2020 | Terugblik op mijn wandeljaar

Teutoburgerwald in januari tijdens de Teutoschleife Holperdorper

2020 was in meerdere opzichten een bijzonder jaar. Veel plannen gingen niet door. Maar er kwamen andere dingen voor in de plaats. Met name buitenactiviteiten zoals kanotochten, fietsritjes en wandelingen, heel veel wandelingen. In mijn veelal lege weekenden zocht ik in alle vroegte de natuur op. Ver weg van de mensenmassa’s ontdekte ik de schoonheid en het gemak van Klompenpaden, verkende nieuwe Groene Wissels en Trage Tochten en begon aan maar liefst twee nieuwe Streekpaden en één nieuwe Lange Afstandswandeling (LAW).

De ontdekking van de fiets-auto combinatie maakte de van A-naar-B wandelingen een stuk toegankelijker. Waarom ik dit niet eerder heb gedaan … Geen afhankelijkheid van openbaar vervoer dat in weekenden niet rijdt of op een bepaald traject überhaupt niet aanwezig is. Gewoon met de auto naar het eindpunt, op het fietsje naar het beginpunt, terug wandelen en dan de fiets ophalen. Dodelijk eenvoudig.

LAW’s

Het Marskramerpad bleef dit jaar bij één etappe. Ik loop dit pad samen met een vriendin die niet in de buurt woont en ons eerste wandelweekend was begin maart. Niet alleen gooide corona niet lang daarna roet in het eten, maar ook een Tweede Wereldoorlog bom maakte dat we onze tweede etappe van dat weekend niet konden lopen. We hopen in 2021 eindelijk Overijssel te kunnen verlaten om de Veluwe te ontdekken.

Het Pieterpad gaat voorspoedig en brengt me op mooie plekken, maar is nog lang niet klaar. De eerste etappe vanaf Pieterburen moet ik nog steeds lopen en hoop ik toch wel in 2021 te doen. Ook ligt Gelderland in de planning. Vanaf Holten gaat het nu eerst richting Laren. Ik ben heel benieuwd waar ik eind 2021 eindig.

Pionierspad: Uitzicht op de Bovenwijde bij Giethoorn

En dan het Pionierspad. Flevoland stond al een tijdje op het wandellijstje en het plan was om in 2021 met deze LAW door de polder te beginnen. In december lonkte het pad teveel en besloten we om toch al de eerste etappe te doen. Bij koud maar zonnig winterweer liepen we van Steenwijk naar een welhaast verlaten Giethoorn. Begin 2021 verder door De Wieden en op naar de polder.

Streekpaden

Het Salland Pad liep ik uit dit jaar. In 2018 begon ik in Olst met dit rondje door de gevarieerde natuur van Salland. Een kleine twee jaar en 130 km later stond ik weer in Olst. Toen door de coronamaatregelen de – toch al niet in het weekend rijdende – buurtbussen helemaal niet meer reden, bood de fiets-auto combinatie een goed alternatief. Het vrij onbekende pad vlecht de in het Wandelnetwerk Overijssel uitgezette rondjes aan elkaar tot een afwisselende grote ronde die wel wat meer bekendheid kan gebruiken.

Het Westerwoldepad kwam op mijn pad toen de geplande herfstvakantie naar Zwitserland niet doorging. In plaats van in de Alpen liepen we drie etappes door een verrassende streek van Groningen. Volgend jaar wil ik in een lang weekend de resterende etappes lopen door dit mooie gebied.

Westerwoldepad etappe 2

Het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad gaat in korte etappes, maar we hebben geen haast. Ik loop het met mijn moeder (en af en toe mijn vader). De noordelijke Friese Wouden zijn prachtig. Volgend jaar gaan we vanuit Buitenpost verder richting zuiden.

Het Graafschapspad lag in 2019 al in de planning en in januari en februari liepen we de eerste etappes. Ook hier bleek daarna openbaar vervoer in coronatijd een hindernis. In november togen we met auto en fiets naar de Achterhoek voor de derde en laatste etappe van dit jaar. Wellicht loop ik ‘m volgend jaar uit.

Rondwandelingen

Wezepsche Heide tijdens het Klompenpad Wiseperpad

Dit jaar heb ik veel meer rondwandelingen gelopen en beschreven dan andere jaren. Waar veel lege weekenden al niet goed voor zijn. De eerste dagen van het jaar liep ik in een ijzig en mistig Duitsland in het Teutoburgerwald en bij Bad Bentheim. In de zomer liep ik een Twentse Tocht van Truus Wijnen die in 2015 tot mooiste wandeling van het jaar werd bekroond. Ook wandelde ik mijn eerste (en zeker niet mijn laatste) Knapzakroute in Drenthe.

Naast een drietal prachtige Groene Wissels (zoals die van Odoorn en Markelo, beide in heuvelachtig gebied) liep ik maar liefst tien Trage Tochten. Ik ontdekte het prachtige Reestdal met de trage tochten Oud-Avereest en Ommerschans, liep te midden van dansende bomen op de Veluwe bij Drie en zag bij Oranjewoud een hele andere kant van Friesland.

Het aantal Klompenpaden overtrof de Trage Tochten. Het gemak van de markering en de klompenpaden-app met veel informatie maakte dat ik er twaalf liep dit jaar. Vooral het gebied tussen IJssel en Veluwe is me zeer goed bevallen. Zo genoot ik van het zonovergoten late voorjaar met het Fliertpad bij Twello en liep ik door paarse zeeën van bloeiende heide op de Tonnenberg bij Wapenveld op het Vosbergenpad. Maar ook in mijn eentje op de Wezepsche Heide (Wiseperpad) ‘s morgens vroeg in december was werkelijk adembenemend.

Alle Klompenpaden van 2020

Al met al kijk ik terug op een mooi wandeljaar. Ik liep meer dan anders, maar ik schreef ook veel meer over mijn wandelingen. Andere onderwerpen die normaal gesproken voorbij komen op dit blog vereisten OV-reizen, fietsvakanties, museumbezoeken, stedentripjes, etc. Helaas is dat er niet veel van gekomen. Hopelijk ziet 2021 er (in ieder geval deels) anders uit. En ach, anders bieden wandelingen een zeer goed alternatief.

Wat was jouw mooiste wandeling van 2020?

Pieterpad etappe 11: Hellendoorn – Holten

Route: Pieterpad
Afstand: 16 km
Start: Centrum Hellendoorn
Eind: Station Holten

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Dit novemberweekend is zonovergoten. Op een bankje in de zon is het heerlijk toeven. Uitgelezen weer dus voor een nieuwe Pieterpadetappe. Het boekje belooft ons bergen, bossen en heidevelden. En dat krijgen we allemaal.

