Elke Maand Een … | Verhaal achter een portret

Elke Maand Een: Museum
Museum: Rijksmuseum Twenthe
Waar: Enschede

Eindelijk zijn de musea weer open. Tijdens een midweek Twente grijpen we onze kans en bezoeken op een regenachtige dag Rijksmuseum Twenthe. Ik was er eenmaal eerder vanwege een tentoonstelling van de werken van William Turner. Erg mooi, maar vreselijk druk. Op deze doordeweekse dag is het een stuk rustiger.

Naast een tentoonstelling over Picasso en Matisse (een expositie over beide schilders zagen we in 2016 in Kunstmuseum Pablo Picasso Münster) zijn er hoogtepunten uit de eigen collectie te zien: De Schatkamers. Een portrettengalerij is onderdeel van deze expositie. In twee kamers hangen allerhande portretten: één kamer met echtparen en één kamer met enkel individuen.

In die tweede kamer word je omringd door mensen. In sober zwart geklede heren met witte kragen kijken je aan, terwijl je de ogen van de dame in de groene japon met haar hoed met zwierige veer in je rug voelt priemen. Waar je ook kijkt, de mannen, vrouwen en kinderen kijken terug. Sommige al sinds de 16e eeuw, andere pas sinds enkele jaren. Ruim 500 jaar portretkunst bijeen gebracht op drie muren. Intrigerend.

Jan Adam Kruseman, 1852

Mijn aandacht wordt getrokken door een portret van een jonge vrouw met een boek in haar hand. Ze poseert voor de druivenranken, leunend tegen een muurtje. Pijpenkrullen omlijsten haar gezicht, dat door de zwarte jurk met kanten kraagje en camee, mooi uitkomt. De voorkant van het boek houdt ze ondersteboven, maar de titel is duidelijk te lezen: Eerste gedichten van P.A. de Genestet uit 1852. Ergens gaat er een belletje rinkelen.

Detail van het schilderij

De geportretteerde vrouw blijkt Henriette Bienfait (1824 – 1859) te zijn, echtgenote van de in zijn tijd zeer bekende dichter en dominee Petrus Augustus de Génestet (1829 – 1861). Op het schilderij uit 1852, geschilderd door Jan Adam Kruseman, pleegvader van de Génestet, ziet Henriette er goed uit. Ze is dat jaar net getrouwd met haar dichter en samen zullen zij vier kinderen krijgen. Zeven jaar later verandert alles. Tuberculose krijgt vat op het gezin en in een paar jaar tijd overlijden Henriette, een van haar zoontjes en ook haar man.

Elk schilderij dat in deze kamer hangt, groot of klein, oud of recent, heeft zo zijn eigen verhaal. Het zijn allemaal portretten van mensen die geleefd hebben, rijkdom en armoede, geluk en ongeluk hebben gekend en op een enkeling na nu overleden zijn. Op de bordjes kan de museumbezoeker wat summiere gegevens vinden. Om te achterhalen hoe al deze levens eruit zagen, zal de nieuwsgierige bezoeker wat meer moeite moeten doen. Het maakt dat ik bij een portret en helemaal bij een galerij met portretten wat langer stil blijf staan. Letterlijk. Gelukkig was het rustig in het museum.

Net als vorig jaar is de Elke Maand Een …- uitdaging in 2020 een combinatie van eerdere uitdagingen. Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Ook dit jaar komen alle eerdere categorieën aan bod. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Elke Maand Een … 2019 | Terugblik

2019 was een lustrumjaar voor de Elke Maand Een-uitdaging. Vijf jaar geleden begon ik met de uitdaging om elke maand over een museum te schrijven. De jaren daarop schreef ik over een foto met een verhaal, een route en een straatgedicht. In dit lustrumjaar besloot ik gedurende 2019 over alle vier de uitdagingen te schrijven.

Hoe is het me bevallen? Erg goed. Dit was geen lastig opgave. In enkele maanden schreef ik zelfs over meerdere zaken. Vooral die afwisseling maakte het leuk. Niet elke maand een museum, maar ook eens een route, een straatgedicht of een bijzondere foto waarbij het verhaal zich makkelijk laat schrijven.

Straatgedicht

Nog steeds kijk ik op de plekken waar ik kom om me heen, in de hoop een straatgedicht te spotten. Vaak lukt dat ook. Zo ontdekte ik dit jaar in de Passage in Den Haag, op station Utrecht Centraal, in Tilburg en in de veerterminal van Harlingen mooie exemplaren waar ik over schreef. Ik zag er echter veel meer, zoals deze in Naarden-Vesting.

Jana Beranová in Naarden-Vesting

Genoeg materiaal dus om volgend jaar mee verder te gaan.

Route

Kanoën in de Mastenbroekerpolder

Naast wandelroutes in Zeeland, het Rijk van Nijmegen en het Eiland van Schalkwijk schreef ik dit jaar ook een artikel over een kanoroute. Een activiteit die ik graag, maar veel te weinig doe. Ik ben wel benieuwd of dit de kanoërs onder de lezers aangezet heeft tot kanoën.

