkt en dat levert leuke verhalen op voor later (of voor een blog). Waar we volgend jaar heengaan, weet ik nog niet. Maar beginnen of eindigen met een treinreis sluit ik zeker niet uit.

 

Rondje Kattegat op de fiets | Jutlandroute

Onze fietsroute rond het Kattegat

In de zomer van 2017 fietsen we in tweeëneenhalve week rond het Kattegat. We beginnen in Trelleborg, Zweden en fietsen via de eerste langeafstand fietsroute van Zweden – de Kattegattleden – naar Göteborg. Hier steken we over naar Frederikshavn, Denemarken. We volgen het spoor van de Vikingen – via de Jutlandroute – terug naar het zuiden en nemen uiteindelijk in Hemmoor, Noord-Duitsland, de trein weer terug naar Nederland. We zijn dan 1200 km verder en veel ontmoetingen, ervaringen en indrukken rijker.

De komende tijd lees je hier een greep uit onze belevenissen. Hoe beviel Zweden op de fiets, is de eerste Zweedse langeafstand fietsroute een aanrader, hebben we daadwerkelijk sporen van Vikingen gezien en hoe gaat dat nu eigenlijk, met de fiets in de trein?

Jutlandroute

De hærvejen is zowel een populaire wandel- als fietsroute

We staan vooraan als de deuren van het schip opengaan en we Denemarken zien liggen. Donkere luchten, extra uitgelicht door een fel schijnende zon is ons eerste beeld van dit Scandinavische land. De Stena Line man gebaart dat wij fietsers als eersten eraf mogen en enkele minuten later rijden we samen met een paar andere vakantiefietsers over het veerbootterrein. Voor ons ligt het havenplaatsje Frederikshavn, het begin van onze Jutlandroute.

De komende anderhalve week fietsen we vanaf Frederikshavn richting zuiden. Eerst langs de kust en daarna landinwaarts. We volgen het spoor van de Vikingen, de basis van de Jutlandroute van Clemens Sweerman. De route loopt van Skagen, helemaal in het noorden van Denemarken over rustige landwegen, voormalige spoorbanen en historische handelswegen (de Hærvejen) via Noord-Duitsland naar Emmen.

De meeste mensen zullen de route andersom fietsen. Qua wind, die vaak uit het zuidwesten waait, niet zo’n gekke keuze. Voor ons rondje Kattegat kwam deze richting beter uit. Onderweg komen we dan ook veel fietsers tegen die ons tegemoet fietsen en slechts een enkeling die ‘onze’ kant op fietst. Ondanks de tegenwind was deze richting prima te doen. Net als vorig jaar de eilanden, beviel het vaste land van Denemarken ons weer zeer goed.

Zon, regen en heuvels

Het is vier uur ’s middags als we met Deense Kronen op zak en ingrediënten voor een simpel avondmaal vanuit Fredrikshavn op weg gaan naar onze eerste Deense camping in Sæby. Dreigende luchten met hier en daar een bliksemschicht begeleiden ons, terwijl de zon haar best doet de glooiende korenvelden zo geel mogelijk te laten lijken. De 15 kilometer doen ons weer denken aan vorig jaar. Denemarken is niet vlak, is ook nu weer onze conclusie. De eerste hellingen dienen zich al aan als we Frederikshavn nog niet uit zijn.

Op de camping aangekomen begint het te stortregenen en moeten we nog een uurtje wachten totdat we, zonder helemaal doorweekt te raken, onze tent op kunnen zetten. Bij het opzetten schijnt de zon weer uitbundig. ’s Avonds maken we zelfs een mooie zonsondergang mee. En dat is hoe het weer de rest van onze Deense fietsweek zal zijn, stralende zon afgewisseld door fikse regenbuien.

Na regen komt zonneschijn … en daarna weer regen (camping Sæby)

De volgende dag volgt een mooie fietsetappe langs de kust van Noord-Jutland. Over rustige landwegen komen we langs typische Deense boerderijen, waarvan er veel til salg (te koop) zijn. Even dringt een vergelijking met Noord-Groningen zich op, maar dan zonder de aardbevingen. Mensen trekken weg uit deze streek. Het natuurschoon en de dorpen zullen niet de reden zijn. We fietsen door kleine kustdorpjes met kleurige oude huizen en kenmerkende kerken. Bij zon zeer fotogeniek.