Op station Nijverdal stappen we uit de trein (in Hellendoorn is geen openbaar vervoer op deze zondag) en overbruggen de drie kilometer tot aan het begin van onze etappe over leuke bosweggetjes en langs een prachtig vennetje (Gagelmansveentje). In de schaduw hangen de mistflarden over het water. Iets dat twee fotograferende vrouwen heel gelukkig maakt, zo te zien.

Gagelmansveentje bij Nijverdal

Aan de rand van Hellendoorn zien we een zonovergoten bankje met weids uitzicht. De ervaring leert dat je mooie bankjes niet onbenut moet laten en dus besluiten we daar onze koffie te drinken. Het blijkt een goede keuze, geen enkel volgend bankje kan tippen aan deze eerste. Met de koffie en een zelfgebakken muffin achter de kiezen lopen we het verlaten centrum van Hellendoorn in. Niet veel later ontdekken we waarom het in het centrum zo rustig is.

Uitzicht vanaf ons eerste koffiebankje

Op de Hellendoornse Berg is het een drukte van belang. Gezinnen, wandelstellen, wat e-bikers, hardlopers, enkele paarden en heel veel mountainbikers komen ons aan alle kanten voorbij. Het lijkt wel alsof er een MTB-toertocht bezig is. In deze tijden niet waarschijnlijk, dus MTB-end Hellendoorn en omgeving zal wel eenzelfde gedachte hebben gehad: laten we profiteren van deze zonnige novemberdag. En geef ze eens ongelijk, het is heerlijk weer.

Bij Groot Twilhaar

We klimmen en dalen flink. Via Schaapskooi Groot Twilhaar bereiken we de Noetselerberg. Af en toe treffen we rustige paadjes, maar de grotere paden blijven onverminderd druk. Ook bij het uitzichtpunt over de Haarlerberg. Een immens glooiend heideveld strekt zich voor ons uit. Ergens in de verte liepen we een paar maanden geleden de Trage Tocht Sprengenberg, op ook al zo’n mooie dag.

Uitzicht over de Haarlerberg

Over kleine stijgende en dalende paadjes door de Rietslenk, een smeltwaterdal, bereiken we het Noetselerveld. Uitgebloeide heide zover het oog reikt. Af en toe brengen gele bloemen een contrast aan in het bruin. Hier zien we ook steeds meer pieterpadders die ons tegemoet lopen, het boekje in de aanslag.

Noetselerveld

Als de route het open landschap verlaat en weer het bos in duikt, kijken we uit naar een bankje voor de lunch. Bankjes blijken hier niet overvloedig aanwezig te zijn. Op advies van een wandelende kennis hebben we vanmorgen onze fietsvakantiestoeltjes (klein opvouwbaar tot een pakketje van 11 cm bij 33 cm en slechts 600 gram) in onze rugzakken gestopt. Die komen nu goed van pas. Een paar meter van het bospad installeren we ons op een open plek in het zonnetje. Achterover leunend eten we onze broodjes. We horen een voorbijkomend wandelstel zeggen: “kijk een bankje, maar helaas bezet”.

Na de lunch lopen we verder richting de Holterberg. Enkele kilometers verderop krijgen we nog een glimp te zien van het uitgestrekte heideveld van de Haarlerberg. Er staan diverse bankjes. Het passerende wandelstel zat enkele honderden meters terug op een boomstronk. De Holterberg laat zich ook niet onbetuigd qua stijging. Naarmate we het centrale punt met museum en horeca naderen wordt het ook hier steeds drukker. Weinig mountainbikers dit keer, vooral veel wandelaars.

Uitzichtpunt Haarlerberg

We kruisen het Marskramerpad, in mei vorig jaar liep ik hier ook. We hebben toen heerlijke appeltaart gegeten in het pannenkoekenrestaurant. Helaas zit dat er nu niet in. Dus door maar weer. We lopen een stuk op met het Wereldtijdpad. Het 50 km lange traject loopt van Rijssen naar Holten. Voor elk jaar van onze jaartelling staat langs het pad een jaarpaaltje met weetjes uit het betreffende jaar. Als je dit pad wandelt, ben je wel even bezig.

Een jaarpaaltje langs het Wereldtijdpad

Langs het zangfietspad, waar je officieel mag (mee)zingen op de fiets (“geen vreemde pauzes meer in je liedje omdat er iemand langs fietst”) dalen we af naar Holten. Vlak voor het station staat een opvallend kunstwerk, dat ook dient als uitkijkpunt. Het kunstwerk heet ‘De Beuk’ en heeft betrekking op Holten en Rijssen. De plaatsen danken, zegt men, hun namen aan de aanwezige bossen. Toen door een orkaan uit het westen vele bomen waren omgewaaid, wezen de takken (of rijzen) richting Rijssen en de stammen (het hout of holt) in de richting van Holten.

Een zangfietspad bij Holten
Kunstwerk en uitkijkpunt ‘De Beuk’

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Pieterpad etappe 10: Ommen – Hellendoorn

Route: Pieterpad
Afstand: 20 km
Start: Station Ommen
Eind: Centrum Hellendoorn

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Rijen boomstammen op de Eelerberg

Het is een grijze herfstdag als we ons opmaken voor etappe 10 van het Pieterpad. De auto parkeren we in Hellendoorn en op de fiets rijden we de 15 kilometer naar station Ommen. Hier eindigden we in augustus in de regen na een overigens zonovergoten etappe. Vandaag staan er vier bergen en mooie natuurgebieden op het programma. We hebben er zin in!

Op de Archemerberg

We lopen Ommen uit over een stil weggetje. Voor ons rijdt een trekker met aanhanger. Op de aanhanger zitten twee kinderen te midden van een hele hoop dozen. De trekker stopt bij elk huis. De bestuurder en de kinderen springen eruit en pakken de dozen op die af en toe op de grond en af en toe op een kruiwagen staan. Met een geroutineerde beweging belanden de dozen op de aanhanger, de kinderen klimmen erachteraan. De bestuurder neemt plaats achter het stuur en trekt weer op. Vriendelijk glimlachend groet de oud papier ophaaldienst van Ommen ons.

Een onverhard pad leidt ons het bos in waarna het eerste klimmetje begint, de Besthmenerberg op. Over uitgebloeide heidevelden met bosbessenplantjes lopen we naar boven tot aan de voet van een uitkijktoren. Op een bankje dat we net wat eerder bereiken dan andere wandelaars (“het is jullie gegund, het lijkt alsof jullie al wat langer onderweg zijn dan wij”), halen we de thermosfles tevoorschijn en genieten van een kopje koffie met uitzicht.