Foto

De lezer in de Hortus Botanicus Leiden

Als ik iets aparts, bijzonders of gewoonweg moois zie, maak ik er een foto van. Soms leidt dit tot een verhaal. Zo kon ik dit jaar de lezer in de Hortus in Leiden niet ongemerkt voorbij laten gaan en werd het ook hoog tijd om de stiltecoupé in een artikel te verwerken. Daarnaast inspireerden een zak glutenvrij hondenvoer en een roze post-it me tot verhalen. Door foto’s als uitgangspunt te nemen krijg je verrassende posten.

Museum

Detail uit Collage#6 van Ruud van Empel in Museum Belvédère Oranjewoud

Ik kom niet elke maand meer in een museum, maar toch wel met enige regelmaat. En altijd valt er weer iets op. Een kunstwerk, een persoon, een sfeer. Genoeg stof tot schrijven. De beschreven musea van dit jaar lagen verspreid over het (buiten)land, namelijk in Rheine in Duitsland, Oranjewoud en Tilburg.

Dus

Een behaalde uitdaging dus in 2019. Een overzicht van alle blogposten vind je hier. De afwisseling tussen de verschillende onderwerpen is me zo goed bevallen dat ik hier in 2020 mee doorga. Elke maand een Museum, Foto, Route of Straatgedicht in 2020!

Elke Maand Een … | Wandelingen in een museum

Elke Maand Een: Museum
Museum: Museum De Pont
Waar: Tilburg

Als ik wandel, probeer ik na die tijd mijn wandeling in woorden te vatten. Wat zag ik, wie kwam ik tegen, hoe beleefde ik de omgeving? Met foto’s visualiseer ik mijn woorden. Kijk, zo mistig was het. Of, zo zag een gele zee van paardenbloemen eruit. Er zijn veel meer mensen die hun wandelervaringen op papier zetten. Wandelboeken en -blogs zijn er te over. Maar sommige wandelaars maken met wandelen kunst. Richard Long is zo’n wandelaar.

Op een vrijdag in mei bezoek ik Museum De Pont in Tilburg. Een van de tijdelijke tentoonstellingen is van beeldhouwer, schilder en fotograaf Richard Long (Bristol, 1945). In de immense hal van de voormalige wolspinnerij liggen verschillende composities van stenen. Een weg van rode platte stenen, een kruis van grotere stenen met vlak afgezaagde kanten, een cirkel van grovere keien. In de voormalige opslagruimtes voor de wol, die om de grote hal heen liggen, hangen foto’s en teksten. Alles refereert aan wandelingen.

En Richard Long heeft al heel wat afgewandeld.

Zo liep hij …

Van Megalithic to subatomic, from Carnac to Cern. A walk of 603 Miles in nineteen days across France to Switzerland in de herfst van 2008

In 1980 liep hij langs en over verschillende Ierse bergen, waaronder de Ballyhoura Mountains. Hier liep ik vorig jaar ook.

Bij de rode weg hangt de volgende tekst. Het zet me aan het denken.

Hours
Miles

A walk of 24 hours: 82 Miles
A walk of 24 Miles in 82 hours

England 1996

In één van de wolopslagruimtes hangt het verslag van een wandeling van 16 dagen in Frankrijk in het voorjaar van 2005.

Ik stel me hierbij voor dat elk woord een dag vertegenwoordigt. Of het is een samenvatting van de wandelroute in de eerste 16 woorden die bij hem opkwamen. Wat een ontzettend leuk idee om op deze manier een wandeling in beeld te brengen. Zo kan ik bijvoorbeeld het Westerborkpad, dat ik in 21 etappes liep, in 21 woorden vatten. Hier ga ik mee aan de slag…

Het werk van Richard Long is nu binnen tentoongesteld, maar hij maakt ook kunst buiten. Sinds eind jaren 60 experimenteert hij door “in te grijpen in het landschap”. Dit klinkt groots, maar is het niet. Het kan een steen zijn die hij ergens anders neerlegt, of een paadje van voetstappen in het gras. De natuur wordt – zoals op de site van het museum staat – “niet veroverd, maar intuïtief behandeld als een soort vriend.” Het kunstwerk buiten gaat uiteindelijk weer op in de natuur. “Wat tentoongesteld wordt, komt voort uit het contact van een levend wezen met zijn omgeving.” Het zet mij als wandelaar in de natuur aan het denken. Wat doet een landschap eigenlijk met je en op welke manieren kun je dit tot uiting brengen?

Deze expositie is nog te zien tot en met 16 juni 2019. Dus mocht je een keer in de buurt zijn van Tilburg, deze tentoonstelling – en ook het museum – zijn zeker een bezoekje waard. De Pont deed me een beetje denken aan Voorlinden in Wassenaar. Grote kunstwerken, bijzondere video’s, mooie schilderwerken in een immense ruimte. Beide zijn particuliere musea. De Pont ontleent zijn naam aan de zakenman en jurist Jan de Pont (1915 – 1987) die na zijn dood een legaat naliet ‘ter stimulering van de hedendaagse kunst’. Op deze bijzondere plek komt de kunst goed tot zijn recht.