Ontmoetingen

Hoewel we aanvankelijk weinig vakantiefietsers tegenkomen, spreken we wel een aantal geïnteresseerde Denen. Bij een haventje aan zee wil de eigenaar van een koffietentje weten welke Nederlandse pretparken hij in september echt moet bezoeken als hij met vrouw en twee zoons onder de 10 naar Amsterdam gaat. De bijna gepensioneerde eigenaresse van de camping in Hadsund is zelf enthousiast fietser en schuift ons, na een half uur fietservaringen uitwisselen, twee douchemunten toe met de woorden “Cyclists get free showers here”.

De dag erop verlaten we de kust en fietsen al ‘heuvelend’, zoals Sweerman het in zijn routeboekje schrijft, langs het Mariager Fjord landinwaarts. Deze etappe valt ons zwaar en na 17 kilometer klimmen en dalen – de laatste afdaling over natte kinderkopjes – zijn we blij om in het historische stadje Mariager een terrasje te zien. We strijken neer aan een van de twee tafeltjes en genieten van een grote beker koffie met veel melk. Zeker geen cappuccino, zoals de verkoopster het noemde, maar zeer verdiend.

De fietsen parkeren we in Mariager bij de paardenkoetshalte, die gelukkig niet verschijnt

De weersvoorspellingen zijn niet best als we in Viborg, een van Denemarkens oudste stadjes, aankomen. We vinden, dankzij de hulp van een meedenkende VVV-medewerkster, een van de laatste kamers in een B&B. Een handbalevenement en een hondenshow doen de stad kraken in zijn voegen. De volgende dag spreken we af met vrienden die toevallig ook in de buurt vakantie houden. In het café bij de dom wisselen we vakantie-ervaringen uit en horen we alles over Legoland, een must voor alle kinderen, aldus de twee jongens. De gutsende regen slaat tegen de ramen.

In Viborg komen we deze tekst tegen: als de bakker dood is, bakt hij geen brood meer (vrij vertaald)

Lekke banden

Tot aan Viborg waren de lekke banden ons bespaard gebleven, maar dat geluk duurt niet eeuwig. De volgende dagen wordt er een ernstig beroep gedaan op onze bandenplakvaardigheden. De beroemde grindwegen, waarover ik in blogs over de Jutlandroute had gelezen, doen hun invloed gelden. Ze worden steeds talrijker en de combinatie van scherpe steentjes en natte banden is geen gelukkige. In drie dagen plakken we vier lekke banden. We besluiten om de volgende fietsvakantie toch maar antilekbanden te proberen.

Fietsen over grindwegen is vooral bij regen een goede basis voor lekke banden

De grindwegen kennen een lange historie. Het zijn de oude handelswegen, de ‘Hærvejen’, in Duitsland ook ‘Ochsenweg’ genoemd, die van zuid naar noord lopen. Sommige delen gaan terug tot vóór de bronstijd. Dat maakt dat je zo’n lekke band toch even wat anders bekijkt. Op die wegen komen we naast fietsers ook veel wandelaars met grote rugzakken tegen, het zijn populaire routes. Langs de Hærvejen vind je af en toe nog een zogenaamde Kro, een herberg waar vroeger de postkoetsreizigers overnachtten. In Jelling, thuisstad van de Vikingkoning Blauwtand (Bluetooth is naar hem vernoemd), eten we een hapje in de eeuwenoude Kro. Fietsen over oude Deense wegen en niet eten in een Kro, dat kan eigenlijk niet.

De Kro in Jelling ziet er uit zoals een Kro er (in mijn gedachten) uit moest zien

Overnachten

Tijdens onze fietstocht hebben we allerhande overnachtingen gehad. Van tent tot B&B, van hotel tot stuga. Onze laatste camping in Denemarken – in Vojens – is een geval apart. Na een dag vol regenbuien en enige onenigheid met de GPS komen we er aan. De camping hoort bij een sportcomplex en is verlaten. Geen campingpersoneel, geen campinggasten, alleen één onbewoonde caravan. We bellen het telefoonnummer dat op het hek staat en 10 minuten later komt er een mevrouw aan gereden.

Ze is niet verbaasd als we vertellen dat we een route fietsen die in Nederland begint of – in ons geval – eindigt. Veel Jutlandroutefietsers gebruiken deze camping om te overnachten. Als campinggast heb je toegang tot de faciliteiten van het sportcomplex. Als enige twee kampeerders betekent dat dat we een enorme keuken, veel douches, toiletten, een tv en wat dies meer zij tot onze beschikking hebben. Een verlaten camping voelde wat vreemd maar is zo gek nog niet.