Koffie op de Besthmenerberg

Als we de berg weer afdalen stuiten we op een monument voor de slachtoffers van Kamp Erika. Op deze plek was tussen 1941 en 1945 een gevangenenkamp van de Duitsers. ”Een plek van ontberingen, pijn, vernederingen en veel leed” zoals op een van de stenen te lezen staat. Van 1924 tot 1938 werden op deze plek de zogenaamde ‘Sterkampen’ gehouden van de spiritueel leraar Krishnamurti. Voor zijn lezingen kwamen zo’n 3000 volgelingen uit de hele wereld naar Ommen. We kunnen ons er weinig bij voorstellen. Om ons heen zien we een stil bos met smalle onverharde paden.

Monument voor Kamp Erika

Langs de Steile Oever – in de diepte zien we een dode rivierarm van de Regge – lopen we naar de brug over de rivier. Hier liepen we drie jaar geleden ook met de prachtige Groene Wissel Ommen. Het voorjaar was toen net begonnen en we hoopten op bloeiende krentenbomen. Befaamd in deze contreien. Nu is duidelijk de herfst aangebroken. De bomen beginnen te kleuren en overal staan paddenstoelen. Ook op onze volgende twee bergen: de Archemer- en de Lemelerberg.

Steile Oever bij Ommen

We zijn niet de enige in dit natuurgebied. We zien veel wandelaars, mountainbikers en hardlopers. Zelfs op een bewolkte dag als vandaag. Het is hier dan ook erg mooi. Het is het gebied waar de jeneverbes nog veel voorkomt. Je loopt door uitgestrekte heidevelden en kunt ver kijken vanaf de toppen van beide bergen. Wel wordt er momenteel flink gewerkt in het gebied. We passeren groot materieel en hele stukken zijn kaal.

Heel wat jeneverbessen en paddenstoelen onderweg
Vanaf de top van de Archemerberg

Langs de Dikke Steen, een immense half uitgegraven zwerfkei, doorkruisen we het bos en lopen naar Lemele. Vanaf hier wandelen we weer in open terrein. Over kleine weggetjes komen we uit bij lunchroom en B&B De Glinthaar. Het staat niet in het boekje, maar is bekend terrein voor ons. Tijdens een familieweekend vorig jaar, in de buurt van Hellendoorn, kwamen we hier op de mountainbike langs. De cappuccino was zeer welkom. Ook nu gaat de koffie met lekkers er goed in.

De vierde berg volgt: de Eelerberg. Er is geen mens en op ons gemakje lopen we over smalle paadjes langs vreemde bomen. In de verte horen we het geluid van crossmotoren of motorkettingzagen. Naarmate we verder lopen wordt het geluid steeds harder, maar we zien niets. Gezien de zaterdag vermoeden we het eerste. Als we op een breed bospad komen met rijen gestapelde boomstammen slaat de twijfel toch toe.

Vreemde bomen op de Eelerberg

We laten het raadsel achter ons en ook het bos. Over een lange rechte weg met aan weerszijden maisvelden en in de verte boerderijen en grote huizen aan de bosrand, lopen we naar Hellendoorn. Na 20 kilometer zijn we weer op de plek waar we vanochtend weggefietst zijn. Hopelijk zie ik Hellendoorn nog een keer dit jaar voor een volgende bergachtige etappe. Dan met eindpunt Holten.

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Elke Maand Een … | Gedichten op handen

Elke Maand Een: Straatgedicht
Soort gedichten: Bord-op-paal-gedicht
Dichters: Albertina Soepboer en Lammert Tesinga
Plaats: Groningen

Het klooster van Maria Virgo – Albertina Soepboer

Elke Pieterpadwandelaar die etappe twee van Winsum naar Groningen heeft gelopen, is er langsgekomen. Deze gedichten op twee cortenstalen handen. Toch zie ik weinig foto’s met deze gedichten op de talloze blogs, twitterberichtjes, instagramposts en facebookberichten over dit pad terugkomen. Lonkt de stad, valt het niet genoeg op of haalt een straatgedicht het niet bij de weidse panoramafoto’s van het Groninger landschap met imposante wolkenluchten?

Op een van die laatste dagen van 2019 werd ik aangenaam verrast. Begeleid door de knallen van het carbid schieten loop ik op een mooie winterdag door het verstilde Groninger land naar de provinciehoofdstad. Vlak voor het universiteitscomplex Zernike wijst een bord ‘naar het klooster’. Ik zie geen klooster, maar wel een gedicht. Kunstig uitgestanst in twee roestige handen.

Ik lees het gedicht, kijk of ik echt geen restanten van een klooster zie in het weiland, omringd door kale bomen en hoogspanningskabels en maak dan een foto. Voor mijn straatgedichtverzameling en om het verhaal erachter uit te zoeken. Even later kom ik een tweede gedicht tegen. Ook op handen, ditmaal van Lammert Tesinga. Niet een klooster maar een galgenveld is het onderwerp.

Galgenveld – Lammert Tiesinga

Thuis lees ik dat dit gebied een rijke geschiedenis kent. In de middeleeuwen stond hier het Benedictijner nonnenklooster Maria Virgo, een galgenveld en het Kasteel Selwerd (nu nog een wijk in Groningen). Op het kasteel woonden de heren van Selwerd die vanaf de twaalfde eeuw Groningen bestierden. Tussen 1992 en 1997 zijn op deze plek meerdere archeologische onderzoeken geweest. Er is besloten om de overblijfselen zo goed mogelijk in tact te houden en niet op te graven.

Om toch de geschiedenis van deze plek zichtbaar te maken, is er een poëzieproject gestart. In vier gedichten (er zijn er dus nog twee!) kan een voorbijganger nu lezen over wat er eeuwen geleden op deze plek was. De stalen handen hebben dezelfde vorm als de handen van de betreffende dichter. Een leuk detail.

Beide gedichten brengen me inderdaad terug naar de middeleeuwen. ‘Galgenveld’ laat weinig aan de verbeelding over. Wie de ‘ik’ ook is, straks is het gedaan met hem. Hij ontkomt niet aan de strop.

Galgenveld

Waar de dood
mij wacht,
daar ben ik werkelijk
alleen. Ik zie mijzelf,
ik loop, men duwt en schopt
en drijft mij naar de paal, omklemt
mijn hoofd en trekt het in de strop en trekt en trekt …
totdat ik wegzink in een waas. Dit is
waarvoor ik vrees,
wat zich straks
zondermeer
voltrekt.