2019 is een lustrumjaar voor Elke Maand Een… Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Dit jaar laat ik alle eerdere categorieën aan bod komen. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Elke Maand Een … | Making Nature

Elke Maand Een: Museum
Museum: Museum Belvédère
Waar: Oranjewoud

Een oerwoud van cactussen verwelkomt ons, zodra we de zaal binnenlopen. De ene cactus nog hoger dan de andere. Hier en daar afgetopt met rode en oranje bloemetjes. De naar roze neigende lucht suggereert een zonsondergang. Ergens in een woestijn, waar cactuswouden groeien. Waar heeft de fotograaf deze filmisch aandoende foto geschoten?

Detail uit Theatre#8

We lopen verder. Bloemenweiden trekken ons naar zich toe. Klaprozen stralen in een zomerzonnetje, een blauw vlindertje maakt zich klaar voor een landing op een uitgebloeide paardenbloem. Het lijkt zo echt. Alsof de fotograaf op zijn buik in het gras lag, de camera scherp stelde en afdrukte. Zoveel bloemen tezamen. Dat is wat je nu kunt zien, als je buiten loopt. Toch?

Detail uit Voyage Pittoresque#3

Voor we het weten lopen we langs een kleurig bos. Zoveel stammen. Rode en gele bladeren kondigen herfst aan. De basten bevatten alle kleuren van de regenboog. De lucht is felgeel. Ik waan me in een sprookjeswereld en verwacht elk moment een elfje te zien tussen de bomen. Is dit een bestaande plek? Kan ik erheen?

Detail uit Collage#6

Nergens en nee zijn de enige juiste antwoorden op de vragen. De beelden waar we in dit Friese museum naar kijken, bestaan niet in de werkelijkheid. Het zijn wel foto’s, of eigenlijk zijn het heel veel foto’s. We kijken naar een compositie van bij elkaar gebrachte fotofragmentjes. Op meesterlijke wijze heeft fotograaf en beeldend kunstenaar Ruud van Empel (1958) een cactus-oerwoud gecreëerd, een paradijselijke bloemenweide, een herfstig sprookjesbos.

Het lijken bestaande werelden te zijn, maar wie goed kijkt, voelt dat er iets niet klopt. De kleuren, de hoeveelheid aan natuur op die ene plek, de gehele compositie. Toch zijn het plekken waar de bezoeker graag een tijdje doorbrengt. Genietend van de natuurschoon, de sfeer van die plek, de totale rust die daar lijkt te heersen.

Ruud van Empel maakt met zijn composities natuur. Onderwaterwerelden, planten in het maanlicht, een vijver met waterlelies en die ene aalscholver. De bezoeker kan niet anders dan naar voren leunen, de details in zich opnemen, de schoonheid die van de voorstellingen spat, aanschouwen. Zoiets had ik nog niet eerder gezien. Kunsthistoricus Ruud Schenk zegt het mooi:

“Van wat mainstream is in de kunstwereld heeft Van Empel zich nooit veel willen aantrekken en hij heeft zowel wat vorm als inhoud betreft zijn eigen weg gekozen. Het maakt Van Empel tot de componist van zijn volstrekt eigen visuele symfonieën, sonates en nocturnes.”

 

Detail uit Voyage Pittoresque#8

Ook benieuwd naar deze gemaakte natuur? Tot en met 26 mei 2019 kun je de expositie ‘Ruud van Empel – Making Nature’ bezoeken in Museum Belvédère in Oranjewoud.

2019 is een lustrumjaar voor Elke Maand Een… Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Dit jaar laat ik alle eerdere categorieën aan bod komen. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Elke Maand Een … | Het klooster van Rheine

Elke Maand Een: Museum
Museum: Kloster Bentlage
Waar: Rheine, Duitsland

Toegang naar Kloster Bentlage

De dagen rondom de jaarwisseling brengen we door in het Duitse Teutoburgerwald, een bosrijk en heuvelachtig gebied tussen Osnabrück en Münster. We bezoeken Rheine en lopen drie Teutoschleifen. Dit zijn rondwandelingen die grenzen aan de Hermannshöhen, de langeafstandswandeling in het Teutoburgerwald, die van Rheine naar Marsberg loopt.

We beginnen ons lange weekend in Rheine, waar we het Klooster Bentlage willen bezoeken. In dit klooster is tegenwoordig een museum gevestigd met o.a. moderne kunst. Het ligt buiten het stadje en dus pakken we, na een rondje door het centrum van Rheine, de auto. Als we op een groot parkeerterrein aankomen, blijkt het klooster nog een eindje lopen. We volgen de bordjes en staan dan onverwacht te midden van oude vakwerkhuizen en hoge bouwwerken van takkenbossen.