In Noord-Duitsland kamperen we in Hademarschen bij de boer. Achter zijn boerderij, met uitzicht op de weilanden, zijn een paar kampeerplaatsen. De ene douche, het ene toilet en de afwasgelegenheid zitten bij elkaar in één ruimte, in een soort tuinhuisje. Karig, maar prima verzorgd. Net als het ontbijt. De bestelde warme broodjes worden door de boer bij de tent gebracht en de boerin vraagt of wij er ook koffie bij willen. Even later zitten we met een grote mok koffie op een van de bankjes die zij er speciaal voor de kampeerders hebben neergezet. In het gastenboekje lezen we dat we niet de eerste Jutlandroutefietsers zijn die deze leuke camping hebben ontdekt.

Ons uitzicht vanaf de camping in Hademarschen

Kortom

In Noord-Duitsland sluiten we ons rondje Kattegat af. In de paar dagen die we nog hebben, halen we Nederland niet meer en er is weer regen voorspeld. We vinden het mooi geweest. In tweeëneenhalve week hebben we drie landen doorkruist, veel mooie natuur en idyllische dorpjes gezien, onze conditie weer op peil gebracht en zijn we weer heel wat historische kennis wijzer. Ook de ontmoetingen onderweg met fietsers maar ook met inwoners van de gebieden waar we doorheen fietsten waren inspirerend en verrassend.

De laatste dag reizen we per trein met onze fietsen terug naar Nederland. Met regionale treinen reist het eigenlijk prima, ze zijn fietsvriendelijk en we hebben alle tijd. Met vijf overstappen en tien uur later zijn we dan eindelijk op de plek van bestemming. Het voelt vreemd om weer terug te zijn, maar ook heel goed. Medekampeerders op de camping in Hademarschen kenden het gevoel. Oma, moeder en twee dochters (ongeveer 9 en 11 jaar) waren met de fiets onderweg naar Kopenhagen. Een van de dochters zei enthousiast: “Dan kan ik op school vertellen dat ik naar Denemarken ben gefietst! Vanuit huis!” Een gevoel om te koesteren.

Benieuwd naar onze ervaringen in Zweden? Lees het hier.

 

Rondje Kattegat op de fiets | Kattegattleden

Onze fietsroute rond het Kattegat

In de zomer van 2017 fietsen we in tweeëneenhalve week rond het Kattegat. We beginnen in Trelleborg, Zweden en fietsen via de eerste langeafstand fietsroute van Zweden – de Kattegattleden – naar Göteborg. Hier steken we over naar Frederikshavn, Denemarken. We volgen het spoor van de Vikingen – via de Jutlandroute – terug naar het zuiden en nemen uiteindelijk in Hemmoor, Noord-Duitsland, de trein weer terug naar Nederland. We zijn dan 1200 km verder en veel ontmoetingen, ervaringen en indrukken rijker.

De komende tijd lees je hier een greep uit onze belevenissen. Hoe beviel Zweden op de fiets, is de eerste Zweedse langeafstand fietsroute een aanrader, hebben we daadwerkelijk sporen van Vikingen gezien en hoe gaat dat nu eigenlijk, met de fiets in de trein?

Onderweg naar de Kattegattleden

Het Kattegat in Borstahusen bij Landskrona

Sinds een paar jaar kent ook Zweden een officiële langeafstand fietsroute. De route is 370 km lang en doorkruist de provincies Skåne en Halland. Over fietspaden en autoluwe wegen fiets je langs de mooie Zweedse zuidwestkust van Helsingborg naar Göteborg. Onderweg bevind je je regelmatig in de typische Zweedse landschappen met de rode houten boerderijen, uitgestrekte korenvelden (met korenbloemen en klaprozen), glooiende heuvels, leuke dorpjes en niet te vergeten de pittoreske haventjes.

Wij beginnen ons Zweedse fietsavontuur in Trelleborg, 100 km zuidelijker dan Helsingborg. Vanuit Nederland reizen we met de trein (en onze fietsen) in ruim zeven uur naar Rostock. De volgende ochtend nemen we daar de boot naar Trelleborg. Zeven uur later staan we in de stromende regen in het Zweedse havenplaatsje. Unaniem besluiten we om onze eerste Zweedse nacht door te brengen in een Zweedse trekkershut, de stuga. De tent krijgt zijn kans nog wel.