Lammert Tesinga

Het gedicht over het klooster nodigt uit tot nadenken, gissen. Verwijst de kasteelruïne naar al wat er overgebleven is van Kasteel Selwerd, nadat de kasteelheer (Rudolf Prediker, ook wel ‘piraat van Reitdiep’ genoemd) werd onthoofd en het kasteel werd verwoest door de stad Groningen? En de oude geest van een valk? Daarvoor zou ik echt in de geschiedenis van deze plek moeten duiken. Ook zonder het gedicht helemaal te begrijpen, komt het verhaal bij me binnen.

Het klooster van Maria Virgo

De kloostermoppen zijn weer teruggekeerd in de klei.
Over het weiland scheren de lage zwaluwschaduwen.

’s Ochtends daalden de kloosterlingen de wierde af
In de kasteelruïne bezongen zij de aardse armoede
terwijl de dood nog rondwaarde. Toen de regen inzette,
droeg de hemel het kleurteken van een oud verbond.

Ze zagen hoe boven het klooster de oude geest bad
van een valk op jacht hoe hij sporen in de grond
bespiedde en zich toen liet vallen. De valkenierster
van het hart stak de leren handschoen naar hem uit.

Albertina Soepboer

De volgende keer dat ik in Groningen ben, ga ik op zoek naar de andere twee gedichten.

Net als vorig jaar is de Elke Maand Een …- uitdaging in 2020 een combinatie van eerdere uitdagingen. Afgelopen jaren schreef ik elke maand over respectievelijk een museum (2015), een route (2016), een foto (2017) en een straatgedicht (2018). Ook dit jaar komen alle eerdere categorieën aan bod. Een overzicht van de artikelen vind je hier.

Pieterpad etappe 9: Hardenberg – Ommen

Route: Pieterpad
Afstand: 23 km
Start: Station Hardenberg
Eind: Station Ommen

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Eindelijk is er weer een koele dag na een reeks met warme dagen. We besluiten een Pieterpad-etappe te lopen. De negende alweer. Van de route tussen Hardenberg en Ommen lopen grote delen door het bos. Er wordt regen voorspeld, dus als we het een beetje goed uitkienen… Liever regen in het bos dan regen in het open veld.

In Hardenberg stappen we uit de trein en overbruggen ruim een kilometer om de route weer op te pikken. Het is nog geen 10 uur, maar in de winkelstraat zijn de winkeliers druk in de weer met het opbouwen van kraampjes en zelfs een draaimolen. Het is verrassend druk, koffietentjes zijn al open. Dat was in juli wel anders toen we de vorige etappe op een zondagmiddag in een uitgestorven Hardenberg eindigden.

Aan de Vecht pakken we de route weer op en volgen een betonnen voetpad langs de Molengoot, een oude loop van de Vecht. We komen langs een trimbaan met veel natuurlijke materialen. Een wildwater kanobaan maakt er ook onderdeel van uit. De baan wordt nu niet gebruikt en ligt er kalm bij. Helaas, ik had graag wat kano’s in actie willen zien.

Een niet zo wilde wildwater kanobaan

We verlaten de buitenwijken van Hardenberg en lopen over kleine paden langs het natuurgebied Rheezermaten naar Rheeze. In het eeuwenoude esdorp met brink is De Rheezer Kamer open. Tussen de planten op het terras drinken we er een cappuccino met lekkers. Een mooi plekje, waar we slechts één ander wandelstel treffen. Ik kan me voorstellen dat het hier vandaag nog wel drukker wordt.

Rheeze

Na de koffie volgt al snel het Diffelerveld, het bos waar het lopen in de regen wat aangenamer zou kunnen zijn. Er is alleen geen regen te bekennen. De zon schijnt uitbundig en af en toe drijft er een wolkje voorbij. Dan ook is het bos een goede plek om te zijn. De zonnestralen vallen tussen de takken door en maken mooie patronen op de paden. We komen zelfs bloeiende heide tegen. Af en toe kruisen we een mountainbikepad.

Af en toe kruisen we een mountainbikepad

Wat volgt is een lange rechte weg door het bos. In de verte zien we het wandelstel van het terras. Hun tempo ligt iets lager dan dat van ons, waardoor we langzaam dichterbij komen. Zij hebben ook een wandelboekje bij zich, maar de voorkant komt me niet bekend voor. Als ze later op een bankje pauzeren, groeten we ze en vragen nieuwgierig of zij ook het Pieterpad wandelen. “Jazeker, maar slechts één etappe” is het antwoord. 20 jaar geleden hebben ze het pad helemaal gelopen, nu kiezen ze af en toe een etappe uit om een dagje te wandelen. Hoewel het boekje ook 20 jaar oud is, zullen ze niet verdwalen. Ze hebben standaard een kaart en een kompas bij zich.

Misschien dat ik over 20 jaar ook wel af een toe een etappe uitkies van een gelopen LAW. Tenzij ik dan nog steeds bezig ben met het Pieterpad natuurlijk. Vandaag bereiken we in ieder geval al Ommen. Nadat we de wandelaars achter ons hebben gelaten, volgen er nog vele bankjes. Waaronder eentje die ik vaker op blogs terug zie komen: het Toetjesbankje. Bij deze picknicktafel staat een koelbox gevuld met yoghurtjes, maar ook flesjes water. Ik kan me voorstellen dat menig wandelaar wel een toetje lust (tegen een kleine vergoeding). Wij lopen nog even verder.

Het Toetjesbankje

Bij de stuw bij Junne vinden we een lunchplekje aan het Vecht. Tegenover ons, aan de andere kant van het water, hebben twee vakantiefietsers het zich gemakkelijk gemaakt in het gras. Verderop staan een paar vissers naar hun dobber te turen. Op de stuw loopt een man in een oranje hesje rond die voornamelijk veel gesprekken aanknoopt met voorbijgangers. Wij eten ons brood en genieten van het zonnetje. Deze stuw, inclusief vistrap, is niet uniek. Het is er een van zeven, die aangelegd zijn bij de kanalisatie van de Vecht.

De Vecht vanaf de stuw bij Junne

Verder maar weer. Over landgoed Junne lopen we richting Ommen. We passeren maisvelden en uitgestrekte weilanden omringd door bos. De koeien in een van die weilanden lijken gebleekt door de zon. Het bruin is welhaast lichtgrijs geworden. Ze kijken ons onverstoord aan. Je ziet ze denken: Daar heb je weer een paar van die wandelaars met een rugzak, wandelschoenen en korte broek. Het uitzicht wordt er niet afwisselender op zo.