Indrukwekkend gradeerwerk

We blijken op het terrein van de voormalige zoutwininstallatie terecht te zijn gekomen: het Salinenpark. Tot in 1952 werd hier zout geproduceerd. In de 18e en vroege 19e eeuw was zout uit Rheine een begeerd handelsgoed. Tegenwoordig staan de historische gebouwen er nog, met als blikvanger het gradeerwerk. Dit zijn twee hoge muren van takjes sleedoorn, waardoor men water laat sijpelen. Onder invloed van warmte, zonlicht en wind verdampt het water en neemt het zoutgehalte in het water toe.

Water sijpelt door takjes sleedoorn

Wij lopen er langs en verwonderen ons over deze verrassende bouwwerken. Een leuke bonus, onderweg naar het museum. Over een bospad komen we uiteindelijk bij het klooster uit. Het blijkt er verrassend druk. Dames in feestjurken, heren in pak, allemaal gaan ze de deur door en de lange gang in. In het klooster blijkt een bruiloft gaande. Maar “het museum is gewoon open”, verzekert een medewerkster ons, die achter de balie bij de ingang zit. Op haar aanwijzing lopen we door dezelfde lange gang en worden enthousiast ontvangen door de twee heren achter de museumbalie.

Kloster Bentlage

Een museumbezoek kost 5 euro per persoon, leggen ze uit, maar als we een kortingskaart hebben maar 3 Euro. De jongere man somt op waarmee we korting kunnen krijgen: een seniorenkaart, een studentenkaart, een vrienden van het kloosterkaart en nog veel meer. Verwachtingsvol kijkt hij ons aan. Ik moet hem teleurstellen, we zijn geen studenten meer, geen senioren en ook geen kloostervrienden.

Nadat we betaald hebben, komen we als eerste in een vleugel waar in zijkamers de geschiedenis van het klooster verteld wordt. Het klooster stamt uit 1437 en heeft in de eeuwen die volgden heel wat meegemaakt. De leden van de Orde van het Heilig Kruis stichtten het. De kruisheren voerden een bescheiden handel in de zoutwinning. In de 19e eeuw bouwde een adellijke familie het klooster om tot kasteel. Tegenwoordig is het een museum, kun je er overnachten, high teaën in het museumcafé en is het dus een trouwlocatie. Ook is het Europese Sprookjesgenootschap al meer dan 50 jaar in het klooster gevestigd.

Wat ons het meeste bijblijft van de tentoonstelling zijn de twee laatmiddeleeuwse relikwieëntuinen. In een duistere kamer worden twee enigszins lugubere voorstellingen uitgelicht. Honderden botten en schedels van heiligen zijn bijeengebracht en te midden van kunstbloemen om Jezus aan het kruis gerangschikt. Ze stellen het Hof van Eden en de Calvarieberg (Golgotha) voor. Op de stukjes perkament naast een relikwie is de naam van de heilige geschreven aan wie het botje ooit toebehoorde. De oudere heer van de balie is met ons meegelopen en vertelt dat elke relikwie een echtheidsverklaring heeft, voor zover dat mogelijk is. De twee ‘tuinen’ waren bijna bij het vuilnis beland.

Op de eerste verdieping is een wisselende tentoonstelling van moderne kunst. Op dit moment hangen er vele modernistische schilderijen van plaatselijke kunstenaars. Kubistische, expressionistische en dadaïstische werken wisselen elkaar af. De schilderijen komen mooi uit in deze bijzondere expositieruimte. Boven ons de oude balken van het museum en onder onze voeten donkere eeuwenoude, ongelijke planken. De werken hangen in de grote ruimte, maar ook in de oude cellen van de monniken. Door een rooster in een hoek van het vertrek komt een haardvuurgeur ons tegemoet. Er hangt hier een bijzondere sfeer, ik snap heel goed waarom dit een populaire expositieruimte is.

Op de eerste verdieping is een wisselende expositie

We zijn op dit moment de enige bezoekers en de oudere heer van de balie, die inmiddels ook naar boven is gekomen, popelt om wat meer te vertellen. Op mijn vraag of het altijd zo rustig is, vertelt hij enthousiast dat er dagen zijn geweest dat er wel 900 bezoekers waren. Waarom er nu bijna niemand is? “Ze zijn waarschijnlijk te druk met het voorbereiden van Sylvester”.

Als we weer bij de balie komen, blijkt dat we met het kaartje ook toegang hebben tot het Josef Wincklerhaus. Het geboortehuis van de auteur Josef Winckler (1881 – 1966) is nu een museum en blijkt op het salinenterrein te staan. Hoewel we de schrijver niet kennen, nemen we toch een kijkje in het kleine museum. Zijn bekendste werk blijkt de schelmenroman Der tolle Bomberg (1923) en zegt mij, om heel eerlijk te zijn, niets. Ik word echter wel nieuwsgierig als ik lees dat het boek inmiddels 750.000 exemplaren kent en verfilmd is.