De daaropvolgende dagen klaart het weer op en fietsen we bij een aangename temperatuur en zon door Skåne. Ook nu we nog niet op de Kattegattleden fietsen is het landschap zeker de moeite waard. Van tevoren hadden we een route uitgestippeld over kleine weggetjes en langs de kust en deze in de GPS gezet. We rijden over glooiende wegen met bomen, langs korenvelden met wilde bloemen en zien onze eerste typische Zweedse rode boerderijen.

Onze eerste kennismaking met fietsland Zweden is niet gek

Als fietsers voelen we ons meteen thuis in Zweden. Er is een keur aan fietspaden, in de steden maar ook erbuiten. Voor fietsers worden nabijgelegen plaatsen met wegwijzers aangegeven. Automobilisten geven ons overal voorrang, ook als wij dat helemaal niet hebben. Het is prettig fietsen zo.

Hoewel we op weg zijn naar de Kattegattleden, de eerste officiële fietsroute van Zweden, komen we onderweg ook wegwijzers tegen van een ander Zweeds fietsroutenetwerk: de Sverigeleden. Deze volledig bewegwijzerde routes lopen door heel Zweden en zijn gebundeld in drie fietsgidsen. Voor wie na de Kattegattleden Zweden verder wil verkennen op de fiets zijn er dus nog genoeg mogelijkheden.

Fietsen over de Kattegattleden

Het begin van de Kattegattleden in Helsingborg

Op onze tweede volledige fietsdag bereiken we dan toch Helsingborg, het begin van de Kattegattleden. Op het centrale plein, waar de boten uit Denemarken aankomen, de treinen uit omliggende gebieden en fietsers uit alle windstreken vereeuwigen we onszelf voor het startbord van de route. Met een cappuccino en muffin luiden we het begin van de route in en vangen met een stralend zonnetje de weg aan.

Fietsend door korenvelden is de zee nooit ver weg

De dagen erop volgen we donkerrode routebordjes die ons langzaam maar zeker dichter bij Göteborg brengen. De route is allerminst vlak. Heuveltjes zijn aan de orde van de dag en af en toe moet er flink geklommen worden. Gelukkig zijn de klimmetjes slechts kort en goed te doen. Geregeld staan we even stil om het prachtige uitzicht over het Kattegat vast te leggen op de gevoelige plaat.

Het haventje van Träslövsläge ligt er idyllisch bij

Regelmatig rijden we over of langs een golfbaan. Als je enkel de Kattegattleden fietst krijg je al snel het gevoel dat heel Zweden golft. En geef ze eens ongelijk. Vaak zijn de golfbanen op schitterende plekken aangelegd. Uitkijkend over het Kattegat of het weidse landschap een balletje slaan: wie wil dat nu niet!

In de idyllische dorpjes halen we onze lunch om deze op een leuk plekje aan zee op te eten. Onze volgepakte fietsen baren nog wel wat opzien. Een oud vrouwtje begint in het Zweeds een heel verhaal tegen mij, terwijl ik bij de supermarkt sta te wachten. “English?” vraag ik verontschuldigend, maar ze kan alleen maar Zweeds. Wel steekt ze haar duim op om ons succes te wensen bij onze verdere fietsavonturen, die ze waarschijnlijk graag gehoord zou hebben.

De route gaat door een mooi, maar ook toeristisch gebied van Zweden. Niet alleen zijn er in deze zomermaanden veel fietsers die de route fietsen, ook de kust en het strand trekken veel vakantiegangers. In sommige plaatsjes moeten we moeite doen om langs de grote stromen strandgangers te komen.

Regelmatig gaat de route vlak langs de kust

De grote campings langs de kust zijn afgeladen vol en aardig prijzig. Gelukkig is er altijd wel een plekje voor een tent, maar onze voorkeur gaat toch uit naar de kleine campings met weinig voorzieningen. In de latere etappes zoeken we daarom vooral campings uit die niet direct aan zee liggen.

Zo komen we in Galtabäck op een kleine camping bij een boer terecht met een mooi grasveld en prima ‘kök’ (keuken op de camping), waar we vanwege de regen ons maaltje bereiden, koffiedrinken en de hele avond blijven zitten. We spreken er verschillende kampeerders die al wandelend, vissend, fietsend of met een camper rondtrekkend het land verkennen. Het zijn gesprekken die we op de grote kustcampings nooit hebben gehad.