Over landgoed Junne

Over De Heetdelle komen we bij een grote zandverstuiving. Er staat een bankje, waarop we even het uitzicht op ons laten inwerken. Een uitgestrekte vlakte van zand met geel gras, omringd door grote oude bomen. De blauwe lucht vormt een fel contrast. We zijn hier de enigen. Dat is wel anders bij een zandverstuiving even verderop, met de naam Sahara. Daar staan veel auto’s geparkeerd. Wellicht dat de tot de verbeelding sprekende naam hier debet aan is?

Zandverstuiving

Na een paar kilometer over een fietspad langs een doorgaande weg bereiken we Ommen, de Hanzestad aan de Vecht. Toen we vanmorgen de auto bij het station zetten, was het nog rustig. Nu is het er een drukte van belang. Het plaatsje moet het nu niet meer van de handel, maar van de toeristen hebben. Donkere wolken hebben zich inmiddels samengepakt en vlak voordat we bij de auto komen, barst het los. Op een drafje leggen we de laatste meters af. Tegen alle verwachting in, zijn we deze mooie etappe zo goed als droog gebleven.

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Pieterpad etappe 8: Coevorden – Hardenberg

Route: Pieterpad
Afstand: 19 km
Start: Station Coevorden
Eind: Station Hardenberg

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Op een stralende zondagmorgen in juli zetten we de auto bij station Hardenberg. Met mijn mondkapje in de aanslag stap ik voor het eerst in maanden weer in een trein. Het is nog geen 9 uur en we zijn de enige reizigers in de coupé. Ik had wel wat Pieterpadders verwacht. Het is ideaal wandelweer.

In Coevorden stappen we uit op bekend terrein. Hier stonden we vorige maand ook. Ditmaal nemen we geen koffie bij de bakker, maar gaan meteen op pad. We verwachten in Gramsbergen, dat halverwege de etappe ligt, wel een horeca-gelegenheid te vinden. Langs een voormalig station uit 1910 van de Dedemvaartsche Stoomtramweg Maatschappij – de tramdienst werd in 1947 opgeheven – lopen we Coevorden uit.

Voormalig station DSM, rechts van de slagboom

Al snel bevinden we ons op een onverhard pad in de richting van de Poort van Drenthe, een kunstproject van zwerfkeien uit 2005. Van Coevorden is niets meer te zien, we lopen midden in de natuur en zijn dicht bij de grens met Overijssel. Een meneer met een hond komt ons tegemoet en zit duidelijk niet verlegen om een praatje. Hij loopt hier elke dag, vertelt hij, en komt vrijwel altijd Pieterpad-wandelaars tegen. Voorheen moest hij ze vaak de weg wijzen omdat de route niet duidelijk was. Hij heeft zelfs eens een paar verdwaalde en uitgeputte wandelaars, die het Pieterpad van zuid naar noord liepen, met de auto naar het station gebracht. Gelukkig is de markering nu beter.

Poort van Drenthe

Er komen twee andere wandelaars aan. “Ga maar snel verder” zegt de meneer tegen ons, “dan hou ik hen wel aan de praat, zodat jullie een voorsprong kunnen opbouwen.” Hoewel het natuurlijk geen wedstrijd is, willen we wel weer verder en maken dankbaar gebruik van zijn aanbod. Als we een paar honderd meter verder nog even achterom kijken, zien we de twee wandelaars in een gesprek verwikkeld met de hondenuitlater. We hebben hen niet meer gezien.

De omgeving trekt onze aandacht. Het pad is prachtig. Over kleine onverharde paadjes lopen we tussen wilde bloemen langs de waterkant en koren-, aardappel- en maisvelden door. De weerspiegeling van de Hollandse luchten in het gladde wateroppervlak maken het plaatje compleet.

Het zomerse weer zorgt voor mooie plaatjes

Na wat verharde wegen, omzoomd door eikenbomen komen we bij De Haandrik, een ‘spaghetti’-kruispunt (aldus het boekje) van de Vecht, verschillende kanalen en een spoorlijn. Langs de kanten zitten veel Duitse vissers, als ik de nummerborden op hun auto’s mag geloven. Duitsland is niet ver weg. Het is naast heerlijk wandelweer blijkbaar ook prima visweer. En uiteraard goed fietsweer: wielrenners, e-bikers, maar ook motorrijders rijden in groten getale voorbij.

De Vecht bij het spaghetti-knooppunt

Over een rustig weggetje lopen we in niet al te lange tijd naar Gramsbergen. Aan het begin van de plaats zien we aan het water een terras. De vele rugzakken en wandelschoenen wijzen op mede Pieterpad-wandelaars. Uiteraard nemen we hier ook even pauze. Naderhand blijkt dit een goede beslissing. In het kleine centrum van Gramsbergen vinden we naast een bronzen beeld van Pieterpad-wandelaars alleen maar lege terrassen. De horeca blijkt gesloten.

‘Pieterpad’ van Nelleke Allersma (1996)

Na Gramsbergen komen we in Ane. Een plaats met een geschiedenis. Hier vond de slag van Ane plaats toen in 1227 de Drenten o.l.v. de heer van Coevorden in opstand kwamen tegen de bisschop van Utrecht. De bisschop overleefde deze slag niet. De jongen van de bakker in Coevorden vertelde tijdens de vorige etappe ook trots dit verhaal over ‘zijn’ Coevorden. Ik kende de slag van Ane ook van het Christoffelpad, dat ik vorig jaar liep. Ik wandelde toen door Zwartewatersklooster (een buurtschap bij Hasselt in Overijssel) waar ooit een klooster is gebouwd als boetedoening voor de omgekomen bisschop. Ook schijnen er ridders begraven te liggen, die gesneuveld zijn in de slag. Van zowel het klooster als de riddergraven is in Zwartewatersklooster nu niets meer te zien.

Monument Slag bij Ane

Het is tijd voor de lunch als we een bankje spotten aan de Aner Esch. In het zonnetje eten we ons brood op en groeten alle langskomende fietsers (en dat waren er nogal wat). We wandelen verder door het Engelandsche Bos dat groeit op een afgesneden Vechtmeander. Ik lees in het boekje dat de naam Engeland weideland betekent en komt van het nabijgelegen buurtschap Engeland.

Na het bos zigzaggen we naar Hardenberg. Het laatste stuk lopen we aan de voet van de Vechtdijk en steken dan de rivier over. In Hardenberg verlaten wij de route, die verder loopt in de richting van Ommen. Wij wandelen door het centrum naar het station. Ook hier is er nergens een terrasje open. Ligt het aan de zondag? In ieder geval niet aan het weer, dat was vandaag prachtig.