Josef Wincklerhaus Rheine

En zo krijgen we bij ons bezoekje aan het klooster een uitgebreide geschiedenis van Rheine cadeau. Het klooster en het Salinenpark zijn zeker een bezoekje waard. Je kunt het combineren met de Naturzoo, de dierentuin van Rheine, die naast het park ligt. In het voorjaar en de zomer lijkt me dit een fijne plek om – zeker ook met kinderen – een middag door te brengen. En dat op nog geen half uur rijden vanaf de Nederlandse grens.

2019 is een lustrumjaar voor Elke Maand Een… Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Dit jaar laat ik alle eerdere categorieën aan bod komen. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Elke Maand Een … 2019 (lustrum)

Lustrum
En toen werden we wakker in 2019. Een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen. Ook voor de Elke Maand Een …- uitdaging. 2019 is wat dat betreft een lustrumjaar. In de afgelopen vier jaar blogde ik elke maand over de uitdagingen die ik mijzelf gesteld had dat jaar.

In 2015 bezocht ik elke maand een museum en schreef daarover. Het werkte erg motiverend, ook door de reacties op de stukken. Dat maakte dat ik in 2016 een nieuwe Elke Maand Een … – uitdaging aanging: Elke Maand Een Route, waarbij ik een bestaande route wandelde of fietste. Ook in 2017 en 2018 ging ik door met de uitdagingen, respectievelijk met Elke Maand Een Foto (met een verhaal) en Elke Maand Een Straatgedicht.

2019
Maar wat ga ik doen in 2019? Welke uitdaging stel ik mijzelf in dit lustrumjaar? Ik heb besloten om in 2019 alle eerdere Elke Maand Een …- categorieën aan bod te laten komen. Ik ga schrijven over musea, routes, foto’s en straatgedichten. Het streven is een gelijke verdeling van de categorieën over het jaar.

Hoog op het lijstje
Afgelopen jaren had ik de bedoeling om ook straatgedichten en musea in Zeeland te bezoeken. Dit is er niet van gekomen. Voor 2019 staat deze provincie daarom hoog op het lijstje. Ook het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam en de N70 Natuurroute in het Rijk van Nijmegen wil ik dit jaar zien/wandelen.

Jullie tips
Uiteraard ben ik benieuwd naar jullie tips. Welke musea moet ik echt bezoeken? Welke wandel- en fietsroutes zijn niet te versmaden (bijvoorbeeld in Zeeland) en is er een straatgedicht dat ik echt niet mag missen? De categorie Elke Maand Een Foto is ook voor mij nog een verrassing. Het is maar net wat tegenkom in 2019 (en vastleg op de gevoelige plaat).

Een overzicht van de blogposts voor Elke Maand Een … 2019 vind je hier.

Het nieuwe land

Museum van Nieuw Land
Op de vraag wat we tijdens ons dagje weg gingen doen, antwoordde mijn vriendin direct: naar een museum in Flevoland. Zij had mijn terugblik op 2015 over ‘Elke Maand Een Museum’ gelezen en vond dat een museum in ‘haar’ provincie niet mocht ontbreken. Op de eerste zondag van 2016 togen wij dus naar Lelystad om ons onder te laten dompelen in de geschiedenis van het nieuwe land.

Naast de Bataviawerf ligt het museum van Nieuw Land. In het modern vormgegeven gebouw is letterlijk de hele geschiedenis van Neerlands twaalfde provincie te vinden. Duizenden jaren wordt deze plek al bewoond. De bewoners hebben hun sporen nagelaten. We lopen langs pijlpunten, aardewerk, maar ook skeletten, liggend in hun eeuwenoude graf.

We zijn echter vooral geïnteresseerd in de recente geschiedenis van Flevoland, het verhaal van de inpoldering. Het zogenaamde Zuiderzeeproject, waarbij onder leiding van ir. Cornelis Lely de Zuiderzee getemd werd. In de tentoonstelling Polderen! Verleden en toekomst van het Zuiderzeeproject worden we op onze wenken bediend. Op golvende tijdlijnen is de geschiedenis te lezen. Objecten als klompen en gereedschap dienen als illustratie. Het is een fascinerend verhaal. De creatie van de ideale maatschappij.

Onderweg in de auto ernaartoe waren we al enthousiast geworden. Mijn vriendin kent mensen die vanaf het begin in de polder hebben gewoond. Zo lang is het tenslotte niet geleden. In de Tweede Wereldoorlog viel bijvoorbeeld de Noordoostpolder droog en na de oorlog werd begonnen met uitgifte van grond. Oostelijk en Zuidelijk Flevoland volgen in de jaren 50 en 60. Terwijl we over lange rechte weggetjes langzaam Lelystad naderen, passeren verhalen over hoe de selectie gemaakt werd de revue. Wie wel in aanmerking kwam voor een boerderij in het nieuwe land en wie niet en waarom.