Op de camping bij Galtabäck hebben we alle plek

En dan nadert Göteborg, het eindpunt van onze Zweedse fietsroute. In zes volle fietsdagen (en een zeer natte rustdag) hebben we 500 km afgelegd en Zweden als fietsland leren kennen. Wat een mooie route is de Kattegattleden. Over enkel fietsvriendelijke paden rijden we door een zeer afwisselend landschap. Kust wordt afgewisseld door binnenland, glooiende korenvelden door pittoreske haventjes, pittige klimmetjes door vlakke kustpaden, grote steden door leuke dorpjes waar de stokrozen tegen de gekleurde houten huizen leunen.

Meer informatie

Ja, de Kattegattleden was een bijzondere ervaring die ik elke fietser kan aanraden. Kijk voor meer informatie op de site van de Kattegattleden . Hier vind je een PDF-versie van de routekaarten, overnachtingsmogelijkheden en nog veel meer. Wij fietsten de route in de Nederlandse, maar ook Duitse en Zweedse zomervakantie. Dus op het hoogtepunt van het toeristische seizoen. Ik kan me voorstellen dat het er in het voorjaar of september een stuk rustiger is.

Benieuwd naar onze ervaringen in Denemarken? Lees het hier.

 

2016: het jaar van ‘Elke Maand Een Route’

Logo EMER
Net als in 2015 begon ik 2016 met een ‘Elke Maand’-uitdaging. Ditmaal geen musea, maar een sportievere uitdaging. Ik daagde mezelf uit om elke maand een route te gaan lopen of fietsen. In het geval van de fietsroute minimaal 50 km, in geval van de wandelroute minimaal 15 km. Op de blogpost van begin januari kwamen vele reacties met tips. Ook vele voor mij onbekende. Hartstikke leuk. En is het me gelukt?

Uiteindelijk heb ik niet elke maand een route gefietst of gewandeld van de minimale afstand. In augustus, september en december waren de routes korter. De teller blijft steken op 10 routes, waarvan 5 wandelroutes en 5 fietsroutes. Al met al kijk ik niettemin wel degelijk terug op een goed route-jaar. Door de uitdaging kwam ik op allerlei plaatsen en ontdekte nieuwe routes.

De wandelroutes brachten me naar Overijssel, Drenthe en Gelderland. Ik wandelde een frisse maar mooie etappe van het Streekpad het Hanzestedenpad langs de IJssel van Kampen naar Zwolle. Ook de eerste Groene Wissel bij Rolde leverde mooie plaatjes op. En een belofte om nog eens terug te komen, als er geen rijp meer in de bomen hing.

Aan de horizon is nog net het kerkje van Rolde zichtbaar
Een frisse Groene Wissel-wandeling bij Rolde

De andere Groene Wissel wandeling ging door de voormalige landbouwkolonie Frederiksoord, waar we dwaalden door Drentse historie. Bij Steenwijk liep ik een NS-wandeling door een afwisselende omgeving waar vroeger de mammoeten rondliepen. De enige Trage Tocht in het rijtje bracht me naar buitenlands Nederland in Berg en Dal. Toch wel een van de meest bijzondere routes van dit jaar.

Onhollandse landschappen
Onhollandse landschappen bij Berg en Dal

De fietsroutes in eigen land gingen langs vele LF-routes met af en toe nieuwsgierigmakende namen: de LF-3 Hanzeroute, LF9 NAP-route, LF23 Zuiderzeeroute, LF4 Midden-Nederlandroute, LF16 Vechtdalroute en LF15 Boerenlandroute. De verschillende etappes brachten me naar de rivieren van Overijssel, het Veluwemeer aan de kant van Flevoland, heuvelachtig Gelderland en de bekende maar altijd mooie Utrechtse Heuvelrug.

In Duitsland fietste ik, terugkomend van ons Deense fietsvakantie nog 100 km over de Ostseeküsten-Radweg. De afwisseling van binnenland en kust, inclusief de traditionele Duitse strandstoelen maakte deze route tot een van de hoogtepunten van onze vakantie. Ik sluit het niet uit dat ik in de toekomst nog een paar etappes van deze fietsroute meepak.