Hardenberg aan de Vecht

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Pieterpad etappe 7: Sleen – Coevorden

Route: Pieterpad
Afstand: 23 km
Start: Sleen centrum
Eind: Coevorden station

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Bloeiende aardappelvelden onderweg

Sinds half maart heb ik geen langeafstandswandelingen meer gedaan. De etappes lopen over het algemeen van A naar B en openbaar vervoer is nu geen optie. Dit is zeker geen noodzakelijke reis. Hoe kom je dan weer thuis of bij je auto? Wij probeerden tijdens deze etappe de auto-fiets-auto combinatie uit en het beviel ons uitstekend. Het van A naar B-wandelseizoen is weer geopend.

Op een zonnige zaterdag parkeren we de auto bij station Coevorden en pakken de fietsen van de auto om richting Sleen te fietsen, 16 km verderop. Het is 8 uur en we speculeren over een open koffietentje in Sleen. Te vroeg, concluderen we. We zijn 200 meter van de auto als we op een oud Van Gend & Loospand het bord Slagter, de echte bakker zien staan. En nog belangrijker, de mededeling dat ze open zijn. Elke doorgewinterde wandelaar weet dat als er een koffiegelegenheid op zijn of haar pad komt hij of zij deze moet grijpen. De volgende is vaak verder weg dan je wil.

Vlakbij de bakker vinden we een kwatrijn van Jean Pierre Rawie

We nemen plaats op het terras. Als de medewerker de cappuccino brengt, zit hij niet verlegen om een praatje. Hij vertelt dat het hele stationsgebied net twee weken geleden is opgeleverd, evenals het kunstwerk waar we op uitkijken. “Het zijn de contouren van de stadsgracht” legt hij uit, wijzend naar het blauw-gouden hoekige lint dat uit een vijvertje omhoog steekt. Hij vindt het gebied erg mooi geworden. En weten we dat Coevorden de enige echte stad van Drenthe is? Met een heus kasteel. In de middeleeuwen hebben de Drenten o.l.v. de heer van Coevorden toch maar mooi de bisschop van Utrecht verslagen. “De slag bij Ane” reageer ik enthousiast, zoals ik net in het wandelboekje had gelezen. “Jaja” zegt de jonge jongen, alsof dat een feitje is dat elk willekeurig mens paraat heeft.

Na deze les geschiedenis stappen we weer op de fiets. We willen vandaag immers nog wandelen. In een klein uurtje fietsen we naar Sleen, waar we de fietsen parkeren en aan de etappe beginnen. Over een lange weg lopen we het mooie dorpje uit. We komen op een onverhard pad langs een akker. In de berm bloeien wilde bloemen in allerlei kleuren. We lopen richting een van de velen vaarten die we deze etappe tegenkomen: de Jongbloedvaart. Bekend terrein voor ons. Hier fietsten we deze ochtend ook.

Na een brug verkennen we de andere zijde van de vaart. Het boekje rept over een zandpad, maar al wat wij zien is een groene jungle. Het pad is redelijk overwoekerd. Na deze wildernistocht komen we uit bij de Verlengde Hoogeveensche Vaart.

Over overwoekerde paden

Tot onze verbazing varen er meerdere grote motorboten op het niet al te brede water. De drie bruggen die we tijdens de daarop volgende kilometers tegenkomen, worden allen bediend door dezelfde bruggenwachtster. Met haar elektrische fiets is ze net op tijd bij de volgende brug om hem open te doen voor steeds hetzelfde motorjacht. Een van de bruggen heeft de naam Hoolbrug. Het is een originele draaibrug en heeft nog een authentiek brugwachtershuisje.

De Hoolbrug en brugwachtershuisje

De route gaat verder naar Den Hool, een mooi gelegen gehuchtje met een kleine brink. We komen hier een paar wandelaars tegen die voor ons liepen en nu neergestreken zijn bij een theeschenkerij. Wij teren nog op de koffie van de bakker en lopen verder. We wandelen langs velden vol koren en bloeiende aardappelakkers. Tot ook wij in Dalerveen de koffie met lekkers niet kunnen weerstaan.

Korenvelden

Na de koffie vervolgen we onze weg over de Oude Dalerveensestraat, een lange weg met hoge bomen. We kruisen het Nieuwe Drostendiep en het Oude Drostendiep. Deze laatste ligt er een stuk aantrekkelijker bij. De bloeiende gele plomp in het water helpt ook mee. Verderop, midden in de natuur, komen we langs een Joodse begraafplaats die in de 18e eeuw gesticht is voor de kleine Joodse gemeenschap van Dalen. Het ligt op een heuveltje en lijkt goed onderhouden. We zien slechts 1 grafsteen. In 2003 is er sinds decennia weer iemand begraven.

Joodse begraafplaats van Dalen met helemaal rechts de nieuwe grafsteen

Een gedicht van Bertus IJdens geeft in het Drents en Nederlands een inkijkje in de geschiedenis van deze plek.

Straatgedicht van Bertus IJdens

Na de begraafplaats wandelen we verder over een schelpenpaadje en komen bij het bekende vakantiepark De Huttenheugte uit, waarnaast ook Plopsaland Indoor gevestigd is. Maya de Bij kijkt ons na als we het park de rug toekeren en onze weg vervolgen. Vlak bij Coevorden krijgen we weer te maken met een pad dat voornamelijk uit hoge grassen bestaat. Zonder machete weten we ons ook hier een weg te banen en bereiken het Stieltjes kanaal, dat dwars door Coevorden loopt.

Over een beschaduwd pad langs het water lopen we de ganzenstad binnen. Net als Oxford heeft de plaats haar oorsprong in de doorwaadbare plaats (vorde of ford) voor koeien/ossen. Door een park volgen we een tijdje de contouren van de gracht. We zien een opvallende watertoren en dan het kasteel. Met de woorden van de bakkermedewerker in gedachten nemen we er een kijkje. Het is nu een hotel. ‘Slapen in het enige kasteel van Drenthe’ had als slogan niet misstaan.

Het enige kasteel van Drenthe

In het park, bij het kasteel maar ook bij het station komen we straatgedichten tegen. De kwatrijnen van Jean Pierre Rawie staan op 10 historische plekken in de stad en vertellen over de geschiedenis. Eigenlijk net als bij de bakker vanochtend. Ze behoren tot het project ‘Scherven van een stad’.