De Noordoostpolder werd ingericht met een visie. Er werd niet alleen nagedacht over het landschap. Hoe er één centrale plaats moest zijn (Emmeloord) met daaromheen tien kleinere dorpen. Alles moest op fietsafstand zijn, want de arbeiders moesten op hun werk kunnen komen. Er werd ook nagedacht over de maatschappij. Het moest een afspiegeling zijn van het Nederland van die tijd. Elke kerk (katholiek, protestants en gereformeerd) diende gelijk vertegenwoordigd te zijn. De inwoners moesten bewezen vakbekwaam zijn, een goed huishouden kunnen voeren, sociaal betrokken zijn. Dit sociale aspect is nu nog steeds aanwezig. Veel mensen zijn betrokken bij allerlei verenigingen en dorpsactiviteiten. Ook mijn vriendin en haar gezin.

Museum van Nieuw Land
In het museum vinden we ook de verhalen van de inwoners. Waarom wilden zij naar die nieuwe provincie? Kostte het veel moeite om in aanmerking te komen? Hoe doorstonden zij de selectie? En natuurlijk, hoe beviel het leven in de polder? Was het wat zij ervan verwachtten? Met foto’s, brieven en documenten krijgt de bezoeker een beeld van die tijd. Zo anders dan nu en toch zo kort geleden. Het zijn mensen die je nu nog tegen kunt komen bij de bakker.

Als buitenstaander zag ik de polder niet anders dan als een het land van vergezichten, kaal met hier en daar een boom, met lange, rechte wegen waar je altijd wind tegen hebt. Een bezoekje aan een museum (en een gesprek met een inwoner) laat je dat uitgestrekte land met hele andere ogen bekijken. Eva Vriend heeft er een boek over geschreven, Het nieuwe land (2013) Het staat al een paar jaar in mijn kast. Hoog tijd om eens in te beginnen.

Met het museum van Nieuw Land kan ik een museum in Flevoland afstrepen. Blijft er nog één provincie over. Helaas ligt Limburg niet naast de deur. Maar wie weet, het jaar is nog maar net begonnen.

2015: het jaar van ‘Elke Maand Een Museum’

Elke maand een museum logo
Toen 2015 net 11 uur oud was ging ik de uitdaging ‘Elke Maand Een Museum’ aan. Letterlijk elke maand een museum bezoeken, waaronder eentje in het buitenland. Wie wilde kon meedoen en tips waren welkom. De reacties waren overweldigend. Veel tips en mensen die zich aangemoedigd voelden om dit jaar toch maar weer eens een museum te bezoeken. 2015 is inmiddels bijna ten einde. Tijd om de balans op te maken.

Uiteindelijk heb ik niet elke maand een museum bezocht, in juni en december is dit niet gelukt. Maar in totaal heb ik dit jaar toch 19 musea bezocht, waaronder een buitenlands museum. Gemiddeld ruim anderhalve museum per maand! Er waren drie andere mensen die een of meerdere malen meegedaan hebben met de EMEM-uitdaging: Femke Knoop, Jannietr en DaniëlleSabine.

De bezochte musea van alle deelnemers bevonden zich door heel Nederland. In bijna elke provincie is een museum bezocht. Alleen Limburg en Flevoland ontbreken. De bezochte musea in het buitenland staan in Antwerpen en Osnabrück. Musea die meerdere keren bezocht zijn door de deelnemers zijn het Groninger Museum (2 maal), Museum De Fundatie (2 maal), Stedelijk Museum Zwolle (2 maal) en het Noord-Veluws Museum (2 maal). In maart werden de meeste musea bezocht.

Kasteel Het Nijenhuis en Museum IJsselstein
Kasteel Het Nijenhuis en Museum IJsselstein

Ikzelf kijk terug op een interessant museumjaar. Ik kwam in bekende, maar ook in veel onbekende musea. Het museum dat de meeste indruk maakte was het Felix-Nussbaum-Haus door de combinatie van architectuur, tentoongestelde werken en het levensverhaal van Nussbaum. Mocht je in Osnabrück zijn, reserveer dan ook een uurtje voor dit museum dat op een paar minuten lopen van het oude centrum ligt. In Den Haag lag het kleinste museum dat ik bezocht: het Louis Couperusmuseum. Dit was tevens het enige museum waar we moesten aanbellen om naar binnen te kunnen. Het oudste gebouw waarin een museum gevestigd was, was het 14e eeuwse Kasteel Het Nijenhuis. Het nieuwste museum was het Noord-Veluws Museum. Het was net een half jaar open, toen wij het bezochten. Het meest aansprekende museumcafé (sfeer, menukeuze, en uiteraard de cappuccino) vond ik toch wel Grand Café Clusius in de Hortus Botanicus in Leiden.

Van elk bezoek verscheen een blogpost, waarvan de ene aanmerkelijk populairder was dan de andere. De blogpost die het meest gelezen werd, beschreef het surrealistisch klavecimbel in Kasteel Het Nijenhuis in Wijhe. Op de tweede plaats staat ‘De stad in beweging‘ over een tentoonstelling in Museum IJsselstein, op de voet gevolgd door de blogpost over het Noord-Veluws Museum: ‘Magisch-realisme op de Veluwe‘.