Typisch Duitse strandstoelen
Langs de Ostseeküsten-Radweg

Ik ben heel wat paadjes in gewandeld en gefietst, waar ik anders niet afgeslagen zou zijn. Dat is het leuke van een route. Je komt op plekken waar je anders nooit zou komen. En op die paadjes ontmoet je weer mensen die je anders niet was tegengekomen. Zo heb ik zelfs een keer een collega-blogger begroet. Weliswaar zonder dat ik het zelf door had. Bij hem viel het kwartje, na het lezen van mijn blogpost.

Al met al een sportief jaar, dat ik in 2017 zeker wil evenaren. Weliswaar niet meer als uitdaging en zonder de restrictie van de minimale kilometers. Wel staan er al wel weer wat routes op het programma. Zo wil ik in de zomer het Rondje Vlaanderen gaan fietsen (ongeveer 900 kilometer) door vijf Vlaamse provincies en heb ik het idee opgevat om het Jacobspad Uithuizen – Hasselt in een jaar te lopen.

Pelgrimspad Jacobspad Uithuizen Hasselt
Ben je benieuwd naar alle gewandelde en gefietste routes? Hier vind je een overzicht.

Op naar een wandel- en fietsrijk 2017!

Ronde van de Lemelerberg

Te voet/te fiets: Te fiets
Route: Van Zwolle via de LF 16 Vechtdalroute, LF 8 en LF 15 Boerenlandroute terug naar Zwolle.
De LF 16 Vechtdalroute is 230 km lang en loopt van de monding van de Vecht bij Zwolle naar de bron bij het Duitse Darfeld. De naamloze LF 8 is een 100 km lange verbindingsroute tussen LF-routes en loopt van Ommen naar Winterswijk. De LF 15 Boerenlandroute tenslotte is 260 km lang en doorkruist Nederland van Alkmaar naar Enschede. Het draait bij deze route allemaal om het authentieke Nederlandse boerenleven, dat per streek veel verschillen laat zien.
Afstand: 74 km
Startpunt: Zwolle
Eindpunt: Zwolle

Een rondje van LF-routes om de Lemelerberg heen
Een rondje van LF-routes om de Lemelerberg heen

Op de kaart vormen ze een driehoek, de drie LF-routes die om en nabij de Lemelerberg lopen. Het lijkt een mooi rondje voor deze zondag. Om kwart over negen ’s ochtends zitten we al op de fiets. De temperatuur is aangenaam als we de binnenstad van Zwolle doorkruisen. Volgens de voorspellingen wordt vandaag de 27 graden aangetikt. Een gelukje dat deze zomerse dag in het weekend valt na al die regendagen van afgelopen weken.

Na een aantal kilometers zien we de eerste LF-bordjes. We zitten op de Vechtdalroute. Al snel verlaten we Zwolle en fietsen langs de rivier over de dijk. Hoewel het nog vroeg is, zijn we niet de enigen. Veel hardlopers en fietsers genieten van het zomerse weer. Aan de overkant van de rivier zien we de met zilverkleurig plastic omhulde hooibalen glinsteren in de zon. Net van die zilveren bolletjes waar we vroeger op kinderfeestjes de plakjes cake mee versierden.

De vecht met zilveren hooibalen
De vecht met zilveren hooibalen

Een paar kilometer voor Dalfsen staat een kleindochter met haar opa en oma om een groene paal heen. Ze luisteren ingespannen naar een kinderstem die over de dijk heen schalt. We vangen woorden op als ‘Vechtdal’, ‘landgoed’ en ‘lang geleden’. Nieuwsgierig geworden, stappen we een paar meter verder af, pakken de zonnebrandcrème en luisteren mee naar het verhaal.

Als de opa en oma verder fietsen met hun kleindochter, overbruggen wij de paar meter en zien een vechtdalinformatiepaal. D.m.v. een pedaal onderaan de paal wek je stroom op voor het verhaal  (“blijven trappen” maant het opschrift ons). Wij kiezen voor de volwassenenvariant en luisteren een paar minuten lang naar een ver familielid van een grootgrondbezitter die hier lang geleden woonde.

Een informatiepaal aan de Vecht
Een informatiepaal aan de Vecht

Helemaal op de hoogte van het ontstaan van dit gebied fietsen we verder. Al gauw zien we de zwevende steen van Dalfsen en het daar tegenover liggende stadje. Naast het gemeentehuis ligt een zeer aanlokkelijk terrasje aan de Vecht. De beslissing is snel genomen en al snel zitten we aan de cappuccino. We kijken uit over het water en steken onze hand op naar een voorbijvarend sloepje met grote picknickmand. Ja, deze zondag mag met recht zomers genoemd worden.