5 van de 10 kwatrijnen in Coevorden

En dan bereiken we weer het station en daarmee de auto. Ons rest nog een autoritje naar Sleen, om de fietsen op te halen. Die auto-fiets-auto combinatie bevalt goed en schept mogelijkheden. Onderweg naar Sleen begint de voorpret al voor de volgende wandeling. Alle langeafstandspaden, streekpaden en wandelnetwerkpaden die ik aan het wandelen ben, passeren de revue. Welke wordt de volgende?

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

Pieterpad etappe 6: Schoonloo – Sleen

Route: Pieterpad
Afstand: 24 km
Start: Bushalte Rotonde, Schoonloo
Eind: Sleen centrum

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Pieterpadbankje

Een half uur voordat de bus vertrekt, parkeren we de auto in het centrum van Sleen. We waren die ochtend op tijd vertrokken om maar niet de bus, die één keer per uur gaat, te missen. In de tijd die we nu over hebben, drinken we een cappuccino bij de bakker. Achter een stellage met koeken is een plekje ingericht waar net twee mensen naast elkaar kunnen zitten aan een hoge tafel. Een prima begin van de dag.

Bij de bushalte is het knap koud. Dat vindt de oude mevrouw ook die we daar treffen. Zij gaat voor het eerst sinds 50 jaar weer met de bus. Nu haar man overleden is, is ze aangewezen op het openbaar vervoer. Ze heeft geen rijbewijs. We horen alles over hun wandelvakanties in de bergen – “dat is toch veel mooier dan hier?!” en wenst ons een goede wandeling als ze een dorp verderop uitstapt.

In Schoonloo verlaten ook wij de bus en lopen via het café, waar ik bijna anderhalf jaar geleden mijn eerste Pieterpad-etappe eindigde, het dorp uit. Al snel komen we in het bos terecht, waar dennenbomen in lange rijen staan. Langs het modderige pad liggen boomstammen netjes opgestapeld. Gedurende de hele etappe zullen we voornamelijk in het bos lopen.

Het heeft flink geregend de laatste tijd …

We komen langs De Tweelingen en de Meeuwenplassen, drassig hoogveen waar zeldzame plant- en diersoorten voorkomen. Als we achter ons stemmen horen, denk ik eerst aan Pieterpad-wandelaars. Maar het blijken mountainbikers. Een hele hoop. Voornamelijk mannen van middelbare leeftijd. Wij doen snel een paar stappen opzij en laten ze door. Ze groeten allemaal vriendelijk en slaan dan af naar een pad waar wij niet heen hoeven. We denken hier mooi vanaf te zijn gekomen, maar dit waren niet de laatste mountainbikers van vandaag.

Meeuwenplassen

Als we verder lopen over de bospaden valt het op dat velen verhard zijn met kleine keitjes. Dit zijn flintenwegen, lees ik in het boekje. Flinten zijn veldkeien die verzameld werden tijdens de heideontginningen in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Ze werden o.a. gebruikt om de Drentse bospaden te verharden. Je ziet ze dan ook in veel Drentse bossen.

Flintenweg

De route gaat verder over het Orvelter veld en duikt dan weer de bossen in. Regelmatig kruist nu een mountainbikeroute ons pad. Af en toe lopen we zelfs hele stukken óver het mountainbikepad. Gelukkig komen we op die momenten geen mountainbikers tegen, hoewel we ze wel regelmatig in het bos zien. Ik kan me voorstellen dat dit soort shared-space-plekken op mooie zomerse dagen voor wat vervelende ontmoetingen kunnen zorgen. Op de smalle single track kom ik als wandelaar liever geen mountainbiker tegen, en als mountainbiker liever geen wandelaar.

Via een lange brede weg komen we bij het Oranjekanaal uit, steken dit over en duiken aan de andere kant weer het bos in. Daar vinden we een bankje in de luwte om ons brood op te eten. De harde wind maakt het ijzig koud vandaag, waardoor dit, na 15 km, onze eerste pauze is. Daar passeren ook de eerste andere Pieterpadders die we vandaag zien. Ze wensen ons smakelijk eten. Even later wensen wij hen hetzelfde. Zij hebben een kilometer verderop een bankje gevonden in het net doorgebroken zonnetje.

Brug over het Oranjekanaal

Niet veel later komen we langs het Pieterpadmonument. Bovenop een heuvel staan drie grote stenen op elkaar. In 2004 werd dit monument opgericht ter ere van de bedenksters van het Pieterpad: Bertje Jens (1913 – 2009) en Toos Goorhuis-Tjalsma (1915 – 2004). Zij zetten het pad uit tussen 1978 en 1983. Het bestaat dus al het grootste deel van mijn leven.

Pieterpadmonument

Na dit monument volgt er nog één, ditmaal als herinnering aan de Britse bommenwerper die hier in 1943 neerstortte. Restanten van het vliegtuig zijn verwerkt in het monument en beschreven met de namen van de 7-koppige bemanning die de crash niet overleefde.

Vliegtuigmonument

Hierna is het bosloze gebied niet ver meer. De laatste kilometers tot aan Sleen lopen we door open terrein over lange rechte fietspaden. De toren van Sleen zien we al van verre liggen. In het dorp warmen we ons op met een cappuccino. Een goed begin en einde van een boomrijke etappe.

Kerktoren van Sleen

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.

2020 | Vooruitblik op mijn wandeljaar

En toen was het 2020. Een nieuw wandeljaar is aangebroken. Wat zijn mijn plannen?

Nederland
In 2020 wandel ik verder op het Marskramerpad, het Noardlike Fryske Wâlden Streekpad en het Pieterpad en wellicht dat ik dit jaar het Salland Pad afrond. Daarnaast is het plan om aan een nieuw pad te beginnen: het Graafschapspad in de Achterhoek. Het boekje is al binnen.

Ook mogen de eendaagse routes niet ontbreken. Zo heb ik mijn zinnen gezet op het Kromme Rijnpad. Een paar jaar geleden heb ik een stukje van dit pad gewandeld. De 29 km lange route loopt van Wijk bij Duurstede, langs de Kromme Rijn, naar Utrecht. Een mooie route die naar meer smaakte en de 29 km zijn goed te doen in een dag. Misschien dat het er dan toch dit jaar van komt. Uiteraard zal ik ook dit jaar de nodige Groene Wissels en Trage Tochten wandelen. Ze bevallen over het algemeen zeer goed. Ook sluit ik een NS-wandeling of een Klompenpad niet uit.