Drents Museum, Noord-Brabants Museum en Keramiekmuseum Princessehof
Drents Museum, Noord-Brabants Museum en Keramiekmuseum Princessehof

Ik ben niet alleen naar de musea gegaan. Er was altijd wel iemand te vinden die mee wilde: een echtgenoot, zussen, vriendinnen, ouders, zelfs een oud-collega heeft me ‘haar’ museum laten zien. En tijdens een familiedag was – juist – het museum the place to be! Ook waren er een paar keer kinderen bij in de leeftijd van 1 tot en met 8. De betreffende musea waren er goed op ingespeeld (Museum IJsselstein, Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden) en boden o.a. zelf te bouwen suikerklontjessteden, oud-Hollands speelgoed en vluchten op de rug van een gans aan. Het valt me op dat er tegenwoordig steeds meer musea zijn die ook een programma aanbieden voor kinderen. Een goede ontwikkeling en slimme investering in de toekomstige museumbezoeker.

Nederland heeft ruim 400 musea. Ik heb daar dit jaar nog geen fractie van gezien, om maar niet te spreken over de musea in de landen om ons heen. Volgend jaar ga ik gewoon door met mijn museumbelevingen. Niet meer onder de noemer ‘Elke Maand Een Museum’, maar er zal zeker regelmatig een blogpost verschijnen over datgene wat mij opviel, toen ik door een onbekend of iets minder onbekend museum liep. Er zijn een paar musea die ik volgend jaar zeker wil bezoeken: het dit jaar geopende MORE in Gorssel met o.a. de modern realistische collectie van Hans Melchers. Daarnaast Museum Meermanno in Den Haag waar ik als boekenliefhebber nog nooit ben geweest. Daar moet hoognodig verandering in komen. En als laatste het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, dat dit jaar al op het programma stond, maar waar op het laatste moment het Noord-Brabants Museum voor in de plaats kwam (overigens ook geen verkeerde keuze).

Ben je benieuwd naar alle museumbelevingen? Een overzicht van alle door de EMEM-deelnemers bezochte musea vind je hier.

Op de bodem van de sloot

Afbeelding: tripadvisor.nl
Afbeelding: tripadvisor.nl

Voor ons kronkelt het pad het schemer in en verdwijnt in een bocht. Het is stil. Er zijn nog weinig bezoekers op dit uur. Na een paar passen doemt rechts een klein zilverkleurig visje op. Aan de linkerkant zijn tussen de waterplanten de poten van een eend te zien. In mijn ooghoek zie ik wat bewegen. Lippen worden zichtbaar, een tong. Ik voel een klein handje in mijn hand knijpen. “Is niet echt?” vraagt een onzeker stemmetje. Hij heeft ook de beweging gezien en probeert zichzelf ervan te overtuigen dat het geen echte koe is die van het slootwater drinkt. Dat is alleen wel erg lastig, die bek lijkt angstaanjagend echt. En hij beweegt!

Voordat wij afdaalden naar de bodem van de sloot had zijn moeder hem nog even apart aangenomen. “Alles wat je zo direct ziet is niet echt. De visjes niet, de eendjes niet. Ze zijn allemaal nep.” Hij had ernstig geknikt. “Allemaal nep”, had hij nog herhaald. Eenmaal in de sloot sloeg echter de twijfel toe. Die vissen leken best wel echt. En die eenden. En nu een bewegende tong. Hij hoopte vurig dat zijn moeder gelijk had.

Wij bevinden ons op de onderste verdieping van het Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden. Zonder nat te worden volg je het kronkelende pad dat je langs allerlei dieren in en om de sloot voert. Zoals het een echte sloot betaamt is het schemerig en ontbreken ook de oude fietsen, verloren schoenen en wat dies meer zij, niet. Je loopt zelfs onder een roeiboot door. Voor kinderen een leuke en soms ook wel spannende mogelijkheid om op een andere manier naar de natuur te kijken. En dat is pas het begin van de ontdekkingstocht door dit museum.

Een museum dat niet onbekend is. Vroeger kwamen wij hier vaak. De opgezette vogels waren fascinerend, maar ook het geraamte van de walvis. Op bepaalde dagen kon je je eigen fossielen maken uit gips en ik heb er een keer een dierenambulance van binnen gezien. De sloot kan ik me niet herinneren, misschien bestond deze toen nog niet. Mijn zussen en ik zijn het over één ding eens: het gebouw leek toen wel een stuk groter.

Op de regenachtige zondagmorgen uit het heden lopen wij na de sloot met twee kleine jongetjes de bekende trappen op. Het walvisgeraamte is er nog. De imposante bek maakt indruk. Het zachte vel van de zeehond nog wat meer. En de knopjes waarmee je geluiden tevoorschijn kunt toveren. De opgezette krokodil verderop beweegt niet, maar lijkt toch bedrieglijk echt. Het opgezette poesje dat op een bankje ligt te slapen is alleen maar lief.