De zwevende steen bij Dalfsen
De zwevende steen bij Dalfsen

De fiets lonkt weer en we vertrekken richting Ommen. We volgen nog steeds de Vecht en moeten regelmatig afremmen voor grote groepen wandelaars die in zomerse kleding het fietspad bevolken. We komen door bossen, langs landgoederen en beklimmen zelfs een berg. De Lemelerberg wel te verstaan. Een heuvel die oprijst in het landschap en een populaire plek is voor wandelaars en mountainbikers.

Even daarvoor waren we al verschillende campings en B&B’s tegengekomen die namen hadden als ‘Bergzicht’ en ‘Berg en bos’. Maar hoe we ook ons best deden, een berg zagen we niet. Misschien dat het zicht op de berg alleen in de winter van toepassing is, als de bomen kaal zijn. Als we kort daarna het bos induiken en de weg merkbaar begint te stijgen, kunnen we het bestaan van de berg niet meer ontkennen. We passeren enkele afgestapte fietsers die de laatste hoogtemeters te voet overbruggen. Hun fietsen aan de hand. Dat is onze eer te na en wij zetten stug door. Gelukkig hebben we nog de Deense heuvels in de benen en bereiken fietsend de top.

Na de top zijn we in no time weer beneden, waar we een bankje zoeken om ons te beraden op de verdere fietstocht. De temperatuur is aanmerkelijk gestegen en onze bidons beginnen leeg te raken. We zijn het niet meer gewend, die hoge temperaturen. We besluiten het rondje wat kleiner te maken. We laten Hellendoorn en Nijverdal voor wat ze zijn en steken door naar Lemelerveld, waardoor we op de Boerenlandroute terechtkomen.

LF 15 Boerenlandroute
LF 15 Boerenlandroute

Zoals de naam al doet vermoeden passeren we veel akkerland, met hier en daar een varkensboerderij. Het zijn rustige wegen langs vaarten en bosranden. We hebben de wind in de rug en waaien met gemak terug naar Zwolle. 74 kilometer geeft de teller aan, als we afstappen. 40 kilometer minder dan in de planning lag, maar het voelt als een volwaardige etappe: de Ronde van de Lemelerberg.

Deze fietstocht telt mee voor de uitdaging Elke Maand Een Route 2016

Strandstoelen, sups en een oorlogsschip

Deense fietsvakantie #3

In juni 2016 fietsen we anderhalve week al eiland hoppend door Denemarken. Ons Deense avontuur begint in het Duitse Flensburg, waar de trein ons en onze fietsen in ruim 9 uur heen brengt. Via zuidelijk Jutland, Als, het zuiden van Fyn, Tåsinge, Langeland, Lolland, Falster en Bogø komen we uiteindelijk op Møn aan. Onze meest oostelijke bestemming. Terug op Lolland steken we over naar Noord-Duitsland, alwaar we in Lübeck de trein weer terug pakken naar Nederland.

Onderweg genieten we van het Deense landschap, hebben allerlei ontmoetingen en beleven dingen die je van tevoren niet bedenkt. De komende tijd kun je hier een greep uit die belevenissen lezen, in willekeurige volgorde.

Te voet/te fiets: Te fiets
Route: Van Fehmarnsund via de Oostzeekustroute naar Lübeck
De Oostzeekustroute – ook wel Ostseeküsten-Radweg, Baltic Sea Cycle Route of EuroVelo 10 genoemd – volgt bijna 8000 km lang de kust van de Oostzee. De route gaat door Duitsland, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Rusland, Finland, Zweden en Denemarken. Wij rijden er 100 km van, in de Duitse deelstaat Schleswig-Holstein.
Afstand: 102 km
Startpunt: Fehmarnsund op het Oostzee-eiland Fehmarn (Duitsland)
Eindpunt: Lübeck (Duitsland)

Oostzeekustroute van Fehmarnsund naar Lübeck
Oostzeekustroute van Fehmarnsund naar Lübeck

We worden wakker in een oude caravan met een inrichting die sinds de jaren 70 niet meer is veranderd. Dagen later ruik ik nog de muffe geur die in mijn slaapzak is achtergebleven. Het matras ligt echter prima en onze telefoons en batterijen voor de GPS zijn weer helemaal opgeladen. Het animatieteam dat over een paar dagen zijn intrek neemt in dit stulpje heeft niks te klagen. Wij ook niet, en de overnachting was kosteloos.