Zwitserland
Voor de zomer staat er een wandelvakantie in Zwitserland gepland. De plannen liggen nog niet vast maar wandelen bij Grindelwald in het kanton Bern staat in ieder geval op de planning. Ik kom van kinds af aan in dit land en ken met name het Wallis goed. In de regio Grindelwald heb ik een aantal jaren geleden gewandeld. Dat beviel goed en daarom staan er nu weer een paar dagen in dit gebied op het programma.

Tips?
Heel wat plannen voor 2020 dus. Natuurlijk sta ik ook open voor andere interessante wandeltips in Nederland. Dus is er een Groene Wissel, een Trage Tocht, een NS-wandeling, een Klompenpad of andere eendaagse wandelroute die ik zeker moet lopen, laat het me weten. Ook tips voor eendaagse wandelingen in Zwitserland zijn welkom. Welke wandelingen in dit prachtige land zijn echt de moeite waard?

Pieterpad etappe 2: Winsum – Groningen

Route: Pieterpad
Afstand: 21 km
Start: Station Winsum
Eind: Station Groningen

Pieterpad, het pad der paden. Of in ieder geval het eerste langeafstandspad in Nederland. Het loopt van Pieterburen naar de Sint Pietersberg en spreekt tot de verbeelding. Vele mensen lopen het en doen er soms jaren over om het uit te lopen. Een vriendin van mij liep het pad in 2018 in anderhalve maand, vrijwel achter elkaar. Ik liep toen twee etappes in Drenthe met haar mee. Hoog tijd voor de rest.

Op een van de laatste dagen van het jaar is er mooi winterweer voorspeld. Ik heb een zondag zonder afspraken en besluit een vroege trein naar Winsum te pakken voor de tweede etappe van het Pieterpad. Als ik in Groningen overstap op de trein naar Roodeschool, stappen er met mij nog een aantal wandelaars in. Ze hebben het over ‘De Gouden Karper’, een herberg in Winsum, maar ook het beginpunt van de tweede etappe. Dit moeten wel Pieterpadwandelaars zijn.

In Winsum is het stil. Zondagochtend half 10 in de kerstvakantie is blijkbaar geen tijd om naar buiten te gaan. Het is ook knap koud, wellicht dat dat ook niet meehelpt. Ik geniet van de rust als ik met behulp van de aanwijzingen in het boekje naar ‘De Gouden Karper’ loop. Vanaf daar gaat de route al snel Winsum uit.

Over een rustig landweggetje loop ik tussen de weilanden richting Garnwerd. De beloofde zon laat nog op zich wachten, maar de rijp op de weilanden levert mooie plaatjes op. Er lopen twee mannen met vier honden voor me. De honden lopen los en zijn erg enthousiast. Nu ben ik niet zo’n fan van enthousiaste honden en ga steeds langzamer lopen. Het mag niet baten. Midden op een smal fietspad lassen ze een pauze in, waar koekjes voor zowel mens als dier aan te pas komen. De mannen zien mijn aarzeling, grijpen de honden vast en zeggen het bekende zinnetje ‘ze doen niks hoor!’. Ik mompel een bedankje en zet flink de pas erin. Het geblaf achter me wordt langzaam zachter.

Het Groninger land op een winterse zondagochtend

Uit de richting van Garnwerd hoor ik de knallen van het carbid schieten. Tot aan Groningen blijven de knallen te horen. Nog een paar dagen tot aan oud en nieuw. Dat kan niemand ontgaan. De route laat Garnwerd links (of eigenlijk rechts) liggen. Het is nog vroeg en waarschijnlijk is er weinig horeca open. Ik besluit maar door te lopen. Bij de Wetsingersluis in het Reitdiep breekt dan toch een winterzonnetje door en het landschap krijgt een heel ander aangezicht.

Verder naar Oostum. Als in de verte het kerkje, hooggelegen op een wierde, opdoemt, zie ik langs de weg een schilderij van – juist – hetzelfde kerkje. Bijna 100 jaar geleden, in 1922, schilderde Ploeglid Johan Dijkstra hier het kerkje van Oostum. Door zo’n bord kijk je heel anders naar het landschap om je heen. Een leuk idee!

Het schilderij met rechts in de verte het kerkje

Het kerkje van Oostum

In Wierumerschouw stuit ik op een van de omleidingen van deze etappe. Door een aanvaring is de Paddepoelsterbrug over het Van Starkenborghkanaal gestremd. Gelukkig zijn er meer bruggen en de goed aangegeven markering brengt me langs het Reitdiep naar de Dorkwerderbrug. Op de dijk langs het Reitdiep staat de lage zon recht voor me. De silhouetten van de Pieterpadwandelaars die in de verte voor me lopen, steken mooi af tegen de kale bomen. Als ik me omdraai ziet de wereld er heel anders uit. De dreigende lucht met zon maakt dat ik een beetje sneller ga lopen.

Het Reitdiep richting de zon

Het Reitdiep met de zon in de rug

Langs het Van Starkenborghkanaal loop ik naar de plek waar de route oorspronkelijk zou uitkomen. Waar een brug zou moeten liggen, is nu een vrije doorgang. Dat was inderdaad lastig oversteken geweest. De route buigt hier af richting Groningen. Al snel zie ik rechts van me de eerste gebouwen van universiteitscomplex Zernike opdoemen.

De Paddepoelsterbrug is verdwenen

Aan mijn linkerhand staat een bord dat wijst ‘naar het klooster’. Nu zie ik geen klooster, maar wel een gedicht. Albertina Soepboer beschrijft het klooster dat hier ooit stond. Een tweede gedicht van Lammert Tesinga even verderop heeft de titel ‘Galgenveld’. Google geeft een verklaring. Beide gedichten verwijzen naar Kasteel Selwerd (nog steeds een wijk in Groningen) dat in de Middeleeuwen op deze plek stond. Het klooster en galgenveld lagen bij het kasteel. Ook lees ik dat er hier nog twee gedichten zijn die verwijzen naar het kasteel. Nog maar een keer terug!

Gedicht van Lammert Tesinga

Via Selwerd en het Noorderplantsoen loop ik de stad in. Ik heb 7 jaar in Groningen gewoond en ik bevind me op bekend terrein. Via het Hoge der A, de Vismarkt, de Folkingestraat en het Groninger Museum kom ik weer bij het station uit. Het was een mooie etappe op deze winterdag. Volgende keer de laatste Groningse etappe van Pieterburen naar Winsum en dan vanaf Schoonloo verder Drenthe in.

Het bekende Hoge der A

Benieuwd naar de andere gelopen etappes van het Pieterpad? Hier vind je de etappes tot nu toe.