Net als we deze museumochtend willen afsluiten met koffie en limonade, zien we ‘onze’ sloot vanuit een heel ander perspectief. Op de rug van een gans kun je, net als Niels Holgersson, over de Friese weilanden vliegen. Onze belangstelling hiervoor blijkt iets groter te zijn dan die van de twee broertjes. We vinden ze terug bij de pissebedden. Als je één en drie bent, zijn pissebedden nu eenmaal beter te behappen.

Wil jij ook over de bodem van een sloot lopen of je Niels Holgersson wanen? Bezoek dan ook het Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden. Tot en met 3 januari 2016 is hier ook nog de voor Nederland unieke tentoonstelling Animal Inside Out te zien (voor kinderen vanaf 6 jaar). Het is een “anatomische safari” langs allerlei dieren, zoals haaien, geiten, koeien, een olifant en zelfs een giraffe.

Dit museumbezoek telt mee voor de uitdaging ‘Elke maand een museum‘.

Fotografische wereldreis

wpid-20151028_132403.jpg
Een foto is een momentopname van een heden dat nu geschiedenis is. Iets dat was, kort of lang geleden, maar nu niet meer is en alleen maar voortleeft in de herinnering van mensen. En ook op foto’s. Gelukkig maar. De meeste foto’s overleven namelijk hun makers en ook de herinneringen van de mens. Een klein stukje geschiedenis gevangen tussen vier randen, soms in kleur, maar ook nog vaak in zwart-wit.

Afgelopen weekend waren wij getuige van kleine brokjes geschiedenis, het ene brokje iets ouder dan het andere. Museum de Fundatie heeft twee foto-exposities ingericht in tegenover elkaar liggende vleugels. Exposities van foto’s van twee vrouwelijke fotografen. Allebei Duits, de ene overleden, de ander niet. De jongere de herontdekker van de oudere. Elke foto in zwart-wit, maar per vleugel compleet verschillende onderwerpen. Van schommels in een vooroorlogs Palestina en sloppenwijken in het London van de jaren 30 tot Duitse beroemde politici in de 80-er jaren en de val van de muur.

De foto’s van Ellen Auerbach (1906 – 2003) deden me het meest. Stukjes wereldgeschiedenis gevat in een eenvoudige houten lijst. Geboren in Duitsland in 1906 komt Ellen via Palestina en Engeland uiteindelijk in het Amerika van de jaren 40 terecht. Als jonge vrouw raakt ze geïnteresseerd in de fotografie en begint samen met zakenpartner Grete Stern een fotostudio. Een ongekende stap voor vrouwen eind jaren 20 van de vorige eeuw. Als Hitler de macht grijpt in Duitsland, wordt het te gevaarlijk voor de Joodse Ellen en emigreert ze naar Palestina. Ze woont daarna een tijdje in Engeland om zich uiteindelijk in de Verenigde Staten te vestigen. Het fototoestel houdt ze tijdens haar omzwervingen altijd bij zich.

Dit resulteert in een grote collectie foto’s van het alledaagse leven op verschillende continenten en gedurende een groot deel van de 20e eeuw. De titel van de tentoonstelling: Ellen Auerbach Berlijn – Tel Aviv – New York. Een fotografische wereldreis is dan ook goed gekozen. Het intrigeert en dat is precies wat de foto’s ook doen. Een aantal zijn me bijgebleven.

'Schommels' (Gronxadar, Palestina) 1933-36 en 'Sloppenwijk' (Londen) 1936
‘Schommels’ (Gronxadar, Palestina) 1933-36 en ‘Sloppenwijk’ (Londen) 1936

De schommels in Palestina vormen niet alleen een bijna abstract beeld, maar laten ook een onbezorgdheid zien van een gebied dat zoveel te verduren had en nog zou krijgen. De mensen op de trappen van een huis in een Londense sloppenwijk geven een mooi tijdsbeeld. De foto door het raam in Maine heeft wat van een zondagmiddagloomheid, maar het zou ook zomaar het eerste shot van een griezelfilm kunnen zijn. De vitrage beweegt bijna ongemerkt, uit de mist komt opeens iemand tevoorschijn …

Zonder titel (Maine) 1968
Zonder titel (Maine) 1968

Dankzij de Duitse persfotografe Barbara Klemm – bekend van haar beelden van politieke gebeurtenissen in het gedeelde en herenigde Duitsland, maar ook de portretten van kunstenaars, schrijvers en musici – zijn deze en vele andere foto’s van Auerbach nu in verschillende musea te zien. Waaronder dus ook in Zwolle. Het oeuvre van de herontdekte en haar herontdekker in hetzelfde gebouw. Ga mee op wereldreis en laat je intrigeren door de soms wel 80 jaar oude foto’s. Foto’s van een mensenleven geleden.

De tentoonstellingen Ellen Auerbach Berlijn – Tel Aviv – New York. Een fotografische wereldreis en Barbara Klemm Tussen Willy Brandt en Andy Warhol zijn nog tot 29 november 2015 te zien in Museum de Fundatie in Zwolle.

Dit museumbezoek telt mee voor de uitdaging ‘Elke maand een museum‘.