Gisteren kwamen we na een lange dag fietsen op deze camping aan. Onze laatste dag Denemarken was er een met veel (tegen)wind, lange rechte wegen en uiteindelijk de haven van Rødby. Wachtend op de veerboot die ons naar het Duitse Puttgarden zou brengen, blikten we terug op een zonnige, mooie week in Denemarken. Het Scandinavische land had ons aangenaam verrast. Nu op zoek naar een Duitse camping.

Die camping vinden we in Fehmarnsund pal aan de Oostzee, waar de campingmevrouw ons geheel onverwacht een gratis overnachting in een caravan aanbiedt. “De nachten zijn koud” geeft ze als verklaring. Misschien dat onze volgepakte fietsen en de sporen van een lange dag op onze gezichten mee hebben  gespeeld.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg. We hebben aardig wat kilometers voor de boeg. We willen vandaag Lübeck halen om morgen de trein terug te pakken naar Nederland. Na een blik op de kaart besluiten we de Ostseeküsten-Radweg te volgen. Buiten de camping zien we een klein vierkant bordje met ‘Ostseeküsten-Radweg’ onder de richtingaanwijzer hangen. Het is nu een kwestie van bordjes volgen. Dat blijkt echter niet zo eenvoudig.

Ostseeküsten-Radweg
Aanvankelijk gaat het goed. Over de hoge Fehmarnsundbrücke steken we de zee-engte tussen Fehmarn en het vasteland over. Door het hoge gras aan weerszijden van het fietspad blijft er slechts een smalle strook weg over. Het lijkt wel een single track op een mountainbike parcours. Onze fietstassen raken continu het gras, waardoor we ongewild een breder pad banen voor de fietsers die na ons komen. Het weerhoudt ons er niet van om te genieten van het uitzicht over de Oostzee. Het ochtendzonnetje doet het water glinsteren.

De route voert ons door een glooiend landschap met akkers en boerderijen. De zee is nooit ver weg, getuige de vele richtingaanwijzers naar uitspanningen en campings. We zien hem echter pas na 25 kilometer weer, azuurblauw en zomers. Deze afwisseling van kust en binnenland maakt de Oostzeekustroute zeer aantrekkelijk. Verandering van spijs doet eten.

Even een pauze om de kaart te raadplegen
Even een pauze om de kaart te raadplegen

Aan de kust zijn we niet de enige. Hoewel het een doordeweekse dag in juni is, hebben vele mensen de weg naar het strand gevonden. Ook de fietspaden zijn goed bezet. We passeren dagjesmensen maar ook vakantiefietsers, veel vakantiefietsers. In 10 minuten Oostzeekustroute komen we er al meer tegen dan in een week Denemarken.

Als we in een grotere plaats komen, raken we de routebordjes kwijt. Een GPS-route was nu wel handig geweest. We fietsen maar naar het zuiden en pikken uiteindelijk weer de route op. In de volgende plaats is het weer hetzelfde verhaal. We maken zo heel wat extra kilometers maar komen ook een bakkerij met heerlijke broodjes tegen. Op het terras bepalen we opnieuw onze richting. Het zal niet de laatste keer zijn.

In de middag stoppen we voor bloedsinaasappelschepijs. Op een muurtje kijken we uit over zee. Er komt een kano langs en een supper. Staand op zijn sup-board beweegt de jongen zich met soepele slagen voort en is binnen no-time uit ons gezichtsveld verdwenen. De typisch Duitse strandstoelen staan netjes in rijen opgesteld. In de verte ligt een oorlogsschip. Het vormt een vreemd contrast.

Typisch Duitse strandstoelen
Typisch Duitse strandstoelen

Aan het einde van de dag bereiken we de buitenwijken van Lübeck. De GPS is ingesteld op het station en verkeerslicht na verkeerslicht naderen we het centrum van deze Hanzestad. Wachtend voor één van deze verkeerslichten stopt er een oudere dame naast mij. Na een goedkeurende blik op onze bepakte fietsen vraagt ze waar wij heengaan. “We zijn er al”, zeg ik, “Lübeck”. Ze glimlacht en steekt haar duim omhoog. “Was ik nog maar jong” denk ik haar te horen mompelen. Dan springt het licht op groen. “Nog een mooie avond in mijn stad” roept ze ons na.

Deze fietstocht telt mee voor de uitdaging Elke Maand Een Route 2016